Waarom onderzoeken we de ontwikkeling van kinderen? - Chapter 1

Hoe worden kinderen opgevoed?

De ontwikkeling van een kind kan verschillende vragen oproepen in verschillende lagen van de samenleving. Een vraag die de meeste ouders hebben is op welke manier zij hun kinderen kunnen leren omgaan met woedeaanvallen en andere negatieve emoties. Dit is ook een van de redenen dat we de ontwikkeling van een kind bestuderen. Soms worden kinderen geslagen, maar dat blijkt averechts te werken. Er zijn echter verschillende effectieve manieren om met de woedeaanvallen van een kind om te gaan. Een voorbeeld daarvan is om sympathiek te reageren op kinderen die negatieve emoties tonen. Hierdoor leren de kinderen beter omgaan met een situatie die negatieve emoties oproept. Een andere manier is de kinderen te helpen zoeken naar positieve alternatieven voor de negatieve emoties.

Wat waren de bevindingen van de Roemeense adoptiestudie?

Roemeense onderzoekers bestudeerden kinderen die opgroeiden in weeshuizen onder slechte omstandigheden. Door het toenmalige beleid in weeshuizen was er een gebrek aan (fysiek) contact voor de weeskinderen. Toen deze kinderen werden geadopteerd door Britse gezinnen, bleken ze vaak ondervoed, liepen ze achter in hun fysieke en intellectuele ontwikkeling en waren ze vaak sociaal beperkt. In de studie werden deze weeskinderen vergeleken met geadopteerde kinderen uit Groot-Brittannië. Op zesjarige leeftijd liepen de Roemeense weeskinderen nog steeds achter in hun fysieke, intellectuele, sociale en emotionele ontwikkeling. Vooral de sociale en emotionele beperkingen bleven significant tot in de volwassenheid. Deze ontwikkelingsachterstanden konden worden gerelateerd aan significant weinig activatie van de amygdala. De belangrijkste conclusie van deze studie is dat de timing van ervaringen invloed heeft op de gevolgen ervan.

Hoe wordt sociaal beleid gekozen?

De ontwikkeling van een kind kan ook vragen oproepen met betrekking tot sociaal beleid. Dit is ook een van de redenen dat we de ontwikkeling van een kind bestuderen. Onderzoek kan worden gedaan met behulp van een meta-analyse, een methode om resultaten van onafhankelijke studies te combineren, om zo tot conclusies te komen die gebaseerd zijn op al deze onderzoeken samen. We kunnen ons afvragen of het beter is om te investeren in de preventie van ontwikkelingsproblemen bij kinderen, of om te investeren in het oplossen van bestaande ontwikkelingsproblemenl bij kinderen.

Verklaringen van jonge kinderen in de rechtzaal zijn niet altijd even betrouwbaar. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat de rechter de verklaring van een kind gelooft, waardoor een onschuldig persoon gestraft wordt. Uit onderzoek is gebleken dat jonge kinderen vaak details vergeten, maar dat wat ze zeggen grotendeels op de waarheid gebaseerd is. Jonge kinderen zijn wel gevoelig voor bepaalde ondervragingstechnieken, vooral wanneer suggestieve vragen herhaald worden. Vragen die gesteld worden aan jonge kinderen in een rechtszaal moeten neutraal zijn. Ook mogen vragen niet herhaald worden als deze al zijn beantwoord. Alleen op deze manier kan er een betrouwbare verklaring afgenomen worden.

Hoe kan de menselijke natuur begrepen worden?

De ontwikkeling van een kind kan ons meer vertellen over de menselijke aard. Dit is ook een van de redenen dat we de ontwikkeling van een kind bestuderen. Ontwikkelingsonderzoekers hebben methoden gevonden om de ontwikkeling van kinderen op jonge leeftijd te observeren, te beschrijven en te verklaren.

Een illustratie van hoe de wetenschap kan helpen om de menselijke natuur te begrijpen, komt van studies naar de manier waarop kinderen de effecten van mishandeling overwinnen, afhankelijk van de timing van de mishandeling. Het blijkt dat kinderen die zich na de geboorte korter dan 6 maanden in een instabiele omgeving bevinden, hier geen negatieve effecten van ondervinden op latere leeftijd. Duurt deze periode echter langer dan 6 maanden, dan kunnen zij hier wel problemen door ervaren, ook al bevinden ze zich daarna wel in een stabiele omgeving. De kinderen die langer dan 6 maanden in een instabiele omgeving leven, hebben onder andere een atypische sociale ontwikkeling, waar abnormale hersenactiviteit aan ten grondslag ligt. Zo is er verminderde activiteit in de amygdala, een hersengebied dat betrokken is bij emotionele reacties. De studie naar Roemeense adoptiekinderen is hier een voorbeeld van.

Wat zijn historische ideeën over de ontwikkeling van een kind?

Wat is de kijk van vroege filosofen?

Plato stelde dat zelfcontrole door kinderen en discipline door ouders het doel zijn van een goede opvoeding en educatie. Ook gelooft Plato dat kennis aangeboren is. Aristoteles stelde dat het belangrijk is dat er rekening gehouden wordt met het individuele karakter van kinderen. Daarin is de kwaliteit van opvoeding door de ouders erg belangrijk. Aristoteles geloofde dan ook dat kennis niet aangeboren is, maar dat kennis verkregen wordt door ervaringen. Locke stelde dat de ouders het kind in eerste instantie moeten opvoeden door middel van discipline.

Als kinderen ouder worden, kunnen ze de vrijheid krijgen om zelf te exploreren. Locke geloofde dat men geboren wordt als een onbeschreven blad. Volgens hem wordt kennis dus verkregen door ervaringen. Rousseau vond dat kinderen in eerste instantie juist maximale vrijheid nodig hebben. Vanaf hun twaalfde levensjaar (de age of reason) moeten kinderen formele educatie krijgen door de ouders en school. Darwin heeft de baby biography ontwikkeld, waarin hij de ontwikkelingen van een baby van dag tot dag observeert. Hieronder vallen de motorische, sensorische en emotionele ontwikkelingen. Darwin inspireerde andere onderzoekers om verdere onderzoeken te verrichten over de ontwikkeling van een kind en de bijbehorende aspecten.

Wat zijn sociale hervormingsbewegingen?

Het huidige veld van de kinderpsychologie heeft ook zijn wortels in vroege sociale hervormingsbewegingen, die zorgden voor verbetering van de levens van kinderen door de condities waarin zij leefden te veranderen. Zo werd bijvoorbeeld verboden dat kinderen onder de 10 jaar mochten werken.

Wat is de invloed van Darwins evolutietheorie?

Darwins werk leidde tot de opvatting dat intensieve bestudering van de ontwikkeling van kinderen zou kunnen leiden tot belangrijke inzichten in de menselijke natuur. Darwins evolutietheorie, die uitgaat van variatie, natuurlijke selectie en erfelijkheid als fundamentele concepten, beïnvloedt nog steeds het denken van moderne ontwikkelingsdeskundigen.

Welke aspecten in de ontwikkeling van een kind zijn belangrijk?

Hoe vormen nature and nurture samen de ontwikkeling van een kind?

Nature betreft de genen die we ontvangen van onze ouders, de aangeboren aspecten van een mens. Nurture betreft de omgeving waarin zowel fysieke als sociale aspecten de ontwikkeling beïnvloeden, de aangeleerde aspecten van een mens. Nature en nurture interacteren met elkaar. Zo blijkt dat het genoom (het totale set met erfelijke informatie) gedrag en ervaringen beïnvloedt, maar dat gedrag en ervaringen ook het genoom beïnvloeden. Deze ontdekking heeft gezorgd voor de opkomst van de epigenetica, de studie naar stabiele veranderingen in genexpressie die gemedieerd worden door de omgeving. Bewijs voor de blijvende epigenetische impact op ervaringen en gedragingen komt van onderzoek naar methylatie, een biochemisch proces dat gedrag beïnvloedt door genactiviteit en -expressie te onderdrukken. Er kan dus geconcludeerd worden dat bij de ontwikkeling zowel de genen als de omgeving van belang zijn.

Hoe vormt het actieve kind zelf zijn eigen ontwikkeling?

Het is bekend dat de actieve rol van een kind onderschat wordt. Hoe ouder het kind wordt, hoe actiever. Op jonge leeftijd bepalen de ouders wat het kind doet in het dagelijkse leven. Wanneer het kind ouder wordt, kiest hij zelf zijn bezigheden, vrienden en omgeving. We noemen dit idee het actieve kind.

Op welke manier is de ontwikkeling van een kind continu en op welke manier is de ontwikkeling discontinu?

Een continue ontwikkeling houdt in dat veranderingen met leeftijd gradueel en in kleine stappen ontstaan. Hierbij staat kwantiteit voorop. Een discontinue ontwikkeling houdt in dat veranderingen met leeftijd plotseling en met grote stappen ontstaan. Hierbij staat kwaliteit voorop. Volgens de stadiumtheorieën bestaat de ontwikkeling uit grote stappen die discontinu en leeftijdsgerelateerd zijn. Een van de bekendste stadiumtheorieën is Piagets cognitieve ontwikkelingstheorie, de ontwikkeling van denken en redeneren. Deze theorie stelt dat kinderen vier fases doorlopen van cognitieve groei, die gekarakteriseerd worden door verschillende intellectuele vaardigheden en manieren van de wereld begrijpen. Er zijn echter ook veel onderzoekers die pleiten voor een graduele ontwikkeling.

Het lijkt afhankelijk te zijn van hoe vaak en hoe lang observaties plaatsvinden of ontwikkeling fundamenteel continu of discontinu te noemen is. Het is dus afhankelijk van het perspectief dat je inneemt om veranderingen waar te nemen. Als je lang naar een kind kijkt, worden veranderingen vaak als continu ervaren. Maar als je om de zoveel tijd naar een kind kijkt, worden veranderingen vaak als discontinu ervaren.

Hoe verandert een kind?

Bij de ontwikkeling van concentratie spelen hersenactiviteit, genen en leerervaringen een rol. Concentratie is de vrijwillige controle over de emoties en gedachten. Problemen met concentratie zorgen voor allerlei gedragsproblemen.

Belangrijk voor concentratie zijn connecties tussen het limbische systeem, een deel van de hersenen dat een belangrijke rol speelt bij emotionele reacties, en de anterieure cingulate en de prefrontale cortex. Deze connecties ontwikkelen zich tijdens de kindertijd. Neurotransmitters zijn chemicaliën die betrokken zijn bij de communicatie tussen hersencellen. Specifieke genen beïnvloeden de productie van belangrijke neurotransmitters. Variaties in deze genen tussen kinderen zijn geassocieerd met variaties in ingespande aandacht. Deze genen worden ook beïnvloed door omgevingsfactoren.

Leerervaringen kunnen ook de connecties van het hersensysteem dat betrokken is bij ingespande aandacht veranderen. Oefening verbetert de vaardigheden. De ontwikkeling van de hippocampus is hierbij van invloed, dit is een hersenstructuur die belangrijk is voor leren en herinneren. Tijdens de slaap worden herinneringen opnieuw afgespeeld in de hippocampus bij oudere kinderen en volwassenen. Beschadigingen aan de hippocampus zorgen voor problemen met leren. Bij jongere kinderen is de cortex verantwoordelijk voor herinneringen.

Hoe beïnvloedt de sociaal-culturele context de ontwikkeling van een kind?

Sociaal-culturele context bevat de fysieke, sociale, culturele, economische en historische aspecten die de omgeving van een kind bepalen. Deze context is dus afhankelijk van de cultuur waarin je leeft, met wie je omgaat, in welke omgeving je leeft, en wat je socio-economische status (SES) is. SES is een meting gebaseerd op de sociale klasse waarin iemand leeft, met een bepaald inkomen en niveau van educatie. Een laag SES kan negatieve gevolgen hebben. Voorbeelden zijn leven in gevaarlijke wijken, slecht onderwijs, ondervoeding en uiteindelijk onderontwikkeling Deze negatieve gevolgen worden samen vaak het cumulatieve risico genoemd.

Hoe komt het dat kinderen van elkaar gaan verschillen?

Er zijn vier factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling, ook al kom je uit dezelfde familie:

  • Genetische verschillen.
  • Verschil in omgang met ouders en anderen.
  • Verschil in reactie op dezelfde ervaringen (subjectiviteit).
  • Verschil in de keuze van eigen omgeving of vrienden.

Hoe kan onderzoek het welzijn van een kind promoten/bevorderen?

Onderzoek heeft altijd praktische voordelen. Bijvoorbeeld wanneer een kind met slechte ogen wordt geboren, kan men meteen opereren zodat het kind er op latere leeftijd minder last van heeft. Ook kan onderzoek zorgen voor betere educatie, doordat beter begrepen wordt hoe kinderen redeneren, herinneren, concepten vormen en probleemoplossen.

Kunnen kinderen leren intelligenter te worden?

Mensen die denken dat intelligentie vergroot door leren, reageren op een andere manier op falen dan mensen die dat niet denken. Het blijkt zo te zijn dat zij minder snel opgeven. In een onderzoek werd kinderen informatie gegeven over het feit dat leren de hersenen verandert en zorgt dat leren verbetert en je slimmer maakt, deze kinderen presteerden beter dan kinderen die deze informatie niet hadden gekregen. Een andere manier is het verstrekken van informatie over falen van bekende mensen, zoals Einstein.

Welke methoden zijn er om de ontwikkeling van een kind te bestuderen?

Wat is de wetenschappelijke methode?

De wetenschappelijke methode is een benadering die gericht is op het testen van overtuigingen door middel van de volgende stappen: een vraag opstellen, een hypothese formuleren (testbare voorspellingen over de aanwezigheid of afwezigheid van fenomenen of relaties), de hypothese testen en uiteindelijk een conclusie vormen. Er zijn verscheidene meetinstrumenten beschikbaar om een hypothese te testen. Deze meetinstrumenten moeten betrouwbaar, valide en relevant zijn. Betrouwbaarheid verwijst naar de mate waarin onafhankelijke metingen consistent zijn. Er bestaan twee soorten betrouwbaarheid, namelijk interbeoordelaars-betrouwbaarheid, de optimale overeenkomsten tussen de resultaten van verschillende beoordelaars en test-hertest betrouwbaarheid, de mate waarin er gelijkenissen voorkomen in het gedrag van een kind in verschillende situaties. Validiteit verwijst naar de mate waarin een test meet wat het beoogt te meten. Er bestaan twee soorten validiteit, namelijk interne validiteit, de mate waarin effecten die gemeten zijn door onderzoekers veroorzaakt zijn door de variabelen die de onderzoeker heeft gemanipuleerd, en externe validiteit, de mate waarin resultaten kunnen worden gegeneraliseerd.

Op welke manieren wordt data over kinderen verzameld?

De eerste manier om data over kinderen te verzamelen, is door middel van interviews. Deze kunnen onderverdeeld worden in structurele interviews, onderzoek waarin alle deelnemers dezelfde vragen worden gesteld, vaak met behulp van vragenlijsten, en klinische interviews, onderzoek waarin de vragen aangepast zijn aan de antwoorden van de deelnemer. De tweede manier om data te verzamelen is door middel van observaties. Deze kunnen onderverdeeld worden in natuurlijke observaties, observatie gebaseerd op gedrag van een kind in zijn natuurlijke omgeving, die niet gemanipuleerd is door de onderzoeker, en gestructureerde observaties, observatie gebaseerd op gedrag van een kind in een gemanipuleerd omgeving, die voor elk kind hetzelfde is gemaakt.

Wat is het verschil tussen correlatie en causaliteit?

Er zijn ook twee soorten ontwerpen in een onderzoek: correlationeel onderzoek en experimenteel onderzoek. Correlationeel onderzoek is bedoeld om te kijken in welke mate bepaalde variabelen aan elkaar gerelateerd zijn. Een correlatie is de associatie tussen twee variabelen. Variabelen zijn kenmerken die variëren tussen personen en situaties. Een correlatiecoëfficiënt laat de mate en richting (positief of negatief) van de correlatie zien.

Dit ontwerp heeft zo zijn voordelen, het is de enige manier om verschillende groepen tegelijk te meten en je kunt de relaties tussen verschillende variabelen bepalen. Er zitten echter ook enkele nadelen aan deze methode: het richting-van-causaliteitsprobleem en het derde-variabeleprobleem. Het richting-van-causaliteitsprobleem is het concept dat een correlatie tussen twee variabelen geen indicatie geeft welke variabele de oorzaak is van de andere. Het derde-variabeleprobleem is het concept dat een correlatie tussen twee variabelen kan komen door de invloed van een derde variabele.

Experimenteel onderzoek is bedoeld om bepaalde effecten en oorzaken te meten. Er zijn twee technieken die belangrijk zijn voor een experimenteel onderzoek: willekeurige (random) verdeling van deelnemers, waarbij elk kind gelijke kans heeft om te worden ingedeeld in elke groep en experimentele controle, waarbij de mogelijkheid bestaat om te bepalen welke stimuli het kind ervaart tijdens het onderzoek. Voor experimentele controle is er een experimentele groep en een controlegroep nodig. De experimentele groep wordt wel blootgesteld aan de onafhankelijke variabele, terwijl de controlegroep dat niet wordt. De afhankelijke variabele is het gedrag dat wordt vertoond door beide groepen, de vergelijking tussen het gedrag van de twee groepen wordt gebruikt om te kijken of het gedrag wordt veroorzaakt door de onafhankelijke variabele, de ervaring die participanten in de experimentele groep wel ontvangen en in de controlegroep niet. Dit ontwerp heeft ook zo zijn voordelen, het maakt het mogelijk om causale relaties te onderzoeken, omdat dit ontwerp geen richting-van-causaliteitsprobleem en geen derde-variabeleprobleem heeft. Dit ontwerp heeft dan wel weer andere nadelen, het hebben van experimentele controle kan leiden tot artificiële experimentele situaties. Daarnaast kunnen er niet veel verschillende variabelen gebruikt worden om te bestuderen.

Welke research designs zijn er om de ontwikkeling van kinderen te meten?

Er zijn drie soorten onderzoeksontwerpen om de ontwikkeling van een kind over tijd te meten: cross-sectioneel onderzoek, longitudinaal onderzoek en microgenetisch onderzoek. Cross-sectioneel onderzoek is een methode die zich richt op het gedrag van kinderen van verschillende leeftijden over een korte periode, deze gedragingen worden vervolgens met elkaar vergeleken. Een voordeel van deze methode is dat de data erg bruikbaar zijn om verschillen te ontdekken tussen verschillende leeftijdsgroepen. Echter kleven er ook nadelen aan de methode: de informatie over de verschillen tussen leeftijdsgroepen die wordt verkregen is misschien niet stabiel over tijd. Ook zegt de verkregen informatie niet veel over de patronen van veranderingen over langere periode.

Longitudinaal onderzoek is een methode die zich richt op het gedrag van kinderen van dezelfde leeftijd over een langere periode, waarin metingen worden herhaald. Een voordeel van deze methode is dat de mate van stabiliteit over langere periode bepaald kan worden. Ook zegt de verkregen informatie iets over de patronen van veranderingen over langere tijd. Deze methode heeft echter ook nadelen: er vallen vaak veel deelnemers uit (‘drop-outs’), om verschillende redenen. Ook kunnen herhaalde metingen de externe validiteit van het onderzoek aantasten.

Microgenetisch onderzoek is een methode die zich richt op het gedrag van kinderen dat intensief wordt geobserveerd over een korte periode, terwijl er veranderingen plaatsvinden. Voordelen van deze methode is dat door intensieve observatie bepaalde processen van veranderingen kunnen worden onthuld. Ook kunnen deze individuele patronen van veranderingen in korte periodes in detail geobserveerd en onderzocht worden. Deze methode heeft echter ook nadelen: het geeft geen informatie over patronen van veranderingen over een langere periode en daarom geeft het ook geen individuele patronen van veranderingen weer. Een microgenetisch onderzoek is gebruikt om de counting-on strategie bij kinderen te onderzoeken. Deze strategie is het optellen vanaf het grootste getal. Uit het onderzoek bleek dat de generalisatie van een nieuwe strategie langzaam gebeurt.

Welke ethische kwesties zijn er?

Er zijn voor elk onderzoek met mensen bepaalde ethische kwesties waaraan onderzoekers moeten voldoen. Op deze manier worden potentiële risico’s geminimaliseerd en wordt ervoor gezorgd dat de voordelen van het onderzoek voor de proefpersonen zwaarder wegen dan de nadelen.

  • Men moet er zeker van zijn dat het onderzoek geen fysieke of psychologische schade aanricht.
  • Het informed consent moet worden ingevuld door de deelnemer van het onderzoek. Als de deelnemer minderjarig is, moet een van de ouders tekenen.
  • De anonimiteit van de deelnemer wordt gewaarborgd.
  • Bespreek bepaalde informatie die belangrijk kan zijn voor het welzijn van de deelnemer met ouders of verzorgers, als deze deelnemer minderjarig is.
  • Voorkom negatieve gevolgen die kunnen ontstaan in het onderzoek. Als deze wel voorkomen, dan moet men de procedure op zo’n manier veranderen dat deze negatieve gevolgen verdwijnen.
  • Informeer de deelnemer wat de resultaten zijn van het onderzoek op zo’n manier dat de deelnemer dit begrijpt.

De onderzoeker, die het meeste weet over het onderzoek en in staat is om potentiële problemen te voorkomen/verbeteren, is verantwoordelijk voor het behalen van zo hoog mogelijke ethische standaarden.

Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten