Welke rollen spelen ouders binnen de ontwikkeling van hun kinderen? - Chapter 1

Wat zijn de verschillende opvoedingsovertuigingen door de geschiedenis heen?

Alle mensen op de wereld hebben één ding gemeen: ieder van ons is ooit een kind geweest. Voor de meesten van ons was de eerste bron van informatie over de wereld en hoe we ons moeten gedragen onze ouders. Daarom wordt in onderzoek vaak de vraag gesteld: hoe beïnvloeden ouders de ontwikkeling van hun kinderen? De rol die ouders spelen in de ontwikkeling van kinderen wordt socialisatie genoemd. Socialisatie is het proces waarbij naïeve individuen vaardigheden, gedragspatronen, waarden en motivatie worden geleerd die ze nodig hebben om goed te kunnen functioneren in de wereld waarin ze opgroeien. De eerste pogingen om te bestuderen hoe ouders hun kinderen socialiseren begon in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. Er werd toen echter alleen gefocust op ouderlijke liefde en straf, en hoe dit het gedrag van een kind beïnvloedt. Er zijn veel meer dimensies die bestudeerd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld emotieregulatie of genderontwikkeling. Daar komt bij dat ouders naast socialisatie nog meer belangrijke opvoedkundige taken hebben, namelijk:

  • Het kind onderhouden in zijn of haar levensbehoeften en veiligheid bieden.
  • Het kind stimuleren en instructies geven over hoe dingen werken.
  • Het kind socio-emotionele steun geven.
  • Toezicht houden op het kind.
  • Het kind structuur bieden.
  • Zorgen dat het kind sociale contacten heeft.

Verder laat onderzoek ook zien dat de overtuigingen over hoe kinderen moeten worden opgevoed erg verschillen over tijd en cultuur. Zo liet Phillippe Ariès in zijn boek 'Centuries of Childhood' bijvoorbeeld zien dat het concept van de kindertijd nog niet bestond tijdens de Middeleeuwen. Er was een volwassen-gecentreerde visie op kinderen, wat inhield dat kinderen werden gezien als kleine volwassenen. Dit veranderde in de late zestiende eeuw in de hoogste klassen naar een kind-gecentreerde visie. Binnen deze visie werd de kindertijd gezien als een aparte periode in het leven waarin het belangrijk was om educatie in te zetten. Deze visie verspreidde zich pas in de late negentiende eeuw naar de lagere- en middenklasse in de samenleving. De manier waarop ouders naar hun kinderen kijken veranderde hierdoor ook langzaam. Waar ze eerst hun kinderen zagen als krachten die ingezet konden worden om arbeid te verrichten, werden kinderen steeds meer gezien als individuen met unieke psychologische behoeften. Hieruit blijkt dus ook dat overtuigingen over kinderen en ouders een sociale constructie zijn: ze zijn cultuur- en tijdsafhankelijk. 

Wat zijn de opvoedingsovertuigingen van verschillende autoriteitsfiguren door de geschiedenis heen?

Autoriteitsfiguren beïnvloeden hoe we in de samenleving naar socialisatie kijken. De belangrijkste autoriteitsfiguren zijn religieuze leiders, filosofen, artsen en psychologen.

Wat zijn de opvoedingsovertuigingen van religieuze leiders?

In religieuze teksten zijn er veel voorbeelden te vinden van visies over kinderen en ouders. De drie grote religies in de wereld – Christendom, Jodendom en Islam – leggen de nadruk op het belang van familie en het besteden van aandacht aan kinderen. Dit komt terug in verschillende religieuze teksten, die veelal gaan over hoe kinderen zich moeten leren gedragen en hoe ouders met hen om zouden moeten gaan. In Islamitische teksten wordt daarbij ook nog de nadruk gelegd op het behouden van de familie eer. Veel religieuze leiders schreven daarnaast voornamelijk over de invloed die ouders uit konden oefenen op ontwikkeling van hun kind. Zo stelde St. Augustine van Hippo (354-430) dat kinderen van nature zondig zijn. Martin Luther (1483-1546) daarentegen, had een patriarchische visie op opvoeding, waarin vaders de autoriteit en morele gids van het gezin waren. Bijgevolge geloofde hij ook dat vaders actief moesten deelnemen aan het ouderschap. John Calvijn (1509-1564) ondersteunde het idee dat kinderen zondig waren en dat ouders een belangrijke rol hebben in het corrigeren van dit probleem. Hij vond dat ouders dit op een vriendelijke, doch strenge manier moesten doen. Met zijn ideeën beïnvloedde hij vele protestante denkers, zoals John Robinson (1575-1625), die voor harde straffen pleitte. Deze zouden uitgevoerd moeten worden door vaders, omdat zij autoriteit en kracht bezaten. In de volgende eeuw kaartte John Wesley (1703-1791) ook het belang van ouderlijke discipline aan als essentieel voor de ontwikkeling van kinderen. Een onderdeel hiervan was fysiek straffen.

Deze autoritatieve ideeën van Robinson en Wesley waren echter passend bij hoe de koloniale bevolking hun kinderen opvoedde. Fysieke straffen waren een laatste redmiddel en in plaats daarvan werd iemand publiekelijk te schande gezet om ze het verschil tussen goed en slecht te leren. Vandaag de dag wordt deze strenge visie van het fysiek straffen ook in het westen nog nauwelijks ondersteund door religieuze leiders.

Wat zijn de opvoedingsovertuigingen van filosofen?

Eén van de terugkerende thema’s onder filosofen is het belang van de eerste levensjaren. Aristoteles (384-322 v. Chr.) introduceerde het begrip tabula rasa en benadrukte hiermee het belang van de omgeving bij de vorming van het kind. Aristoteles was aanhanger van een patriarchische samenleving, waarin het huishouden de primaire taak van de vrouwen is. 

John Locke (1632-1704) had een blijvende impact op hoe kinderen opgevoed werden tijdens de eerste helft van de achttiende eeuw. Hij karakteriseerde het kind als een onbeschreven blad of tabula rasa en verwierp het idee dat kinderen zondig zijn. Daarnaast benadrukte hij de invloed van de omgeving en het belang van vroege stimulatie en vond hij dat ouders volwassen gedrag moesten aanmoedigen. Volgens Locke zijn kinderen rationele wezens en moeten ze niet gestraft of beloond worden, maar moet richting hen beredeneerd worden waarom iets goed of fout is. Hij benadrukte het belang van de eerste levensjaren. Door zijn werk werden ouders in Europa en Amerika warmer en meer egalitair. Toch heeft Locke ook praktijken voorgesteld die tegenwoordig als bizar worden beschouwd. Zo pleitte hij voor verharding (hardening) van baby’s om babysterfte te bestrijden. Voorbeelden van manieren om kinderen te ‘verharden’ zijn het onderdompelen van baby’s in een koud bad en jonge kinderen pijn doen.

Ook Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) verwierp het idee dat kinderen zondig worden geboren. In plaats daarvan waren zij bij de geboorte onschuldig en amoreel en werden zij soms door de samenleving verdorven. In tegenstelling tot Locke geloofde Rousseau echter dat kinderen pas op 12-jarige leeftijd rationeel worden. Daarom zou het bestraffen van wangedrag volgens hem op jonge leeftijd niet nuttig zijn. Rousseau was ervan overtuigd dat de rol van ouders niet was om kinderen te straffen of trainen, maar om hen te ondersteunen bij hun natuurlijke ontwikkeling.

Wat zijn de opvoedingsovertuigingen van artsen?

Aangezien artsen zich met name bezighouden met het bestrijden van ziekte en dood, gaven ze in eerste instantie vooral advies over voeding. Luther Emmett Holt (1855-1924) schreef een boek met informatie over de dagelijkse zorg van kinderen, mijlpalen in de ontwikkeling, aanbevelingen met betrekking tot voeding, en oplossingen voor veelvoorkomende kwaaltjes en gedrag. Hoewel enkele van zijn adviezen ook tegenwoordig nog worden gegeven, worden bepaalde adviezen nu beschouwd als vreemd. Zo raadde Holt aan baby’s niet te kussen, om de verspreiding van bijvoorbeeld tuberculose te voorkomen. Ook vond hij duimzuigen een groot probleem. Hij bedacht als oplossing om de armen van een kind ‘s nachts aan de wieg vast te binden.

Een van de kinderen die volgens Holts regels werd opgevoed, groeide op tot een nog invloedrijkere arts dan Holt zelf: Benjamin Spock. Hij vond dat er een nieuwe aanpak nodig was bij het opvoeden van kinderen. Hij vond het belangrijk dat ouders in zichzelf geloofden en genoten van het ouderschap. Er werd ouders geadviseerd hun kind als individu te behandelen. Zijn boek hierover "Baby and Child Care" wordt gezien als een soort bijbel voor het opvoeden van kinderen en wordt nog steeds gepubliceerd.

Wat zijn de opvoedingsovertuigingen van psychologen?

Europese psychologen, zoals Sigmund Freud (1856-1939), Alfred Adler (1870-1937), Jean Piaget (1896-1980) en Erik Erikson (1902-1994), besteedden veel aandacht aan verschillende aspecten van de ontwikkeling van kinderen en de rol die ouders daarin hadden. Stanley Hall (1844-1924) was een psycholoog die een belangrijke rol heeft gespeeld bij het opstarten van onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen. Met betrekking tot de opvoeding, benadrukte Hall het belang van fysieke straf.

Een andere belangrijke psycholoog is John B. Watson (1878-1958). Hij wordt gezien als de ‘vader’ van het behaviorisme, een benadering die stelt dat gedrag grotendeels door de omgeving wordt bepaald. Volgens Watson was klassieke conditionering, waarbij er een associatie ontstaat tussen een neutrale en een andere stimulus doordat deze herhaaldelijk aan elkaar gekoppeld worden, hoe kinderen leerden. Hij deed hier onderzoek naar bij een baby van negen maanden oud genaamd Little Albert. Hij negeerde de rol van genetische erfelijkheid. Watson was het op bepaalde gebieden eens met Holt (bijvoorbeeld dat je geen kinderen moest kussen), maar ontwikkelde ook zijn eigen ideeën. Zo was hij een tegenstander van het gebruik van straffen, onder andere omdat een straf na het wangedrag plaatsvindt en het dus niet contingent is.

Wat zijn andere bronnen van opvoedingsovertuigingen?

Wat komt er politiek en sociaal naar voren over het opvoeden van kinderen?

DeMause heeft laten zien dat er vroeger veel sprake was van onder andere infanticide (het doden van baby’s), fysiek en seksueel kindermisbruik en het verkopen of verlaten van kinderen. Het vroegste bewijs voor deze harde en misbruikende opvoedpraktijken is afkomstig van de kleitabletten uit Mesopotamië, rond 1750 voor Christus. Deze werden ook wel de Code van Hammurabi genoemd, naar de koning die ze bedacht. De tabletten beschreven straffen voor onacceptabel gedrag. Uit de gedragswetten blijkt dat er sprake was van een patriarchische oriëntatie ten opzichte van nakomelingen: kinderen waren eigendom van hun vader en hadden geen eigen rechten.

In het oude Egypte (3000-1000 voor Christus.) werden kinderen daarentegen op een kindgerichte manier opgevoed. De opvoeding werd gekenmerkt door liefde, zorg en plezier. Dit geldt ook voor de opvoedpraktijken van de klassieke Grieken (490-323 voor Christus). Aristoteles ontwikkelde een stadiatheorie over kinderen: deze theorie ging ervan uit dat kinderen stapsgewijs door bepaalde ontwikkelingsfases gaan. Daarnaast benadrukte hij de individualiteit van elk kind en raadde hij ouders aan om hun opvoeding aan elk kind aan te passen. De Romeinen bouwden voort op de Griekse ideeën over opvoeding. Romeinse ouders benadrukten het belang van de eerste levensjaren en besteedden veel aandacht aan het beïnvloeden van de fysieke, morele en intellectuele ontwikkeling van hun kind. Hoewel ouder-kind relaties werden gekenmerkt door warmte, was er sprake van een sterke patriarchie. Het begrip patria potestas ("macht van de vader") verwees naar de absolute autoriteit van vaders. Kindermoord door de vader was in eerste instantie nog wel toegestaan, maar werd later afgekeurd.

Historiografie of de studie van historische stukken laat zien dat de kindertijd vroeger een gevaarlijke levensperiode was. Er was sprake van een hoge baby- en kindersterfte. Desondanks hielden ouders van hun kinderen, maakten zij zich zorgen om de gezondheid van hun kinderen en rouwden zij in geval van overlijden. Een andere factor die invloed had op de opvoeding, waren de economische behoeften van het gezin. Kinderarbeid was vaak noodzakelijk. Vanaf 1836 werd kinderarbeid in de Verenigde Staten verboden en ontstond de leerplicht. In veel ontwikkelingslanden komt kinderarbeid echter nog veelvuldig voor. Het is duidelijk dat er veel invloeden zijn geweest op hoe we kinderen opvoeden: van economische moeilijkheden, tot politiek en culturele veranderingen, waarbij ook autoriteiten een grote invloed uitoefenden op wat we als normale opvoedingspraktijken zien.

Wat komt er in de moderne media naar voren over het opvoeden van kinderen?

In de moderne wereld zijn er veel bronnen van informatie over kinderen en het opvoeden van kinderen. Internet, Facebook, Twitter, blogs, posts, en sms’en zorgen ervoor dat deze informatie snel beschikbaar is. Dit heeft een grote invloed op hoe we denken over het ouderschap en de opvoeding. Echter, niet ieder advies dat online te vinden is, is ergens op gebaseerd.

Wat voor effect hebben kinderrechten op het opvoeden van kinderen?

Ondanks dat kinderen de meest kwetsbare bevolkingsgroep zijn, worden ze nog vaak gezien als het eigendom van de ouders. Een nieuw perspectief hierop erkent kinderrechten als zijnde anders dan de rechten van ouders. Dit heeft grote invloed op hoe kinderen behandeld worden. Deze rechten worden met name naar voren gebracht bij de Conventie van de Rechten van het Kind, waarbij vier principes centraal staan:

  • Het recht op leven, overleven en ontwikkeling.
  • Het belang van het kind vooropstellen.
  • Geen discriminatie.
  • Respect voor de zienswijze van het kind.

Hoe kunnen we onderzoek gebruiken om opvoeding te begrijpen?

Alleen met behulp van systematisch onderzoek kan onderscheid worden gemaakt tussen mening en feit. Deze feiten zijn echter niet zoals natuurkundige wetten, omdat ieder kind uniek is. Onderzoek naar opvoeding bestudeert hoe kinderen zich ontwikkelen en de rol die ouders hierin spelen. Een voorbeeld hiervan is de rol van ouders bij de individuatie van het kind, of de ontwikkeling van het kind tot een autonoom persoon.

Hoe zag het begin van dit onderzoek naar opvoeding eruit?

Rond 1920 was er sprake van een opkomst van onderzoek naar opvoeding. Dit onderzoek werd in eerste instantie gedaan om dingen die gezegd werden over ouders en kinderen door filosofen, artsen, en andere autoriteitsfiguren empirisch te kunnen onderbouwen. Dit onderzoek werd vrijwel systematisch gedaan vanaf halverwege 1940. Deze onderzoeken leverden een aantal bijdragen, waaronder methodologische benaderingen om ouders te onderzoeken, het testen van nieuwe concepten en het identificeren van associaties tussen opvoedpraktijken en uitkomsten bij het kind.

Lijken de uitkomsten van dit onderzoek en het advies van experts op elkaar?

Jane Rankin heeft de ideeën van vijf experts geanalyseerd over zes problemen die zich voordeden bij het opvoeden van kinderen en kwam tot de conclusie dat de experts het over veel kwesties oneens waren. Hieruit blijkt dat experts hun advies niet altijd op wetenschappelijk bewijs baseren. In plaats daarvan lijkt het advies te worden beïnvloed door de politieke filosofie van de expert (liberaal of conservatief).

Iedereen heeft eigen ideeën over opvoeding. Deze ideeën worden ook wel lay theories of ethnotheories genoemd: informele onwetenschappelijke theorieën gebaseerd op conventionele ideeën. Deze theorieën omvatten overtuigingen over de karakteristieken van kinderen, wanneer ze bepaalde vaardigheden verwerven, hoe kinderen veranderen en de manieren waarop ouders de ontwikkeling beïnvloeden. Onderzoek moet nog uitwijzen in hoeverre deze theorieën  kloppen.

Hoe zien moderne onderzoekstrajecten eruit?

Niet alleen psychologen, maar ook een heleboel andere academische disciplines onderzoeken nu het ouderschap en het opvoeden van kinderen. Wat we hierover weten is dus gebaseerd op empirisch onderzoek. Vrijwel elke dag verschijnen er nieuwe onderzoeken over ouderschap en het opvoeden van kinderen en dus is dit veld groeiend en erg veranderlijk.

Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten