Hoe vind je een oplossing voor een probleem?

Wat zijn algemene methoden voor het oplossen van een probleem

  • Mensen lossen vaak problemen op. In al deze gevallen hebben mensen een bepaald doel en proberen ze uit te vinden hoe ze dat doel kunnen bereiken. Onderzoekers vergelijken probleemoplossen soms met een zoektocht, waarbij je begint met een oorspronkelijke staat (de kennis en bronnen die je aan het begin hebt) . Om je doel te bereiken kun je gebruik maken van operators, handelingen die de staat waarin je bent veranderen. Er zijn ook bepaalde beperkingen (path constraints), zoals een gebrek aan tijd en geld, die sommige oplossingen uitsluiten. De combinatie van alle staten die bereikt kunnen worden tijdens het oplossen, wordt de probleemruimte genoemd. Als je het zo beschrijft lijkt het wellicht alsof je eerst langs alle opties moet gaan om te beslissen welke keuze het beste is, dit is echter niet efficiënt. In plaats daarvan maken mensen gebruik van heuristieken.
  • Heuristiek is een soort regel of een soort strategie die je kan gebruiken om een oplossing voor een probleem vinden. Een heuristiek die altijd werkt noemen ze een  een algoritme.

Welke algemene regels voor een oplossing van een probleem?

  • Wat voor soort heuristieken gebruiken mensen in dit geval? Een mogelijkheid is de bergbeklimmersheuristiek. Deze strategie kan behulpzaam zijn, maar het is niet zo dat mensen altijd alleen maar ‘vooruit’ gaan om hun doel te bereiken, soms moeten ze een stapje terug doen. Toch is dit wel een veel gebruikte strategie. Gelukkig hebben mensen ook andere heuristieken tot hun beschikking, zoals doel-middelen analyse (means-end analysis). Bij deze strategie breken mensen het probleem vaak op in subproblemen, met elk hun eigen doel, waardoor ze het probleem eenvoudiger kunnen oplossen.

Hoe gebruik je plaatjes en beelden voor probleemoplossing?

  • Mensen hebben ook andere hulpmiddelen in hun mentale gereedschapskist. Zo is het soms handig om een probleem concreet te maken door een mentale afbeelding of een plaatje te gebruiken. Wanneer het probleem te maken heeft met beweging, is het vaak makkelijker om mentale afbeeldingen te gebruiken in plaats van een plaatje. Soms is het echter handiger om een plaatje te gebruiken, bijvoorbeeld als het gaat om zeer gedetailleerde vormen.

Hoe gebruik je ervaring voor een oplossing van een probleem?

  • Tot nu toe hebben we vooral strategieën gezien, die iedereen kan gebruiken bij het oplossen van problemen. Waar komen dan precies die verschillen tussen mensen vandaan? Soms kan een probleem je herinneren aan een probleem dat je eerder hebt opgelost en kun je gebruik maken van deze analogie om je huidige probleem op te lossen. Hoewel het gebruik van analogieën overduidelijk voordeel heeft, slagen mensen er vaak niet in om ze te gebruiken, tenzij ze heel duidelijk geïnstrueerd worden. Het is hierbij van belang dat mensen nadenken over de diepere structuur van de problemen en niet alleen de oppervlakkige eigenschappen. Het lijkt inderdaad zo te zijn dat mensen beter zijn in problemen oplossen, wanneer ze gewezen worden op de diepere structuur.

Hoe lossen experts een probleem op?

Experts lijken vaak problemen aan te pakken door te kijken naar de diepe structuur. Ook gebruiken ze hiervoor vaker analogieën. Hiervoor is wel specifieke expertise in een relevant domein nodig. Ook zijn experts goed in het gebruik van subdoelen om een probleem op te lossen en zijn ze goed in het organiseren van relevante informatie en kennis, waardoor ze meer kunnen onthouden. Zo richten ze hun aandacht op de relaties tussen bepaalde eenheden, waardoor ze een idee hebben van de brede strategieën en zich niet te veel bezig houden met irrelevante details. Ook weten experts simpelweg meer over het relevante domein.

Hoe definieer je een probleem?

  • Voor sommige problemen zijn de originele staat, operators en het doel duidelijk vanaf het begin. Andere problemen zijn niet duidelijk gedefinieerd. Een mogelijke manier om hier mee om te gaan is het gebruik van subdoelen. Een andere mogelijkheid is het toevoegen van structuur. Soms kun je echter op meerdere manieren een probleem begrijpen en blijf je vastzitten in een bepaalde manier van denken, wat functional fixedness wordt genoemd. Deze rigiditeit wordt door sommigen ook wel de probleemoplossingsset genoemd, of einstellung. Een klassieke demonstratie hiervan komt naar voren in het water-kan probleem.

Hoe gebruik je creativiteit bij het oplossen van een probleem?

  • Om creativiteit te onderzoeken hebben wetenschappers regelmatig gekeken naar beroemde personen die deze’ eigenschap’ leken te bezitten. Er zijn bepaalde voorwaarden voor creativiteit. Zo spelen er persoonlijke factoren mee, maar zijn ook omgevingsfactoren van belang. De gebruikte case studies wijzen er ook op dat het functioneel is om gebruik te maken van een sociaal-culturele benadering van creativiteit.
  • Volgens sommige wetenschappers maakt creativiteit gebruik van vier fases: voorbereiding, incubatie, illuminatie en verificatie. Andere onderzoekers zijn het daar niet mee eens en ook verschillende studies laten zien dat deze processen onwaarschijnlijk zijn. Zo wordt incubatie soms genoemd als een vorm van onbewust probleemoplossen, maar het kan eigenlijk op een makkelijkere manier worden begrepen. Vaak zijn mensen dan even uitgerust van vermoeidheid of gaan ze weer verder na een pauze terwijl ze eerst vastliepen. Ook is er meestal geen sprake van een ‘aha’ moment (illuminatie), dit wijst er slechts op dat mensen een nieuwe strategie hebben gevonden om het probleem mogelijk te kunnen oplossen.
  • Verschillende onderzoekers die gebruik maken van deze data stellen dan ook dat creativiteit simpelweg het product is van verschillende eenvoudige elementen, die samen tot iets uitzonderlijks leiden als ze op de juiste manier gecombineerd worden. Voorbeelden hiervan zijn bepaalde cognitieve processen, emotionele, persoonlijke en situationele factoren.

Hoe gebruik je intelligentie bij het oplossen van een probleem?

  • Er bestaat veel controversie met betrekking tot intelligentieonderzoek. Veelgebruikte onderzoeksmethoden, lijken echter wel een betrouwbare en valide meting te zijn. De validiteit wordt beoordeeld door het IQ te correleren met bepaalde prestaties op taken die intelligentie lijken te vereisen. Ook kan gekeken worden hoe goed je met IQ prestaties kunt voorspellen, wat predictieve validiteit wordt genoemd. De gevonden correlaties zijn niet perfect, dus geen 1.00, wat wil zeggen dat prestatie nooit door intelligentie alleen wordt bepaald.

Algemene vs. Specifieke intelligentie

  • Veel intelligentietesten bestaan uit verschillende subtesten en mensen die een subtest goed maken doen het meestal ook goed op andere subtesten. Deze data wijst erop dat er ‘algemene intelligentie’, of g bestaat. Er zijn echter ook meer specifieke vormen van intelligentie te onderscheiden, waar ook rekening mee moet worden gehouden wanneer intelligentie wordt beoordeeld. Het patroon van iemands sterke en zwakke punten kan bijvoorbeeld worden weergegeven in hiërarchische modellen van intelligentie. Ook moet er onderscheid gemaakt worden tussen vloeiende (omgaan met nieuwe en ongebruikelijke problemen) en gekristalliseerde intelligentie (vaardigheden en kennis). Algemene intelligentie kan ook worden verbonden aan het idee van executieve controle, een idee dat goed past bij de pariëtale-frontale integratietheorie.

Meerdere vormen van intelligentie

  • Intelligentie is ook afhankelijk van iemands motivatie en attitude. Daarom is het belangrijk om intelligentie op meerdere manieren en verschillende momenten te meten. Daarnaast moet er onderscheid gemaakt worden tussen iemands mentale capaciteiten en intelligentie. Er kunnen ook andere vormen van intelligentie zijn, zoals praktische intelligentie. Over de theorie van multipele intelligenties bestaat controversie.

Genen vs. omgeving

  • Zowel genen als omgeving, of eigenlijk een interactie hiertussen, hebben (heeft) invloed op intelligentie. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het flynn effect. We kunnen zeggen dat de genen bepalen welke potentie iemand heeft en dat de omgeving ervoor zorgt in welke mate iemand deze potentie bereikt.

Groepsmetingen van intelligentie

  • Er is onenigheid over verschillen tussen groepen qua intelligentie. Er lijken geen sekseverschillen te zijn, al zijn de scores van mannen meer variabel. Veel van de gevonden verschillen worden echter veroorzaakt door stereotype threat. Dit kan ook het verschil in scores tussen etnische groepen verklaren.

 

Bronnen en verder lezen

 

 

Gerelateerde pagina's

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten