Economie is keuzes maken in schaarste - Chapter 1

De term ‘economie’

Behoeften en middelen vormen de kern van de economie. Doordat er minder middelen zijn dan we willen, bestaat er schaarste. Daarom zijn we gedwongen om keuzes te maken. Economie is dus de wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen, bedrijven en de maatschappij moeten maken in schaarste.

Economisch denken

Er zijn een aantal factoren die een rol spelen in economisch denken, namelijk: schaarste en keuze, doelbewust gedrag en marginalisme. Omdat economische middelen zoals geld en grondstoffen schaars zijn, worden mensen gedwongen tot het maken van keuzes. Mensen en instituties vergelijken daarom de marginale (extra) kosten van een goed of dienst met het marginale (extra) voordeel. De kosten die iemand heeft moet maken om een goed of dienst te bemachtigen, maar die ook anders besteed hadden kunnen worden, heten opportunity costs.

Economie gaat er van uit dat mensen keuzes maken, gebaseerd op die kosten- en batenanalyse. Ze gedragen zich dus doelbewust. Dat betekent puur dat mensen een keuze maken gebaseerd op een bepaald doel in hun hoofd, namelijk om zichzelf maximaal te bevredigen. Het betekent niet dat ze nooit fouten maken, of dat ze alleen rationeel denken en nooit worden beïnvloed door emoties.

Marginaal betekent ‘extra’, dus wat er verandert bij een toegevoegde eenheid. Bij het maken van een kosten- en batenanalyse wegen mensen af hoe de marginale kosten zich verhouden tot het marginale voordeel. Dit heet een marginale analyse. Als een consument op zoek is naar een verlovingsring, en de keuze is tussen een ring met een grote, en een ring met een kleinere diamant, dan zal hij de marginale kosten en baten afwegen. De marginale kosten voor de grotere diamant zijn hoeveel euro’s het meer kost dan de kleinere diamant. Het marginale voordeel van de grotere diamant is dat hij langer mee gaat. Weegt dit marginale voordeel zwaarder dan de marginale kosten, dan is het een economisch rationele keuze voor de consument om de grotere diamant te kopen.

Economische principes en modellen

Economie volgt net als andere sociale wetenschappen, de wetenschappelijke methode: hypothese opstellen, testen en accepteren of verwerpen. Een hypothese die goed getest is, wordt een theorie, een hypothese of theorie die heel vaak en goed getest is wordt een wet of principe. Wetten en principes worden gecombineerd in modellen.

Een economoon ontwikkelt theorieën over gedrag van mensen en instituties die verwikkeld zijn in de productie, uitwisseling en consumptie van goederen en services. Economische principes kunnen idealiter economische gevolgen voor bepaald gedrag voorspellen. Ze zijn generalisaties, er wordt dus vanuit gegaan dat het voor alle mensen geldt. Het principe dat mensen meer kopen als de prijzen dalen geldt natuurlijk niet voor alle individuen, maar het principe gaat daar wel van uit. Daarnaast zit achter elk principe een vooronderstelling dat alle andere factoren gelijk blijven. Dit heet de other-things-equal assumption. Bij een principe over verkoop van frisdranken wordt bijvoorbeeld alleen bekeken wat de invloed van de prijsverandering is ten opzichte van het aantal verkochte blikjes, gegeven dat alle andere factoren die van invloed kunnen zijn op het aantal verkochte blikjes, gelijk blijven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de smaak van consumenten.

Micro- en Macro-economie

Deze economische principes worden ontwikkeld op twee niveaus: micro en macro niveau. Micro-economie houdt zich bezig met keuzes die individuele consumenten, gezinnen en bedrijven maken. Marcro-economie houdt zich bezig met het grote plaatje van de economie: de overheid, de huishoudens en de bedrijvensector. Het gaat ook over consumenten, maar dan eerder over alle consumenten uit een land, dus de consumenten als geheel, dan over elk van deze individuen (die zijn onderwerp van studie voor de micro-economie).

Individuele keuzes

Iedereen heeft beperkte middelen, zoals een beperkt inkomen. Dat betekent dat er geen oneindige hoeveelheid is van bijvoorbeeld salarissen, aandelen, rente of winst. Dit is tegenstrijdig met onze eigen behoeften, die vaak juist grenzeloos zijn en variëren van noodzakelijkheden tot luxegoederen. Zelfs de rijkste mensen die alles voor zichzelf kunnen kopen, zoals Bill Gates, hebben nog behoeften die niet haalbaar zijn, zoals betere medische zorg voor armen.

Dit hierboven genoemde economische problemen van individuen, die keuzes moeten maken met hun beperkte inkomen, wordt grafisch inzichtelijk gemaakt in de Budget Line van de consument. (Zie de grafiek op bladzijde 11). De lijn in deze grafiek laat verschillende combinaties zien van twee producten die een consument kan kopen met een bepaald bedrag. Met een bedrag van 120 dollar kun de consument zes dvd’s van 20 dollar kopen, 12 boeken van 10 dollar, of een combinatie van de twee. Om 1 boek te kopen, moet de consument 0.5 dvd opofferen. Dat zijn dus zijn opportunity costs. De opportunity costs van 1 dvd, is 2 boeken. Deze aantallen kunnen ook worden weergegeven in een tabel (zie de tabel op bladzijde 11). Alle combinaties die de consument voor precies 120 dollar kan kopen worden weergegeven door de lijn in de grafiek. Het deel er binnen is attainable. Dat zijn dus combinaties van dvd’s en boeken die de consument kan kopen zonder het hele bedrag op te maken. Het deel er buiten is unattainable. Dat zijn combinaties van boeken en dvd’s die de consument niet kan kopen van 120 dollar. Mocht het inkomen stijgen, dan zal de lijn verschuiven naar rechts. Als het inkomen daalt, verschuift de lijn naar links. In de grafiek wordt duidelijk dat de consument met een beperkt inkomen keuzes moet maken.

Keuzes van de maatschappij

Ook de maatschappij komt voor keuzes te staan. Moet er meer geld gestoken worden in onderwijs of in criminaliteitsbestrijding? Voortdurend is er die keuze: wat kan er gedaan worden met beperkte middelen. Economische middelen zijn alles wat nodig is om goederen en diensten te produceren. Dus niet alleen grondstoffen, maar ook gereedschap, transport en arbeid. Ze worden vaak verdeeld in drie groepen: land (natuurlijke grondstoffen), arbeid (mensen die werken), kapitaal (indirect nodig voor productie zoals gereedschap en machines) en entrepreneurial ability (menselijke invloed dat middelen kan veranderen in een product of service. Dus ook innoveren en strategische keuzes maken).

Productiemogelijkheden Model

In dit model wordt inzichtelijk gemaakt welke combinaties van twee producten geproduceerd kunnen worden met een bepaalde hoeveelheid middelen. (zie bladzijde 15). Hierbij wordt er van uit gegaan dat er volle werkbezetting is. Het gaat ook altijd over food products of manufacturing equipment. Die staan symbool voor consumentengoederen (producten die meteen gebruikt kunnen worden door consumenten) en kapitaalgoederen (goederen die gebruikt worden in productie van andere goederen).

Bij A zou deze economie alle middelen inzetten om manufacturing equipment te maken, en op punt A zou deze economie alle middelen inzetten om food products te maken. Op de andere punten zou de economie al zijn middelen inzetten om een combinatie van deze twee goederen produceren. Het is verleidelijk om alleen maar food products te produceren, om de consumenten te voorzien in hun behoeften. Maar om ook op de lange termijn goed te kunnen produceren, moet er ook manufacturing equipment worden geproduceerd. Ook de maatschappij staat dus voortdurend voor de keuze. Meer van het een, betekent altijd minder van het andere. Wat betreft de attainable en unattainable combinaties in dit model geldt hetzelfde als voor de Budget line van de consument.

De wet van oplopende opportunity costs

Hoe meer van een product wordt geproduceerd door de maatschappij, hoe groter de opportunity costs worden. Dat is te zien in de productie mogelijkheden curve. Van A naar B kost het 1 manufacturing equipment om 1 meer food product te maken. Maar van B naar C kost het 2 manufacturing equipment om 1 extra food product te maken. En van D naar E kost het wel 4 manufacturing equipment. Deze wet kun is te zien in de vorm van de curve, het is namelijk geen rechte lijn. Dat komt omdat middelen niet volledig buigbaar zijn: dat wil zeggen, sommige middelen kunnen niet makkelijk voor verschillende doelen gebruikt worden. Een stuk land is bijvoorbeeld goed om tomaten op te verbouwen, maar als er dan meer vraag komt naar tomaten, moeten er ook minder geschikte stukken grond voor de productie van tomaten gebruikt worden. Dat extra land dat nu gebruikt wordt, was eigenlijk geschikter om iets anders voort te brengen dan tomaten. Daarom wordt het opgeofferde alternatief, de opportunity costs, steeds hoger.

Optimaal gebruik van middelen

Wat is de optimale combinatie van middelen toegewezen aan food products en manufacturing equipment om maximale bevrediging te bereiken? Dit optimale punt ligt waar de marginale kosten en de marginale voordelen precies gelijk zijn. Dit punt is te zien in het kruispunt van de grafiek (zie bladzijde 18), op 200.000 food products. Als er 100.000 geproduceerd worden, overstijgen de Marginale voordelen voor één extra food product de Marginale kosten, en als er 300.000 geproduceerd worden overstijgen de Marginale kosten van één extra food product de marginale voordelen.

Werkloosheid in de grafiek

In de vorige grafieken werd er van uit gegaan dat alle beschikbare middelen volledig gebruikt worden: dus dat alle mensen die kunnen werken, aan het werk zijn. Maar met werkloosheid is dat niet het geval. Dat kan in de grafiek op bladzijde 19 inzichtelijk gemaakt worden. Punt U is een punt waar een maatschappij zich kan bevinden als er werkloosheid is. De pijlen geven de manieren aan om terug te keren naar een situatie zonder werkloosheid. Dan opereert de maatschappij weer op het niveau van de curve. Op punt U produceert het dus minder producten dan het zou kunnen, met volle werkkracht, op de curve.

De middelen die beschikbaar zijn kunnen ook veranderen over tijd, bijvoorbeeld als er nieuwe natuurlijke bronnen gevonden worden. Het resultaat is dat er dan ook meer consumer goods en capital goods geproduceerd kunnen worden. Deze situatie kan in een productie mogelijkheden curve gezien worden doordat de curve dan verplaatst. Als er meer middelen beschikbaar zijn, kan er meer geproduceerd worden en schuift de curve naar rechts. Bij minder middelen schuift hij naar links. Deze verschuiving vindt ook plaats bij technologische innovaties. Economische groei kan dus resulteren uit een toename in beschikbare middelen, een verbetering van die middelen en technologische vooruitgang.

Produceren voor de toekomst

Er zijn goederen die in de toekomst handig zijn, zoals capital goods, onderzoek en onderwijs, en er zijn goederen die vooral nu handig zijn, zoals consumer goods als kleding. Als een economie kiest voor meer focus op goederen voor de toekomst, zal in de toekomst de economische groei waarschijnlijk groter zijn dan bij de economie die kiest voor focus op goederen die nu meteen voordeel hebben.

Stampvragen

  1. Wanneer ontstaat schaarste?

  2. Wat zijn opportunity costs ?

  3. Wat zijn drie mogelijke resultaten van economische groei?

  4. In welke groepen kunnen economische middelen worden verdeeld?

  5. Wat wordt verstaan onder entrepreneurial ability?

  6. Waar houdt de macro-economie zich mee bezig?

  7. Waar houdt de micro-economie zich mee bezig?

  8. Waar bestaat de kern van de economie uit?

  9. Wat is het verschil tussen een hypothese en een theorie?

»
»
Voor toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Voor volledige toegang tot deze pagina kan je inloggen

 

Inloggen (als je al bij JoHo bent aangesloten)

   Aansluiten   (voor online toegang tot alle webpagina's)

 

Hoe het werkt

 

Aanmelden bij JoHo

 

 

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten