Studeren in het buitenland, stagelopen of onderzoek doen? Check welke verzekeringen voor jou van toepassing zijn via de JoHo Insurances Foundation, of bereid je vertrek naar het buitenland voor
Study or work abroad: check your insurance options
X Holding BV, 25 februari 2010, C-337/08
Relevante artikelen
Art. 43 en art. 48 EG.
Rechtsvraag
Hoe moeten art. 43 en art. 48 EG uitgelegd worden? Deze vraag legt men in een prejudiciele vraag voor aan het Hof van Justitie EG.
Casus
Er is sprake van een geding tussen X Holding en de Nederlandse Belastingdienst. De Nederlandse Belastingsdienst weigert namelijk om X Holding toe te staan om een fiscale eenheid te beginnen met een niet-ingezeten dochteronderneming. Zowel X Holding als de dochteronderneming in Belgie doen een beroep op art. 15 lid 1 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De Nederlandse belastingdienst wijst dit af op grond van art. 15 lid 3 sub c van deze wet, met als motivatie dat de Belgische Vennootschap niet (zoals vereist is) in Nederland gevestigd is.
Uitspraak
De volgende vraag stelt men aan het Hof:
"Moet artikel 43 EG in verbinding met artikel 48 EG aldus worden uitgelegd dat dit artikel eraan in de weg staat dat een nationale regeling van een lidstaat [...] volgens welke regeling een moedervennootschap en haar dochtervennootschap ervoor kunnen kiezen dat de belasting van hen wordt geheven bij de in die lidstaat gevestigde moedervennootschap alsof er één belastingplichtige is, die keuzemogelijkheid voorbehoudt aan vennootschappen die voor de belasting van hun winst zijn onderworpen aan de fiscale jurisdictie van de betrokken lidstaat?”
Hierop antwoord men als volgt. De vraag is kort gezegd of art. 43 en 48 EG toestaan dat een land zelf toestaat dat moeder- en dochteronderneming een fiscale eenheid vormen, maar dat dit (naar de wettelijke keuze van dat land) voorbehouden blijft aan moeder- en dochterondernemingen die beiden onderworpen zijn aan het belastingrecht van het desbetreffende land.
Deze mogelijkheid van fiscale eenheid creeert een voordeel voor degenen die er gebruik van maken. Indien dit geen mogelijkheid is voor moederondernemingen met een dochteronderneming, kan dit tot gevolg hebben dat het voor die moederonderneming minder aantrekkelijk is om gebruik te maken van de vrijheid van vestiging (art. 43 EG). Zij zal minder snel geneigd zijn om dochterondernemingen op te richten in het buitenland.
Er is geen dwingende reden van algemeen belang om dit verschil in behandeling te rechtvaardigen, zij is niet goed te verenigen met EG-recht. Er is geen objectieve rechtvaardigingsgrond. Een dwingende reden van algemeen belang is enkel gerechtvaardigd als het geschikt is om het nagestreefde doel te verwezenlijken en niet verder gaat dan noodzakelijk. De Nederlandse regeling valt te rechtvaardigen wat betreft het doel wat het probeert te verwezenlijken, en de regeling gaat nietverder dan noodzakelijk. de vrijheidskeuze mag simpelweg niet worden beperkt door discriminerende fiscale regelingen. In dit kader gaat de regeling echter niet verder dan noodzakelijk om het doel te bereiken en art. 43 en 48 EG verzetten zich er dan ook niet tegen. Zie hiervoor punt 43 in het arrest.
Studeren in het buitenland, stagelopen of onderzoek doen? Check welke verzekeringen voor jou van toepassing zijn via de JoHo Insurances Foundation, of bereid je vertrek naar het buitenland voor
Study or work abroad: check your insurance options
Add new contribution