Statistiek & Methoden: studie en kennis

 

Statistiek en methoden toepassen in binnen- en buitenland: van studie, stage tot promotie

 

Meetniveau - Methoden en Technieken - Nulniveau - Statistisch onderzoek - Variabelen

JoHo: crossroads uit bundel

  Themapagina

Wat is statistiek, en wat zijn methoden?

Wat is statistiek, en wat zijn methoden?

 

Wat is statistiek?

  • Statistiek is de wetenschap van kennis opdoen op basis van data. Data zijn numerieke (of kwalitatieve) beschrijvingen en gegevens van objecten om te bestuderen (Moore & McCabe)

Wat zijn methoden?

  • Om verschijnselen in de sociale werkelijkheid op een systematische manier te ordenen, maakt men gebruik van methoden. Technieken zijn over het algemeen een klein onderdeel van een methode, bijvoorbeeld een steekproeftechniek die wordt gebruikt om een enquête te maken.
  • Bij kwantitatief onderzoek worden theorieën getoetst aan de hand van (grote hoeveelheden) data, bij kwalitatief onderzoek ligt de focus meer op de kwaliteit en diepgang van het onderzoek, en kunnen er nieuwe theorieën voortvloeien uit het onderzoek. (Bryman)

Waar kun je statistiek voor gebruiken?

  • Statistiek wordt gebruikt voor allerlei zaken, voor particulier gebruik in je dagelijks leven tot aan internationale verdragen en afspraken. Denk bijvoorbeeld aan je "huishoudboekje" om je in- en uitgaven bij te houden, cijfers die een wetenschappelijke hypothese kunnen bevestigen of ontkrachten, bedrijfsgegevens die inzicht bieden in de kosten en baten van je bedrijf of aan internationale statistieken die bepalend zijn voor beleidsstrategieëen van de Verenigde Naties.
  • Bij Statistiek gaat het niet alleen om het verzamelen van de gegevens, maar ook om de interpretatie ervan; in welke context kun je de verzamelde gegevens plaatsen en in welke context zijn ze verzameld?
  • In Nederland verzamelt het Centraal Bureau voor de Statistiek allerlei gegevens over de Nederlandse bevolking, zoals gegevens over demografie, economie, werkloosheid, consumentenvertrouwen, inflatie, criminaliteit en gezondheid.
  • Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft als taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving. Naast de verantwoordelijkheid voor de nationale (officiële) statistieken is het CBS ook belast met de productie van Europese (communautaire) statistieken.
  • De informatie die het CBS publiceert, omvat vele maatschappelijke aspecten, van macro-economische indicatoren als economische groei en consumentenprijzen, tot de inkomenssituatie van personen en huishoudens. Het onderzoeksprogramma (meerjarenprogramma en werkprogramma) van het CBS wordt vastgesteld door de Centrale Commissie voor de Statistiek (CCS). Dit is een onafhankelijke commissie die waakt over de onafhankelijkheid, onpartijdigheid, relevantie, kwaliteit en continuïteit van het statistische programma. De DG is onafhankelijk als het gaat om de keuze van onderzoeksmethoden en de beslissing om uitkomsten te publiceren.
Wat is onderzoek doen, en wat is onderzoeken?

Wat is onderzoek doen, en wat is onderzoeken?

Wat is onderzoek?

  • Je kunt onderzoek beschouwen als een onderzoeksreis. Deze reis bestaat uit drie fases: ontwerp, uitvoering en evaluatie. Deze fasen zijn onderling afhankelijk; ze staan niet los van elkaar. Je kunt dus altijd kritisch naar je eigen werk kijken; tijdens het ontwerp en de uitvoering van je onderzoek evalueer je je eigen werk en ga je eventueel een stap terug als dat nodig is.
  • Onderzoeken leer je door het te doen. Je kunt in een boek informatie opdoen over de verschillende fasen van een onderzoek, maar in de praktijk zul je deze vaardigheden en kennis moeten leren combineren en toepassen.

Wat is fundamenteel onderzoek en wat is praktijkgericht onderzoek?

  • Niet iedereen die iets onderzoekt is een echte onderzoeker. Onderzoekers onderscheiden zich op basis van drie kenmerken van niet-onderzoekers: kennis, houding en vaardigheid. Onderzoekers hebben kennis van onderzoeksmethoden, en kennis van het onderwerp dat ze onderzoeken. Een onderzoeker moet een onafhankelijke houding hebben; een onderzoeker laat zich niet onterecht beïnvloeden door anderen, bijvoorbeeld uit gemakzucht, vanwege loyaliteit of zelfs door omkoping. Onderzoekers ontwikkelen vaardigheid in het doen van onderzoek door ervaring. Ook hiermee onderscheiden zij zich van niet-onderzoekers.
  • Er zijn twee typen onderzoek: fundamenteel onderzoek en praktijkgericht onderzoek. In fundamenteel onderzoek wordt een vraag over een wetenschappelijke theorie beantwoord. Praktijkgericht onderzoek beantwoordt een vraag uit de maatschappij; de dagelijkse praktijk. Daarmee is fundamenteel onderzoek vaker wetenschappelijk relevant, en praktijkgericht onderzoek vaker maatschappelijk relevant. Natuurlijk zijn er ook onderzoeksvragen denkbaar die zowel wetenschappelijk als maatschappelijk relevant zijn.
  • Een ander onderscheid dat gemaakt wordt is tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek wordt onderzoek uitgevoerd in het veld; het gaat dan vooral om de betekenis die personen aan bepaalde situaties geven. Er wordt niet of nauwelijks met kwantitatieve (cijfermatige) gegevens gewerkt. Bij kwantitatief onderzoek wordt gebruik gemaakt van cijfermatige gegevens over personen, objecten en organisaties. Deze numerieke gegevens kunnen dan gebruikt worden in statistische analyses, waarmee betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan over het geheel. Kwantitatieve methoden worden vaak geprefereerd, uitgaande van het principe ‘meten is weten’. Onderzoekers die gebruik maken van kwalitatieve methoden zijn echter van mening dat cijfers niet voldoende diepgang bieden, en de betekenis die mensen aan bepaalde zaken geven daarmee verloren gaat. Daarom is er ook vaak sprake van een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden. Dit wordt ook wel triangulatie genoemd.

Wat zijn stromingen van onderzoek?

  • Er zijn verschillende stromingen van onderzoek. Hier worden de drie bekendste besproken:
  1. Empirisch-analytisch onderzoek: Objectief onderzoek dat uitgaat van een beheerste onderzoekssituatie. Het onderzoek moet herhaalbaar en controleerbaar zijn. Kwantitatieve onderzoeksmethoden, zoals het experiment en survey onderzoek zijn methoden die binnen deze stroming passen. Fundamenteel onderzoek wordt meestal op deze manier verricht.

  2. Interpretatief onderzoek: Onderzoek waarbij de nadruk ligt op de interpretatie van gegevens. De ervaringen en opvattingen van personen staan centraal in het onderzoek. Kwalitatieve onderzoeksmethoden, zoals het interview en (participerende) observatie zijn methoden die binnen deze stroming passen. Praktijkgericht onderzoek wordt meestal op deze manier verricht.

  3. Kritisch-emancipatorisch onderzoek: Deze onderzoeksstroming is niet uitgesproken kwalitatief of kwantitatief. Het uitgangspunt is betrokkenheid bij de samenleving. Door kritisch naar de eigen onderzoeksresultaten en naar de maatschappij te kijken wordt geprobeerd veranderingsprocessen in gang te zetten. Onderzoekers in deze stroming willen bijdragen aan de emancipatie van bepaalde groepen.

Wat zijn de kwaliteitscriteria van onderzoek?

  • Er zijn een aantal kwaliteitscriteria die een rol spelen bij het doen van onderzoek. Deze regels navolgen draagt bij aan je wetenschappelijke houding. Belangrijke criteria zijn:
    • Onafhankelijkheid. Onderzoek moet onafhankelijk zijn; niet beïnvloed door de betrokkenen of door je eigen voorkeuren. Daarom wordt vaak gesteld dat onderzoek intersubjectief moet zijn: onderzoekers zijn het met elkaar eens over de resultaten. Onderzoek moet dus herhaalbaar zijn, en leiden tot overeenstemming tussen onderzoekers over de resultaten.
    • Toetsbaarheid. Uitspraken over zaken moeten toetsbaar zijn. In andere woorden, onderzoek moet weerlegbaar zijn: een hypothese moet door onderzoek weerlegd, of juist bevestigd, kunnen worden.
    • Generaliseerbaarheid. Onderzoek probeert met de resultaten uitspraken te doen over een zo groot mogelijke groep personen of objecten. Door middel van een steekproef of een experiment wordt een deel van de werkelijkheid geanalyseerd, met als doel deze resultaten te generaliseren naar de grotere populatie. Daarmee is de informativiteit van je onderzoek groot. Om te kunnen generaliseren moet je onderwerp wel nauwkeurig geformuleerd worden: daarom moet je je onderwerp goed afbakenen naar tijd, ruimte, definitie en perspectief.
  • Daarnaast moet onderzoek efficiënt uitgevoerd worden en bruikbaar zijn.

Bronnen

Wat is SPSS Statistics?

Wat is SPSS Statistics?

  • SPSS is een statistisch computerprogramma dat door wetenschappers wordt gebruikt om gegevens te verzamelen, analyseren en te bewerken. Het wordt voornamelijk gebruikt om onderzoeksresultaten te onderzoeken.
  • De afkorting SPSS staat voor Statistical Package for the Social Sciences. Het programma wordt dus met name in de sociale wetenschap gebruikt.

Drie belangrijke situaties waarin je SPSS kunt gebruiken:

  • Het controleren van de betrouwbaarheid van een steekproef. Wanneer je in Nederland een onderzoek wil doen is het natuurlijk niet haalbaar om elke inwoner te toetsen. Om deze reden wordt vrijwel altijd gebruik gemaakt van een steekproef (een selectie van mensen uit de populatie). Het is belangrijk dat deze steekproef zo representatief mogelijk is voor de hele populatie zodat de uitkomstresultaten goed gegeneraliseerd kunnen worden (je wil immers iets zeggen over de hele populatie en niet slechts over de steekproef).
  • Het controleren van de betrouwbaarheid van je resultaten. SPSS kan informatie geven of het verband dat je hebt gevonden (bijvoorbeeld mannen stemmen vaker op SGP dan vrouwen) op toeval berust of dat het verschil ergens anders mee te maken heeft.
  • Data visualiseren. Het kan handig zijn om je resultaten te visualiseren door middel van grafieken en tabellen. Deze kan je door SPSS laten maken.

Meer informatie: SPSS Survival Manual van Pallant

Wat zijn variabelen en welke meetniveau's hebben ze?

Wat zijn variabelen en welke meetniveau's hebben ze?

Wat zijn variabelen?

Een variabele is een eigenschap of conditie die veranderlijk is of verschillende waarden heeft voor verschillende individuen (bijvoorbeeld leeftijd). Variabelen kunnen ook eigenschappen van de omgeving zijn (bijvoorbeeld temperatuur). Wanneer je variabelen opneemt in je onderzoek duid je ze vaak aan met een letter. Een onderzoeker kan bijvoorbeeld de relatie onderzoeken tussen roken (X) en longkanker (Y). Als je een verband verwacht, zouden de waarden van Y moeten veranderen bij verschillende waarden van X en omgekeerd. Waarden worden in het algemeen uitgedrukt in getallen, om statistische berekeningen mogelijk te maken. Een variabele die niet verandert en hetzelfde is voor elk individu wordt een constante genoemd.

Wat zijn meetschalen?

Het is van belang om te weten van welk meetniveau je variabele is om vervolgens een goede keuze te maken voor je statistische test (de methode waarmee je je onderzoeksvraag wilt onderzoeken). Een dergelijk meetniveau wordt ook wel een meetschaal genoemd. Er bestaan grofweg vier meetschalen: nominaal, ordinaal, interval en ratio.

Wanneer is een meetschaal van nominaal niveau?

De nominale schaal is een kwalitatieve meetschaal met losstaande categorieën. Bij de nominale meetschaal kan er dus geen volgorde in categorieën worden aangegeven. Veelvoorkomend voorbeelden zijn geslacht (man/vrouw) of nationaliteit.

Wanneer is een meetschaal van ordinaal niveau?

Metingen op ordinaal niveau kennen een natuurlijke ordening. De volgorde is duidelijk, maar de verschillen zijn niet te interpreteren. Een veelvoorkomend voorbeeld is opleidingsniveau (VMBO-HAVO-VWO). Er zit een bepaalde rangorde in deze variabelen (van laag naar hoog), maar de verschillen tussen deze opleidingsniveaus zijn niet allemaal even groot – en zeker niet kwantitatief te duiden.

Wanneer is een meetschaal van interval niveau?

Bij een interval schaal zijn de verschillen tussen scores kwantitatief te duiden en zijn ze gelijk (in tegenstelling tot een ordinale schaal). Het verschil tussen 10 en 11 op een test is net zo groot als het verschil tussen 50 en 51. Een intervalschaal heeft echter geen absoluut nulpunt en daarom kun je niet zeggen hoeveel hoger een waarde is. Een goed voorbeeld hiervan is de Fahrenheit-schaal: 30 graden is niet twee keer zo warm als 15 graden.

Wanneer is een meetschaal van ratio niveau?

Een ratioschaal heeft dezelfde eigenschappen als een intervalschaal, maar een ratioschaal heeft wel een absoluut nulpunt. Zodoende kun je wat zeggen over de relatieve waarde van variabelen ten opzichte van elkaar. 50 centimeter is immers twee keer zo lang als 25 centimeter – maar alleen omdat de verschillen tussen scores altijd gelijk zijn en omdat het nulpunt het ijkpunt is.

Wat is het verschil tussen een discrete en continue variabele?

Bij continue variabelen zijn de verschillen tussen scores gelijk. Meetschalen op ratio en interval niveau vallen dus onder de categorie continue variabelen. Bij discrete variabelen zijn de verschillen tussen scores onduidelijk. Meetschalen op ordinaal en nominaal niveau vallen dus onder de categorie discrete variabelen.

Wat zijn, en waar vind ik statistische databanken?

Wat zijn, en waar vind ik statistische databanken?

  • Een database, gegevensbank of databank is een digitaal opgeslagen archief, ingericht met het oog op flexibele raadpleging en gebruik.
  • Databases spelen een belangrijke rol voor het archiveren en actueel houden van gegevens bij onder meer de overheid, financiële instellingen en bedrijven, in de wetenschap, en worden op kleinere schaal ook privé gebruikt.

- Bron: Wikipedia

Databanken die je kunt raadplegen voor statistische gegevens, zijn onder andere:

  • AgriHolland: Nieuws, vacatures, cijfers, dossiers, subsidies en aanbestedingen voor de agrosector en agribusiness

  • BioKennisbank: Toegang tot nationale en internationale kennis over de biologische landbouw en voeding

  • Chemiekaarten: Recente en gevalideerde gegevens van enkelvoudige (zuivere) stoffen

  • CROW Kennisbank: Databank op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer & vervoer en werk & veiligheid

  • Databank Milieu: Juridische databank op het gebied van milieu, inclusief bouw en ruimtelijke ordening

  • Espacenet: Databank die gratis toegang biedt tot patent-/octrooidocumenten wereldwijd

  • Euromonitor International: Marktonderzoek met statistieken, analyses, onderzoek en nieuws over industrieën, landen en consumenten

  • Eurostat: Statistische gegevens over de landen van de Europese Unie

  • FAOSTAT: Statistische databank van de Food & Agriculture Organization van de Verenigde Naties

  • FoodHolland: Nieuws, vacatures, cijfers, dossiers, subsidies en aanbestedingen voor de voedingsmiddelensector

  • Groen Kennisnet: Nederlandstalige kennisbronnen voor het domein voedsel en groen

  • GroeneRuimte: Nieuws, vacatures, cijfers, dossiers, subsidies en aanbestedingen op het gebied van groene ruimte en landelijk gebied

  • GWW kosten: Actuele gegevens voor het begroten, calculeren of toetsen van werkzaamheden in de grond-, weg- en waterbouw

  • Kennisbasis statistiek: hulpmiddel bij statistiek en vrij beschikbaar voor onderwijs en onderzoek.

  • MarketLine: Markt-, branche- en bedrijfsrapporten, per regio of land te raadplegen

  • Open Knowledge Repository: Open access repository voor onderzoeksresultaten en kennisproducten van de Wereldbank

  • PubMed: Engelstalige databank geneeskunde en verwante vakgebieden, grotendeels gratis full-text artikelen

  • StatLine: dit is de elektronische databank van het CBS. Je kunt in StatLine zelf tabellen en grafieken samenstellen.
    De informatie is gratis en gemakkelijk te printen en te downloaden.

  • UNSD Statistical Databases: statistieke databases van de Verenigde Naties op nationaal en internationaal niveau

  • USA.gov: Data en statistiek over de Verenigde Staten

  • World Bank Open Data: Mondiale data van de wereldbank over socio-economische ontwikkeling

Hoe bepaal je de kracht van je statistische test en waar moet je op letten als je je nulhypothese wil verwerpen?

Hoe bepaal je de kracht van je statistische test en waar moet je op letten als je je nulhypothese wil verwerpen?

Wat zijn de nul-hypothese (H0) en de alternatieve hypothese (H1)?

Wanneer je statistisch gaat toetsen begin je altijd met de veronderstelling dat er geen effect is tussen de variabelen die je meet. Deze veronderstelling heet de nul-hypothese of H0 (geen effect in de populatie). Met je statistische toets ga je kijken hoe aannemelijk je het kan maken dat het effect wel bestaat. Deze hypothese verwoord je in je alternatieve hypothese of H1.

Stel je meet twee groepen – mensen met alcohol op en mensen zonder alcohol op – en of ze agressief gedrag vertonen of niet. Je vindt een bepaald verschil tussen deze groepen, bijvoorbeeld dat de mensen met alcohol op meer agressief gedrag vertonen dan mensen zonder alcohol op. Je H0 is dat er geen effect is in je populatie, dus dat er tussen alcoholgebruik en agressie geen relatie is en dat het gevonden verschil op toeval berust. Je statistische toets probeert het tegenovergestelde te bewijzen, de H1: er is wel een relatie tussen alcoholgebruik en agressie en het gevonden verschil berust niet op toeval. Dit kan je statistisch toetsen.

Wat zijn de p-waarde en de alpha (α)?

Iedere statistische test heeft een p-waarde. De p-waarde is een getal tussen 0 en 1 en staat gelijk aan de kans dat je in je test het huidige effect vindt, terwijl er eigenlijk geen effect in je populatie is. Dit is dus de kans dat je op basis van je statistische test H1 aanneemt, terwijl H0 eigenlijk waar is in de populatie. Heeft je test een p-waarde van 0,30, dan is de kans dus 30% groot dat wat je vindt in je test niet overeen komt met wat er gebeurt in je populatie. Dat is best een grote kans dat je test niet representatief is voor je populatie en daarom zal je met zo'n p-waarde niet snel H0 verwerpen.

Stel nu dat je een p-waarde vindt van 0,01 dan is de kans dat H0 waar is voor je populatie dus 1% groot. In dat geval kan je op basis van je theoretisch kader H1 vaak aannemen. De grens van het wel of niet aannemen van de H1 heet alpha (α) en wordt in het algemeen van te voren vastgesteld. De waarde van α verschilt per vakgebied: bij de medische wetenschappen mogen fouten eigenlijk niet voorkomen omdat deze grote gevolgen kunnen hebben. Een foutmarge van 1% (een α van 0.01) kan dan al snel te hoog zijn. In de sociale wetenschappen ligt dit anders en is een foutmarge van 5% (een α van 0.05) niet ongewoon. Alpha (α) wordt vaak vastgesteld op 0.1, 0.05, of 0.01.

Wat zijn type I fouten en type II fouten en wat is de power van een statistische test?

Statistiek blijft een vorm van kansberekening, dus er is per definitie een kans dat het mis gaat. Stel dat je op basis van je p-waarde, je α en je resultaten uit je test H1 mag aannemen, terwijl er eigenlijk geen effect in je populatie bestaat. Dit kan gebeuren wanneer je per toeval extreme, niet representatieve waardes hebt gemeten met je steekproef uit je populatie. Deze kans is altijd aanwezig en is gelijk aan α. We spreken van een Type I fout als een onderzoeker onterecht de nulhypothese verwerpt en concludeert dat er een significant verschil bestaat in de populatie. Met andere woorden is α dus de kans die je van te voren accepteert op het maken van een type I fout.

Een type II fout is het tegenovergestelde van een type I fout: de H0 wordt niet verworpen terwijl er wel een effect in de populatie is. Je statistische test is er niet in geslaagd om dit effect zichtbaar te maken. De kans op deze fout wordt beta (β) genoemd en de kans op deze fout is dan ook afhankelijk van het onderscheidend vermogen van je test. Het onderscheidend vermogen van je toets wordt de power van je toets genoemd. Hoe hoger de power, hoe kleiner de kans op een type 2 fout. De power van je toets bepalen we dan ook met de formule:

power = 1-β

 

In welke landen en met welke werkzaamheden kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen in de onderzoekssector of bij wetenschappelijke instellingen?

In welke landen en met welke werkzaamheden kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen in de onderzoekssector of bij wetenschappelijke instellingen?

Hier vind je een selectie uit de JoHo Vacatureservice voor werk in de onderzoekssector of bij wetenschappelijke instellingen in het buitenland. Klik op het land en ga naar het vacaturegedeelte op de landenpagina om de vacature en de bijbehorende organisatie te bekijken.

 

Belize

  • Onderzoek de gedragspatronen en levenswijze van verschillende haaiensoorten in de Caribische zee. Je zult de haaien gaan traceren en o.a. weefselmonsters afnemen. (v)
  • Hou jij van het onderwaterleven en wil je je daar graag voor inzetten? Help dan mee bij dit onderzoek naar behoud van het rif en leer daarnaast diepzeeduiken. (v)

Bahama's

  • Ga mee op een onderzoeksexpeditie voor het behoud van het zeemilieu op het eiland Andros. (v)

Benin

  • Ben jij een student in de richting milieu of biologie? Kom dan meehelpen met een onderzoek naar de leefomstandigheden rondom een meer. (s)

Botswana

  • Doe onderzoek naar de bescherming van de cheetah. (s)

Curaçao

  • Onderzoek hoe het dagprogramma van de cliënten van een gezondheidsorganisatie verbeterd kan worden. (s)

Ecuador

  • Ga aan de slag als onderzoeker bij een opvangcentrum van wilde dieren in het Amazoneregenwoud. (s)

Ghana

  • Werk mee aan een juridisch onderzoek naar de rechten van kinderen in vluchtelingenkampen. (s)
  • Doe onderzoek en help mee bij een sociale werkplaats in Ghana waar bamboefietsen worden geproduceerd. (s)

Guinee-Bisseau

  • Doe onderzoek naar de invloed van landbouwactiviteiten op het natuurlijk leefklimaat van apen. (s)

IJsland

  • Werk mee aan onderzoeksactiviteiten van vulkanen op IJsland. Je zult metingen verrichten en onderzoek doen naar verschillende vulkanen en magma bronnen. (v)

Kenia

  • Werk mee aan een onderzoeksproject in een natuurreservaat en help binnen het project met het vinden van de juiste balans tussen de natuur en de lokale bevolking. (v)

Kroatië

  • Doe onderzoek naar het gedrag van dolfijnen. Registreer gegevens, en geef voorlichting aan bezoekers over deze bijzondere wezens. (v)

Madagaskar

  • Verzamel samen met een lokaal team data over de biodiversiteit op het eiland. (b/s)

Malawi

  • Toerisme heeft niet altijd een positief effect op een land. Doe daarom onderzoek naar het verduurzamen en het evalueren van de effecten van toerisme of naar mogelijkheden om een groter deel van de (arme) bevolking mee te laten profiteren van toerisme. (s)
  • Kom werken in een wildlife natuurpark met olifanten, antilopen en apen en doe onderzoek binnen een project dat zich inzet voor natuurbescherming. (v)

Maleisië

  • Behoud de natuur van Borneo door de dichtbegroeide regenwouden in te trekken en onderzoek te doen naar de verschillende planten en bomen in het gebied. (v)

Mexico

  • Duik in de onderwater wereld van Mexico. Doe onderzoek naar het koraal of de zeeschildpadden. (v)

Mongolië

  • Werk mee om informatie te verzamelen over de leefwijze van wilde bergschapen op de uitgestrekte steppen van dit indrukwekkende land. (v)

Mozambique

  • Help mee en doe onderzoek voor een lokale organisatie, bijvoorbeeld op het gebied van educatie. (s)
  • Doe ervaring op als onderzoeker door data te verzamelen over het zeeleven. (s)

Namibië

  • Loop stage of doe (afstudeer)onderzoek bij een opleidingscentrum voor jongeren. (s) 
  • Ga werken in de prachtige natuur van Damaraland. Je kan hier onder andere onderzoek doen naar olifanten om zo de balans tussen mens en dier te herstellen. (v)

Nicaragua

  • Doe ervaring op als onderzoeker bij een natuurbeschermingsorganisatie en draag bij aan de ontwikkeling van private natuurreservaten. (s)

Peru

  • Werk mee aan dit unieke Inca project. Onder begeleiding van Peruaanse deskundigen werk je samen met andere vrijwilligers aan de restauratie van de oude Inca ruïnes en aan het oplossen van een enorme archeologische puzzel. (v)

Seychellen

  • Red de zeeschildpad door mee te helpen bij onderzoek naar zijn ecosysteem in de Indische oceaan. (v)

Spanje

  • Help mee met het verbeteren van de klantenservice en doe onderzoek bij een internationaal bedrijf gericht op het online leren van talen. (s)
  • Zet je onderzoeksvaardigheden in bij een bedrijf in dit mediterrane land. Er zijn mogelijkheden binnen verschillende sectoren. (s)

Sri Lanka

  • Help mee bij onderzoek in de watersector en geef voorlichting aan lagere sociale klassen aan de zuidkust over duurzame landbouw en hoe te handelen bij overstromingen. (v)

Tanzania

  • Vind jij natuurbehoud en het welzijn van dieren belangrijk? Doe onderzoek naar het gedrag van dolfijnen en help mee met het verzamelen van data voor een groot project. (v)

Trinidad en Tobago

  • Onderzoek de lederschildpad op het tropische eiland Trinidad. Ga mee op patrouille en verzamel informatie over de broedwijze van deze bijzondere dieren. (v)

Zambia

  • Verricht onderzoek bij een opleidingscentrum voor jongeren in zuidelijk Afrika. (s)
  • Bij een wildlifeproject kan je onderzoek doen naar leeuwen en meehelpen met het terugzetten van leeuwenwelpjes in de natuur. (v)

Legenda

b = betaald werk

v = vrijwilligerswerk

s = stage

 

Meer landen & regio's 

 

Activiteiten als backpacken, betaald werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in het buitenland verzekeren: startpagina's

Activiteiten als backpacken, betaald werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in het buitenland verzekeren: startpagina's

     

Partnerselectie: Stage in het buitenland I

Partnerselectie: Stage in het buitenland I

Werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland per activiteit en functie: startpagina's

JoHo zoekt medewerkers die willen meebouwen aan een tolerantere wereld

Werken, jezelf ontwikkelen en een ander helpen?

JoHo zoekt medewerkers, op verschillend niveau, die willen meebouwen aan een betere wereld en aan een zichzelf vernieuwende organisatie

Vacatures en mogelijkheden voor vast werk en open sollicitaties

Vacatures en mogelijkheden voor tijdelijk werk en bijbanen

Vacatures en mogelijkheden voor stages en ervaringsplaatsen

Aanmelden bij JoHo om gebruik te maken van alle teksten en tools
 

Aansluiten bij JoHo als abonnee of donateur

The world of JoHo footer met landenkaart

JoHo: crossroads uit de bundels
JoHo: paginawijzer

Thema's

Wat vind je op een JoHo Themapagina?

  • Geselecteerde informatie en toegang tot de JoHo tools rond een of meerdere onderwerpen
  • Geautomatiseerde infomatie die aan het thema is gekoppeld

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage.
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zo zelf en volledig gebruik maken van alle teksten en tools.

Hoe is de pagina op gebouwd

  • Een JoHo Themapagina pagina is opgezet aan de hand van 10 fases rond een bepaalde thema: statussen
  • De status van een thema kan je inzetten bij de belangrijke en minder belangrijke processen rond het thema van de pagina. Zoals keuzes maken, orienteren, voorbereiden, vaardigheden verbeteren, kennis vergroten, gerelateerd werk zoeken of zin geven.
  • Bij elke status vind je unieke of gerelateerde informatie van de JoHo website, die geautomatiseerd of handmatig wordt geplaatst.
  • Een belangrijk deel van de informatie is exclusief beschikbaar voor abonnees. Door in te loggen als abonnee wordt de informatie automatisch zichtbaar. Let wel, niet elke status zal evenveel content bevatten, en de content zal in beweging blijven.
  • De statussen:
  1. Start
  2. Oriëntatie : startpunt bepalen ->bijvoorbeeld: wat is je vraag of wat is het proces dat je gaat starten
  3. Selectie: verkennen en verzamelen van info en keuzehulp
  4. Afweging: opties bekijken en vergelijken -> bijvoorbeeld: alternatieven zoeken
  5. Competentie: verbeteren en competenties -> bijvoorbeeld: wat kan je doen om te slagen?
  6. Voorbereiding: voorbereiden & oefeningen -> bijvoorbeeld: wat kan je doen om te oefenen of je voor te bereiden?
  7. Inspiratie: vastleggen &  lessen -> bijvoorbeeld: wat leer je en heb je geleerd?
  8. Ervaring: vooruithelpen & hulp -> hoe kan je jezelf nuttig maken?
  9. Beslissing: Uitvoeren en tot resultaat brengen -> bijvoorbeeld wat ga je kopen of kiezen?
  10. Evaluatie: Terugkijken en verder gaan -> bijvoorbeeld: wat komt hierna?
    JoHo: footprints achterlaten
    JoHo: pagina delen