Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken

Vaardigheden en kwaliteiten die je nodig hebt, of kunt opdoen in binnen- en buitenland

JoHo: crossroads uit bundel
JoHo: de 24 competenties die je nodig hebt voor een werk- en leefomgeving waar je blij van wordt

 

  Kennis & Oriëntatie

 

Kennisoverdracht en tekstgebruik: uitgelichte thema's en startpagina's

Kennisoverdracht en tekstgebruik: uitgelichte thema's en startpagina's

 

Coaching, Keuzehulp & Advies

 

Coaching: wat kan je doen om je juridische vaardigheden te ontwikkelen of versterken?

Coaching: wat kan je doen om je juridische vaardigheden te ontwikkelen of versterken?

Hoe los je een juridische casus op?

Hoe los je een juridische casus op?


Stap 1: Het selecteren van de feiten

  • Wat zijn de belangrijke feiten?

  • Wat zijn de onbelangrijke feiten

Stap 2: Het selecteren van de rechtsregel(s)

  • Welk rechtsgebied is van toepassing?

  • Welke wet is van toepassing?

  • Welke rechtsregel(s) zijn van toepassing?

Stap 3: De rechtsregel(s) ontleden in voorwaarden en rechtsgevolg

  • Hoe moet deze rechtsregel ontleed worden in voorwaarden en rechtsgevolg?

Stap 4: Het interpreteren van de voorwaarden

  • Wat wordt bedoeld met de voorwaarden?

Stap 5: De oplossing: het toepassen van rechtsregel(s) op de feiten

  • Antwoord geven op de casusvraag door het toepassen van de rechtsregel(s) op de feiten

 

Hoe houd je een juridisch betoog?

Hoe houd je een juridisch betoog?

Wanneer je een standpunt rechtvaardigt door middel van onderbouwing met argumenten, spreek je van argumentatie. Het doel is om de ander te overtuigen van een standpunt en om je standpunt te verdedigen tegen mogelijke kritiek. De standpunten en argumenten samen wordt een betoog genoemd.

Overtuigend presenteren (vorm) en goede argumentatie (inhoud) zijn noodzakelijk.

Zij vormen samen in de retorica de kunst van het overtuigen. De Ars Retorica van Aristoteles – een tekst uit de vierde eeuw voor Christus – vormt de basis voor de overtuigingsleer. Je kunt een betoog op verschillende manier vormgeven. De keuze hierin is afhankelijk van de soort argumenten die je gebruikt. Je kunt ook gebruik maken van schijnargumenten (drogredenen). Argumentatie is, naast het overtuigen, ook belangrijk om de argumenten van de tegenpartij te beoordelen op hun juistheid.

Meer lezen:

Hoe zit een goede juridische argumentatie in elkaar?

Hoe zit een goede juridische argumentatie in elkaar?


Als je argumenteert, probeer je de juistheid van je uitspraak aan te tonen door deze door middel van argumentatie te onderbouwen. Denk bijvoorbeeld aan een advocaat die de rechtbank ervan probeert te overtuigen dat zijn cliënt onschuldig is. Juristen hebben deze vaardigheid nodig; zij moeten verbanden leggen tussen verschillende beweringen.

Argumenteren is een vaardigheid die niet makkelijk te trainen valt. Allereerst zal informatie worden gegeven over het specifieke karakter van juridisch argumenteren en er zal een uitleg worden gegeven over begrippen die gehanteerd worden. Vervolgens worden aanwijzingen gegeven die kunnen helpen bij het analyseren van argumentaties, zodat u verschillende typen redeneringen kunt herkennen. Daarnaast volgen enkele tips voor het zelf opzetten van een argumentatie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal kritische vragen.

Juridisch argumenteren - wat is het belang?

Meningsverschillen

Men wordt geconfronteerd met onbevredigende situaties in het dagelijks leven, zoals onbegrepen verschijnselen, conflicterende standpunten of onwetendheid betreffende hoe te handelen. Over de beste oplossing bestaan vaak meningsverschillen. Dit kan zich voordoen in de vorm van twijfel van de ene partij aan de beweringen van een andere partij, maar ook in het naar voren brengen van standpunten die lijnrecht tegenover elkaar staan. Meningsverschillen worden opgelost met afzoenen, geweld, en argumenteren. Zowel afzoenen als geweld zijn geen geliefde opties om meningsverschillen op te lossen. Argumentatie is de beste optie hiervoor; men onderbouwt en motiveert zijn antwoorden, standpunten en oplossingen.

Publieksgerichte activiteit

Een standpunt bepleiten wordt gezien als publieksgerichte activiteit, omdat er altijd iemand is die overtuigd moet worden. Deze persoon is de publieksinstantie, deze is belangrijk en men kan alleen overtuigend argumenteren als rekening wordt gehouden met het kennisniveau, de opvattingen en vooroordelen van het publiek. Argumentatie die overtuigend is voor vakgenoten treft doel.

De leer van argumentatie

Men moet goede argumenten aanvoeren om te kunnen overtuigen. Hiervoor moet men eerst wel argumenten kunnen vinden, deze moeten ook goed zijn. Om instrumenten te ontwikkelen die kunnen helpen bij deze beoordeling is de argumentatieleer ontstaan. Dit is omvangrijk en minutieus, opdat onderscheid gemaakt kan worden tussen allerlei kleine nuances. Dit maakt de toepassing echter moeilijk in de praktijk. Derhalve wordt in dit hoofdstuk een eenvoudiger model gepresenteerd, wat makkelijker te hanteren is in de praktijk.

Waaruit bestaat een argumentatie?

Een argumentatie bestaat uit een standpunt/conclusie (S), een argument (A) en een verbindende uitspraak (VU). Een voorbeeld hierbij is een overeenkomst die tot stand komt: Er is een overeenkomst tot stand gekomen tussen Ali en Sara (S), want het aanbod van Ali is aanvaard door Sara (A) en door aanvaarding van een aanbod komt een overeenkomst tot stand (VU).

Standpunt

Een standpunt is iedere uitspraak of bewering waarin een antwoord, verklaring, oordeel of oplossing wordt gegeven. Ook de term conclusie gebruiken we in deze theorie. Dit is de verzamelterm voor iedere uitkomst van een redenering, ongeacht of het gaat over het antwoord op een vraag, een verklaring voor een verschijnsel, een oordeel in een meningsverschil of een oplossing in de vorm van een voorschrift of advies. Er wordt dus een ruime betekenis aan de term standpunt/conclusie gegeven. Het is een juridische uitkomst.

Een standpunt an sich is een aanvechtbare uitspraak. Om het publiek te overtuigen moeten beweringen worden aangevoerd die het standpunt kunnen onderbouwen. Standpunten kunnen ook aanvechtbaar zijn; er is meer voor nodig om de lezer te overtuigen dan de enkele verklaring. Hoe meer ondersteunende beweringen er zijn, hoe meer het publiek overtuigd kan raken. Soms is één argument genoeg, soms zijn vijf argumenten nog onvoldoende.

Argument

Een argument is een uitspraak over de werkelijkheid, die dient ter ondersteuning van een standpunt. Je kunt een argument dus zien als onderbouwing. Argumenten kunnen bestaan uit feiten of een mening, ze kunnen waar of onwaar zijn, waarschijnlijk of onwaarschijnlijk, aannemelijk of niet aannemelijk, goed of slecht, zwak of sterk, niet overtuigend of wel overtuigend.

Een feitelijke uitspraak is te controleren, discussie is na vaststelling van de waarheid niet meer mogelijk. Echter kan het in sommige gevallen moeilijk zijn om de waarheid bij feiten vast te stellen. Feiten van algemene bekendheid hoeven niet te worden bewezen. Feitenuitspraken die moeilijk te controleren zijn moeten worden beargumenteerd en hiermee moet worden doorgegaan tot er een feit tevoorschijn komt wat bewijsbaar of algemeen bekend is.

Een mening is altijd voor betwisting vatbaar, dit is immers een persoonlijke opvatting. Meningen worden vaak onderbouwd met andere beweringen. Deze kunnen ook weer aanvechtbaar zijn, dus zullen moeten worden ondersteund met subargumenten. Er kan een keten aan onderbouwing nodig zijn om een standpunt wat is gebaseerd op een mening te laten slagen. Hoeveel precies nodig is, is afhankelijk van het publiek; het publiek moet immers worden overtuigd.

Verbindende uitspraak

Standpunt en argument zijn met elkaar verbonden. Als er een verband is tussen het argument en standpunt, kan de ene bewering de andere ondersteunen. Het verband wordt zichtbaar in een verbindende uitspraak. Dit is een uitspraak waarin een verband wordt gelegd tussen standpunt en argument. Dit kan als algemene regel, of via de ‘als…dan’-norm. Een voorbeeld van deze regels is respectievelijk dat diefstal verboden is, en ‘als de buurvrouw mijn fiets steelt, heeft zij een strafbaar feit gepleegd.’

Door een algemene formulering te gebruiken voor de verbindende uitspraak is het mogelijk om te zien of de argumenten geen irrelevante beweringen zijn, die eigenlijk niets te maken hebben met het standpunt. Dit moet wel het geval zijn

Verzwegen elementen

De complete argumentatie bestaat dus uit S + A + VU. Soms worden er echter elementen verzwegen, dus dit moeilijk maken. In taalgebruik worden vaak voor de hand liggende zaken weggelaten, omdat de spreker dit niet relevant of overbodig vindt. De VU wordt vaak weggelaten, maar het kan ook zijn dat het standpunt of argument worden weggelaten. Het is belangrijk dat je de argumentatie goed kunt blijven construeren. Dit is noodzakelijk om de kwaliteit van argumentatie te kunnen beoordelen, daarnaast maakt dit de totale redenering informatiever. Aanknopingspunten zijn belangrijk bij onderzoeksvragen en tentamens. Een antwoord moet dan altijd gemotiveerd worden.

Betoog, redenering en stelling

Een betoog kent vaak een sterke argumentatie, waarmee de schrijver zijn publiek wil overtuigen. Vaak zijn er ook meerdere argumentaties. Een betoog kent vaak een ingewikkelde stelling, die aan de hand van meerdere argumenten onderbouwd moet worden. Er ontstaat dan een keten van argumentaties.

Argumentatie is ook iets anders dan redeneren In een redenering wordt duidelijk gemaakt waarom de verdedigde conclusie juist is. Hierbij wordt minder een meningsverschil verondersteld dan bij argumentatie het geval is. Bij argumentatie wordt vaak de juistheid van een stelling betwijfeld.

Een stelling is een uitspraak waarvan de aanvaardbaarheid of onaanvaardbaarheid in de loop van het betoog moet worden aangetoond. Dit is dus een standpunt wat wordt onderzocht.

Hoe kan je argumentaties analyseren?

Herkennen van standpunt en argumentatie

Om argumentaties te kunnen analyseren, moet men deze wel in een betoog kunnen herkennen. Dit begint met het herkennen van het standpunt en argument. Soms is dit meteen duidelijk, maar soms ook niet. Hierbij zijn drie hulpmiddelen: de want/dus proef, de interpretatie van de context en signaalwoorden.

De want/dus-proef betekent dat je het woordje want en dus tussen het argument en standpunt moet zetten. Kunt u hier want tussen zetten, is de eerste  uitspraak het standpunt, de tweede het argument. Kun je er dus tussen zetten, is de eerste uitspraak het argument en de tweede het standpunt.

De interpretatie van de context komt in beeld wanneer de want/dus-proef geen oplossing kan bieden. Gekeken wordt dan naar de zin, tekst en situatie. Men kan zich dan afvragen op welk onderliggend meningsverschil de argumentatie betrekking heeft. Het derde hulpmiddel zijn de signaalwoorden: ‘hieruit volgt dat’, ‘daaruit blijkt dat’, ‘dus’, ‘vandaar’, ‘naar mijn mening’ zijn allemaal termen die een standpunt markeren. Argumenten worden gekenmerkt door onder andere de woorden ‘dit volgt uit’, ‘op’, ‘aangezien’, ‘want’ en ‘overwegende dat’.

Reconstructie van argumentatie

Zodra het standpunt en argument herkend is, komt de volgende stap van de analyse; de reconstructie tot de basisvorm S + A + VU. Dit is een handig hulpmiddel bij de beoordeling van eigen of andermans argumentatie. De VU legt een verband tussen argument en standpunt en voor juridisch geschoolden is het duidelijk dat het genoemde argument voor dit standpunt een relevante bewering is. De VU geeft een algemene regel weer, deze hoeft echter niet altijd volledig te zijn. Denk bijvoorbeeld aan de VU dat meerderjarige mensen handelingsbekwaam zijn. Dit is echter niet altijd het geval, denk bijvoorbeeld aan onder curatele gestelden.

Enkelvoudige argumentatiestructuur

Niet alleen de reconstructie is van belang, maar ook het inzicht in de structuur van argumentaties. Er zijn zowel enkelvoudige als complexe argumentatiestructuren. In enkelvoudige argumentatie wordt een standpunt ondersteund door één argument, zodra dit ene argument onderuit wordt gehaald, faalt het hele standpunt.

Complexe argumentatiestructuur

De complexe argumentatiestructuur kent meervoudige argumentatie. Het is hierbij van belang te weten of die argumenten onderling wel of niet met elkaar samenhangen. Als dit niet het geval is, is er sprake van onafhankelijke argumentatie. Ieder argument is dan op zichzelf voldoende om de argumentatie te laten slagen. Meervoudige argumentatie versterkt de positie van degene die betoogt.

Afhankelijke argumentatie

Hangen verschillende argumenten in de complexe argumentatiestructuur wel met elkaar samen, spreken we van afhankelijke argumentatie. Deze kan zowel onderschikkend als nevenschikkend zijn. Bij een onderschikkende argumentatie wordt het argument zelf onderbouwd door een subargument. Dit kan zelf ook weer worden ondersteund en zo ontstaat er een keten van argumenten, waarbij ieder argument afhankelijk is van het onderliggende argument. Bijvoorbeeld: Het besluit getuigt van onbehoorlijk bestuur, want het is in strijd met het motiveringsbeginsel, omdat de motivering voor het besluit niet kenbaar is gemaakt.

Bij nevenschikkende argumentatie kent ieder afzonderlijk onvoldoende overtuigingskracht. Zij vullen elkaar echter aan en vormen gezamenlijk wel een afgeronde verdediging van het standpunt. Je kunt tussen de argumenten altijd het woordje ‘en’ zetten. Om deze argumentatie te ontkrachten, is het voldoende om één van de argumenten aan te pakken.

In een betoog staan vaak meerdere argumentatiestructuren. Het is niet altijd meteen duidelijk om welke structuur het gaat.

Hoe kan je verschillende redeneertypen van elkaar onderscheiden?

Om de kwaliteit van argumentatie of redeneringen te beoordelen, kun je kritische beoordelingsvragen stellen. Ieder type redenering heeft een eigen set van standaardvragen, het is hierbij handig dat je de redeneertypen kunt herkennen. Reconstructie en formuleringen zijn hierbij belangrijk.

Redeneertypen kunnen op verschillende manieren worden onderscheiden, zoals naar doel. Niet ieder onderzoek heeft hetzelfde doel, en dit geldt ook voor redeneringen. Heeft een jurist het doel  iemand ervan te overtuigen dat iets ‘zo is’ (beeldvorming), wordt een descriptieve redenering gebruikt. Is het doel meningsvorming, dan wordt een waardeoordeel gegeven via een evaluatieve redenering. Bij probleemoplossing wordt een aansporing verdedigd met een praktische redenering.

Een ‘is-redenering’ of descriptieve redenering moet bewijs leveren dat de conclusie waar is. De stappen beschrijven de stand van zaken. Je kunt deze redenering vaak herkennen aan het werkwoord ‘zijn.’ Bijvoorbeeld: Het wegnemen van elektriciteit is diefstal.

Een evaluatieve redenering of ‘geldt-als-redenering’ is geen feitelijke stand van zaken, maar een waardeoordeel. Het doel is om aan te tonen dat de waardering juist is. Je kunt deze redenering herkennen aan ‘geldt als’, zoals bijvoorbeeld: Het wegnemen van elektriciteit geldt als onaanvaardbaar. Het gaat om een normatief oordeel van een persoon.

De praktische redenering kent uitspraken die geformuleerd worden als ‘te doen’. Een bepaald handelen of nalaten wordt voorgeschreven. Het is een normatieve uitspraak in de vorm van behoren, zoals bijvoorbeeld: ‘Men zou geen elektriciteit mogen aftappen’. Het is dus een handelingsvoorschrift.

Al ken je het onderscheid tussen de soorten redeneringen is dit een handig hulpmiddel bij de beoordeling van de geldigheid en de overtuigingskracht van argumentatie.

Hoe kan de kwaliteit van argumentaties beoordeeld worden?

Zodra argumentaties zijn geanalyseerd en gereconstrueerd, moet de kwaliteit van de argumentatie beoordeeld worden. Bij de overtuigingskracht kunnen drie vragen worden gesteld:

  1. Zijn de argumenten aanvaardbaar (waar of aannemelijk)?
  2. Is de argumentatie geldig (klopt het verband dat wordt gelegd)? Zijn standpunt en verbindende uitspraak op dezelfde wijze geformuleerd?
  3. Is de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd?

De volgorde van deze vragen hangt af van verschillende factoren, zoals de structuur van de argumentatie, intuïtie en persoonlijke voorkeur.

Aanvaardbaarheid van argumenten

Aanvaardbaarheid is een materieel criterium, waarbij het gebruikte argument inhoudelijk van goede kwaliteit moet zijn. Een bewering kan aanvaardbaar zijn omdat hij waar is, hij waarschijnlijk is of omdat velen het ermee eens zijn. Zijn argumenten niet waar, niet waarschijnlijk of worden zij niet door velen gedeeld, is het standpunt niet goed onderbouwd en daarom niet overtuigend. Dit is ook het geval wanneer relevante argumenten ontbreken.

Of een argument aanvaardbaar is, is afhankelijk van de kennis van de toehoorder. Zo zal een publiek dat even deskundig is als de schrijver, minder ondersteunende argumenten voor een bepaalde stelling behoeven, omdat schrijver en lezer uitgaan van een gedeelde achtergrondkennis van gemeenschappelijk geaccepteerde bewegingen.

Geldigheid van de redenering

Bij de geldigheid van de redenering wordt gecontroleerd of het verband dat is gelegd tussen de uitspraken klopt. De verbindende uitspraak moet bij het standpunt en argument passen. Zo volgt bijvoorbeeld uit het feit dat je iets kunt doen, niet meteen dat je het ook moet doen. De redenering is dan ongeldig. De verbindende uitspraak moet dan anders geformuleerd worden.

Aanvaardbaarheid van de stap van argument naar standpunt

De derde eis is dat de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd is.  Het verband is aanvaardbaar als het standpunt volgt uit de argumenten. De argumentatie is echter pas overtuigend als er geen andere eigenschappen, overtuigingen, omstandigheden of redenen zijn die een ander standpunt of oplossing rechtvaardigen.

Een redenering bij de ‘is-redenering’ is overtuigend als de eerste drie vragen van het stappenplan met ja kunnen worden beantwoord en de laatste met nee:

  1. Zijn de argumenten waar of waarschijnlijk?
  2. Zijn alle onderdelen van de argumentatie te formuleren met het koppelwerkwoord ‘zijn’?
  3. Volgt uit de gegeven eigenschappen deze conclusie?
  4. Zijn er eigenschappen of omstandigheden die een andere conclusie rechtvaardigen?

Bij de ‘te-doen-redenering’ geldt het volgende stappenplan:

  1. Zijn de argumenten waar of aannemelijk?
  2. Zijn standpunt en verbindende uitspraak te formuleren als ‘te doen’?
  3. Volgt uit dit beginsel of deze regel dit voorschrijft?
  4. Zijn er redenen, omstandigheden of nadelige gevolgen te bedenken die een andere oplossing rechtvaardigen?

Verschillende redeneertypen

Er is ook nog een ander instrument om de overtuigingskracht te beoordelen, namelijk die waarbij gekeken wordt naar de aard van het verband tussen standpunt en argument. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende redeneringen:

  1. Analogieredenering
  2. Generalisering
  3. Eigenschap-oordeelredenering
  4. Autoriteitsredenering
  5. Causaliteitsredenering
  6. Doel-middelredenering

Bij ieder type kunnen weer andere beoordelingsvragen gesteld worden. Bij de analogieredenering worden twee zaken, personen, handelingen of situaties met elkaar vergeleken en wordt hetgeen ten aanzien van de ene zaak, persoon, handeling of situatie wordt vastgesteld, ook toegepast op de andere zaak, omdat beide onderling vergelijkbaar zijn. Vragen die hierbij van belang zijn, zijn: Zijn er belangrijke overeenkomsten tussen de twee gevallen? Zijn deze relevant voor het standpunt of de conclusie? Zijn de verschillen tussen de beide gevallen niet belangrijker dan de overeenkomsten?

Bij de generalisering is het standpunt een algemene uitspraak, die wordt onderbouwd met een ander argument waarin één of meer individuele gevallen worden beschreven. Het verband wordt gelegd door de constatering dat iets in alle gevallen geldt. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Zijn de genoemde gevallen representatief? Zijn de gevallen relevant voor de conclusie? Worden er voldoende gevallen genoemd om de conclusie te rechtvaardigen?

Eigenschap-oordeelredenering kent de theorie dat het standpunt een concrete uitspraak is, die wordt ondersteund door een argument waarin een bepaalde eigenschap of een bepaald kenmerk wordt beschreven. Het verband wordt gelegd via een algemene uitspraak. Vragen die je hierbij kunt stellen zijn: Rechtvaardigt de genoemde eigenschap het gegeven oordeel? Zijn er andere eigenschappen of omstandigheden die een ander oordeel rechtvaardigen?

Bij de autoriteitsredenering wordt het standpunt onderbouwd met een beroep op een gezaghebbende bron die dit ondersteunt. Het standpunt wordt enkel onderbouwd door een verwijzing naar een gezaghebbende bron, zoals bijvoorbeeld de Hoge Raad. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Is de genoemde autoriteit betrouwbaar en deskundig op dit gebied? Heeft hij of zij geen belangen bij de zaak? Is de autoriteit wel juist en volledig weergegeven? Is het naar voren gebrachte standpunt niet in tegenspraak met andere gezaghebbende bronnen of andere informatie?

Bij een causaliteitsredenering wordt er een relatie van oorzaak en gevolg tussen twee gebeurtenissen gelegd. Er zijn verschillende vormen van de causaliteitsredenering. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: Kan de genoemde oorzaak inderdaad tot het voorspelde of reeds opgetreden gevolg leiden? Zijn er omstandigheden te bedenken die voorkomen dat het voorspelde gevolg zal optreden? Is de genoemde actor verantwoordelijk voor het opgetreden gevolg?

Tot slot de doel-middelredenering. Hierbij wordt een bepaald handelen of bepaalde maatregel voorgesteld, omdat daarmee een bepaald doel kan worden bereikt. Vragen die je hierbij kunt stellen zijn: Is het doel wel gewenst? Leidt het middel tot het gewenste doel? Zijn er nadelige gevolgen?

Wat zijn drogredenen?

Naast de standaardvragen is er nog een ander hulpmiddel bij de beoordeling van argumentatie, namelijk het herkennen van drogredenen die gebruikt worden om publiek te overtuigen. Deze lijken op het eerste gezicht aanvaardbaar, maar zijn dit niet. Of een argument aanvaardbaar of toelaatbaar is, ligt vaak ter beoordeling van het publiek. Een drogreden is een argument van slechte kwaliteit vanuit het perspectief van de argumentatietheorie, want het doorstaat de toets van aanvaardbaarheid niet. Om anderen te overtuigen, kan een schrijver of spreker gebruik maken van de drie overtuigingsmiddelen: ethos, pathos en logos.

  1. Ethos: de schrijver/spreker probeert het vertrouwen van de publiek te winnen, bijvoorbeeld door deskundig en geloofwaardig over te komen.
  2. Pathos: de schrijver/spreker speelt in op de gevoelens en vooroordelen van het publiek
  3. Logos: de schrijver/spreker doet een beroep op het verstand van het publiek. De nadruk ligt hierbij op zakelijke argumenten en rationele conclusies.

Wanneer een overtuigingsmiddel verkeerd wordt gebruikt of opgevat, doen zich drogredenen voor. Bij logos kunnen dit zijn: valse analogie of overhaaste generalisaties. Met betrekking tot ethos is het schermen met eigen kwaliteiten een drogreden en bij pathos is sprake van een drogreden als de tegenstander of het publiek bedreigd wordt, onder druk gezet wordt door medelijden op te wekken, of als een overdreven beroep wordt gedaan op de (voor)oordelen en gevoelens van het publiek.

Hoe kan een betoog beoordeeld worden?

Elke jurist moet een simpel model ter beschikking hebben om argumentaties te analyseren en te waarderen. Een betoog bestaat uit meer onderdelen dan argumentaties, er wordt ook informatie in verstrekt. Eerst moet bepaald worden waarover het meningsverschil gaat, dan zal de informatie van de argumenten moeten worden gescheiden en vervolgens kan de argumentatie geanalyseerd worden, door deze terug te brengen naar de basisvorm. Indien er sprake is van complexe argumentatie, moet onderzocht worden of er sprake is van meervoudige onafhankelijke of afhankelijke argumentatie.

Reconstructie van argumentatie in een betoog

Het betoog moet gereconstrueerd worden, met behulp van vijf vragen.

  1. Wat is het probleem en waarom is het een probleem?
  2. Wat is precies de probleemstelling en wat is het standpunt?
  3. Wat zijn de argumenten?
  4. Hoe hangen standpunt en argument samen?
  5. Welke typen redeneringen worden gehanteerd?

Beoordeling van de kwaliteit

Bij de beoordeling van een argumentatie kunnen telkens drie algemene beoordelingsvragen worden gesteld:

  1. Zijn de argumenten aanvaardbaar, dat wil zeggen: waar of aannemelijk?
  2. Is de argumentatie geldig?
  3. Is de stap van argumenten naar standpunt gerechtvaardigd?

De volgorde van deze vragen is weer afhankelijk van factoren.

Hoe zet je zelf een argumentatie op?

Het opzetten van een argumentatie kan helpen om argumentatie te reconstrueren. Het probleem moet geanalyseerd worden, de probleemstelling moet geformuleerd worden en argumenten moeten gezocht worden.

Argumenten en tegenargumenten zoeken

In een juridische tekst gaat het erom dat u een standpunt verdedigt op basis van juridisch erkende argumenten, want een eigen mening heeft onvoldoende gezag om een standpunt te onderbouwen. Met het argumenteren kan informatie verzameld worden. Men kan zich dan een oordeel gaan vormen en argumenten tegen en voor het oordeel vinden. Er bestaat geen recept voor het vinden van argumenten.

Instructies

Gevonden argumenten moeten altijd in een logisch verband kunnen worden gebracht met het standpunt. De verbindende uitspraak moet daarnaast kloppen en de stap van argument naar standpunt rechtvaardigen. Alle onderdelen van een argumentatie dienen waar of aanvaardbaar te zijn. Zwakkere argumenten hebben een nadere onderbouwing nodig met subargumenten.

3.10. Overzicht

Hierbij nog een overzicht van vragen met betrekking tot de inhoud en argumentatiestructuur van het betoog:

  1. Wat is het probleem/verschil van mening en waarom is het een probleem?
  2. Wat is precies de probleemstelling? Wat is het standpunt?
  3. Wat zijn de argumenten?
  4. He hangen argumenten en standpunt samen?
  5. Welke typen redeneringen zijn gehanteerd?

Vragen met betrekking tot de kwaliteit van de argumentaties:

  1. Zijn de argumenten waar of aannemelijk?
  2. Zijn alle onderdelen van de argumentatie te formuleren met ‘zijn’ of ‘te doen’?
  3. Volgt uit de eigenschappen/beginselen een oordeel of voorschrift?
  4. Zijn er eigenschappen/redenen, omstandigheden die een andere oplossing rechtvaardigen?
Hoe vind je wetsartikelen?

Hoe vind je wetsartikelen?

Bij iedere juridische opleiding heeft de student te maken met een wettenbundel. Een wettenbundel is een bundel waarin een verzameling van regelingen is opgenomen. Deze regelingen zijn meestal wetten. Een wet bevat verschillende regels die ervoor moeten zorgen dat de samenleving functioneert. Wetten komen tot stand door besluiten van overheidsorganen. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen formele wetten en materiële wetten. Een wettenbundel bevat meestal formele wetten; wetten of regelingen die door samenwerking tussen de Regering en de Staten-Generaal tot stand zijn gekomen. Een formele wet vermeldt altijd in te titel het woord ‘wet’ of ‘wetboek’. Een belangrijk punt met betrekking tot de wettenbundels is het feit dat deze dikke bundels niet uit het hoofd hoeven te worden geleerd. Het is vooral noodzakelijk dat de student goed en snel de wettenbundel kan doorzoeken.

Juridische uitgeverijen zorgen ervoor dat wettenbundels worden uitgegeven. De volgorde van de regelingen in de wettenbundel wordt bepaald door uitgever. Een wettenbundel wordt meestal gesplitst in verschillende delen (Publiekrecht/Privaatrecht). omdat er veel verschillende regelingen zijn. Bij het zoeken in de wettenbundel is het handig om de meegeleverde tabs van de uitgever in de wettenbundel te plakken.

Lees meer op Worldsupporter (Loonstra - Hoogewerf), bv:

  • Waar vind je de relevante wetsartikelen?
  • Wat zijn de onderzoeksmethoden?
  • Hoe raadpleeg je overheid.nl?
  • Hoe raadpleeg je rechtspraak.nl?
  • Hoe raadpleeg je RaadvanState.nl?
  • Hoe raadpleeg je EUR-Lex?
  • Hoe raadpleeg je Sdu OpMaat?
  • Hoe raadpleeg je Kluwer?
  • Hoe raadpleeg je Legal Intelligence?
  • Hoe raadpleeg je Rechtsorde Lokaal?
Hoe begrijp en analyseer je wetsteksten?

Hoe begrijp en analyseer je wetsteksten?

Het is belangrijk om wetgevingsstukken te kunnen vinden en te kunnen begrijpen. Hiervoor is er enig inzicht in de totstandkoming van een wet vereist. Als men inzicht heeft in het wetgevingsproces, is het makkelijker te begrijpen hoe en waarom een wet tot stand is gekomen. De boodschap van de wetgever is immers niet altijd duidelijk. Bij de wetsinterpretatie kan de wetsgeschiedenis een handig hulpmiddel zijn. Onder de wetsgeschiedenis vallen alle stukken die betrekking hebben op de totstandkoming van een wet, zoals het voorstel van wet, de memorie van toelichting (MvT) en het eindverslag van de commissie. In dit hoofdstuk worden de wetgevingsstukken besproken die betrekking hebben op de totstandkoming van een wet in formele zin.

Het wetgevingsproces van een wet kent vijf fasen. Iedere fase heeft hierbij weer eigen stukken. De volgende fasen kunnen worden onderscheiden:

  1. Departementale voorbereiding

  2. Parlementaire behandeling

  3. Bekrachtiging

  4. Bekendmaking

  5. Inwerkingtreding

Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken?

Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken?

In een civiele procedure oordeelt de rechter in een geschil tussen twee burgerlijke partijen over een norm van privaatrecht. Als partijen kunnen optreden natuurlijke of rechtspersonen (bijv. een stichting, vereniging of BV). Let op: ook de overheid kan als burgerlijke partij optreden, bijvoorbeeld bij het aanbesteden van een bouwproject aan een aannemer. In kleine zaken oordeelt de sector kanton van de rechtbank. Het gaat dan om vorderingen tot 5.000 Euro of huur- en arbeidszaken.

De civiele procedure kent twee vormen: de dagvaardingsprocedure (over geschillen) en de verzoekschriftprocedure (over administratieve zaken als aanwijzing van een voogd). Een dagvaardingsprocedure speelt zich af tussen eiser en gedaagde en eindigt in een vonnis. Een dagvaarding bevat een vordering (petitum) en de grondslag ervoor (fundamentum petendi). Bij een verzoekschriftprocedure zijn een verzoeker (of rekwestrant) en verweerder (of gerekwestreerde) betrokken. De procedure eindigt in een beschikking.

Een civiele procedure kan tot verschillende uitkomsten leiden: de rechter kan zich onbevoegd verklaren, de eiser niet ontvankelijk vanwege redenen die buiten het eigenlijke geschil zijn gelegen als verloop van een termijn, de vordering afwijzen danwel geheel of gedeeltelijk toewijzen.

Meer lezen:

Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken?

Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken?

In de strafrechtelijke procedure staan als partijen tegenover elkaar enerzijds een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (OM) en anderzijds de verdachte (meestal vertegenwoordigd door een raadsman). Het OM heeft een parket bij iedere rechterlijke instantie. Op het niveau van de Rechtbank gaat het om een officier van justitie (OvJ), bij het Hof om Advocaten-Generaal onder leiding van de Procureur-Generaal, bij de HR eveneens om Advocaten-Generaal onder leiding van de Procureur-Generaal bij de HR. Let op: het parket bij de HR heeft deels andere taken dan dat bij Hof en Rechtbank. Dit heeft gevolgen voor de rechtspositie van de leden van het parket bij de HR.

De strafrechtelijke procedure vangt aan met de dagvaarding uitgebracht door de OvJ. Deze dagvaarding bevat de de verdachte tenlastegelegde feiten. Tijdens de rechtszitting beantwoordt de rechter de formele vragen van art. 348 Sv en de materiële vragen van art. 350 Sv. De formele vragen betreffen de geldigheid van de dagvaarding, bevoegdheid van de rechter, ontvankelijkheid van de OvJ en mogelijke redenen voor schorsing van de vervolging. De materiële vragen hebben betrekking op het bewijs van de feiten (niet bewezen, dan vrijspraak), de strafbaarheid van de feiten (indien niet, dan ontslag van rechtsvervolging), strafbaarheid van de verdachte (indien niet omdat er schulduitsluitingsgronden van toepassing zijn, dan volgt eveneens ontslag van rechtsvervolging) en tenslotte op de straf of maatregel. Daarnaast behandelt de rechter andere relevante strafrechtelijke wetsartikelen.

Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken?

Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken?

Het bestuursrecht regelt de verhouding tussen overheid en burger (natuurlijke of rechtspersoon) en tussen overheidsorganen onderling. Het bestuursrecht bepaalt met name de voorwaarden waaraan besluiten (overheidsbeslissingen van algemene strekking) en beschikkingen (besluiten gericht tegen één persoon) moeten voldoen. Het algemeen deel van het bestuursrecht is te vinden in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het bestuursrecht is vertakt over vele deelgebieden: sociaal zekerheidsrecht, belastingrecht, ruimtelijke ordeningsrecht, ambtenarenrecht, vreemdelingenrecht etc. Deze deelgebieden staan in afzonderlijke wetten.

De bestuursrechtprocedure vinden plaats bij de bestuursrechter (een gespecialiseerde rechter bij de rechtbank) en in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak bij de Raad van State (ABRvS), de Centrale Raad van Beroep (CRvB, ambtenarenrecht of sociaal verzekeringsrecht) of het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb, inzake handelingen en besluiten van publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties). Maar aan deze eigenlijke beroepsprocedure gaat vooraf de bezwaarschriftprocedure. In deze voorfase kan iemand (eiser of andere belanghebbende(n)) die het niet eens is/ zijn met een beslissing van een bestuursorgaan bezwaar indienen bij dit orgaan. Is een partij het vervolgens niet eens met de beslissing op bezwaar, dan stelt hij beroep in bij de bestuursrechter. Als de bestuursrechter (of hogere instantie) het beroep gegrond verklaart, verwijst hij in beginsel de zaak terug naar het orgaan. Na een nieuw besluit, kan opnieuw bezwaar worden ingesteld, enzovoort. Anders dan de (lijdelijke) civiele rechter stelt de bestuursrechter zich actief op bij het onderzoek naar de feiten en bij de te hanteren rechtsgronden.

Let op het begrip ‘belanghebbende’ in het bestuursrecht: dit omvat niet alleen de direct door een overheidsbesluit getroffen partij, maar ook anderen die door dit besluit in hun belangen zijn getroffen. Voor een rechtspersoon vallen onder deze belangen ook de belangen die deze persoon collectief behartigt (bijv. bij een stichting).

Hoe citeer of haal je regelingen aan?

Hoe citeer of haal je regelingen aan?

Het aanhalen of citeren van wetsartikelen moet op een bepaalde manier gebeuren. Men moet bijvoorbeeld niet de titel, de afdeling of de paragraaf noemen. De pagina waarop het artikel staat moet ook niet genoemd worden. Wat moet dan wel genoemd worden?

  • Ten eerste moeten het artikel, het lid en de naam van de wet genoemd worden. Bijvoorbeeld artikel 17 lid 1 Grondwet, artikel 17 lid 1 GW of art. 17 lid 1 GW.
  • Bovendien moet bij het citeren ook een sub worden vermeld als het artikel een sub bevat. Bijvoorbeeld artikel 38 lid 1 sub a Grondwet.
  • Als er binnen een artikel of lid een opsomming wordt gegeven, moet er duidelijk worden aangegeven welke wordt bedoeld. Bijvoorbeeld artikel 8 lid 1 sub 2 Wet op de economische delicten.

Het nummer van het artikel kan rechtstreeks uit de wet worden overgenomen. Bij het citeren van artikelen uit het Burgerlijk Wetboek moet men zelf het nummer van het Boek ervoor plaatsen. Dus niet artikel 142 BW, maar artikel 6:142 BW.

Meer informatie:

Arresten en jurisprudentie: vragen en antwoorden over het gebruik en interpretatie

Arresten en jurisprudentie: vragen en antwoorden over het gebruik en interpretatie

Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken?

Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken?

Het bestuursrecht regelt de verhouding tussen overheid en burger (natuurlijke of rechtspersoon) en tussen overheidsorganen onderling. Het bestuursrecht bepaalt met name de voorwaarden waaraan besluiten (overheidsbeslissingen van algemene strekking) en beschikkingen (besluiten gericht tegen één persoon) moeten voldoen. Het algemeen deel van het bestuursrecht is te vinden in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het bestuursrecht is vertakt over vele deelgebieden: sociaal zekerheidsrecht, belastingrecht, ruimtelijke ordeningsrecht, ambtenarenrecht, vreemdelingenrecht etc. Deze deelgebieden staan in afzonderlijke wetten.

De bestuursrechtprocedure vinden plaats bij de bestuursrechter (een gespecialiseerde rechter bij de rechtbank) en in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak bij de Raad van State (ABRvS), de Centrale Raad van Beroep (CRvB, ambtenarenrecht of sociaal verzekeringsrecht) of het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb, inzake handelingen en besluiten van publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties). Maar aan deze eigenlijke beroepsprocedure gaat vooraf de bezwaarschriftprocedure. In deze voorfase kan iemand (eiser of andere belanghebbende(n)) die het niet eens is/ zijn met een beslissing van een bestuursorgaan bezwaar indienen bij dit orgaan. Is een partij het vervolgens niet eens met de beslissing op bezwaar, dan stelt hij beroep in bij de bestuursrechter. Als de bestuursrechter (of hogere instantie) het beroep gegrond verklaart, verwijst hij in beginsel de zaak terug naar het orgaan. Na een nieuw besluit, kan opnieuw bezwaar worden ingesteld, enzovoort. Anders dan de (lijdelijke) civiele rechter stelt de bestuursrechter zich actief op bij het onderzoek naar de feiten en bij de te hanteren rechtsgronden.

Let op het begrip ‘belanghebbende’ in het bestuursrecht: dit omvat niet alleen de direct door een overheidsbesluit getroffen partij, maar ook anderen die door dit besluit in hun belangen zijn getroffen. Voor een rechtspersoon vallen onder deze belangen ook de belangen die deze persoon collectief behartigt (bijv. bij een stichting).

Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken?

Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken?

In een civiele procedure oordeelt de rechter in een geschil tussen twee burgerlijke partijen over een norm van privaatrecht. Als partijen kunnen optreden natuurlijke of rechtspersonen (bijv. een stichting, vereniging of BV). Let op: ook de overheid kan als burgerlijke partij optreden, bijvoorbeeld bij het aanbesteden van een bouwproject aan een aannemer. In kleine zaken oordeelt de sector kanton van de rechtbank. Het gaat dan om vorderingen tot 5.000 Euro of huur- en arbeidszaken.

De civiele procedure kent twee vormen: de dagvaardingsprocedure (over geschillen) en de verzoekschriftprocedure (over administratieve zaken als aanwijzing van een voogd). Een dagvaardingsprocedure speelt zich af tussen eiser en gedaagde en eindigt in een vonnis. Een dagvaarding bevat een vordering (petitum) en de grondslag ervoor (fundamentum petendi). Bij een verzoekschriftprocedure zijn een verzoeker (of rekwestrant) en verweerder (of gerekwestreerde) betrokken. De procedure eindigt in een beschikking.

Een civiele procedure kan tot verschillende uitkomsten leiden: de rechter kan zich onbevoegd verklaren, de eiser niet ontvankelijk vanwege redenen die buiten het eigenlijke geschil zijn gelegen als verloop van een termijn, de vordering afwijzen danwel geheel of gedeeltelijk toewijzen.

Meer lezen:

Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken?

Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken?

In de strafrechtelijke procedure staan als partijen tegenover elkaar enerzijds een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (OM) en anderzijds de verdachte (meestal vertegenwoordigd door een raadsman). Het OM heeft een parket bij iedere rechterlijke instantie. Op het niveau van de Rechtbank gaat het om een officier van justitie (OvJ), bij het Hof om Advocaten-Generaal onder leiding van de Procureur-Generaal, bij de HR eveneens om Advocaten-Generaal onder leiding van de Procureur-Generaal bij de HR. Let op: het parket bij de HR heeft deels andere taken dan dat bij Hof en Rechtbank. Dit heeft gevolgen voor de rechtspositie van de leden van het parket bij de HR.

De strafrechtelijke procedure vangt aan met de dagvaarding uitgebracht door de OvJ. Deze dagvaarding bevat de de verdachte tenlastegelegde feiten. Tijdens de rechtszitting beantwoordt de rechter de formele vragen van art. 348 Sv en de materiële vragen van art. 350 Sv. De formele vragen betreffen de geldigheid van de dagvaarding, bevoegdheid van de rechter, ontvankelijkheid van de OvJ en mogelijke redenen voor schorsing van de vervolging. De materiële vragen hebben betrekking op het bewijs van de feiten (niet bewezen, dan vrijspraak), de strafbaarheid van de feiten (indien niet, dan ontslag van rechtsvervolging), strafbaarheid van de verdachte (indien niet omdat er schulduitsluitingsgronden van toepassing zijn, dan volgt eveneens ontslag van rechtsvervolging) en tenslotte op de straf of maatregel. Daarnaast behandelt de rechter andere relevante strafrechtelijke wetsartikelen.

Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken?

Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken?

In de strafrechtelijke procedure staan als partijen tegenover elkaar enerzijds een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (OM) en anderzijds de verdachte (meestal vertegenwoordigd door een raadsman). Het OM heeft een parket bij iedere rechterlijke instantie. Op het niveau van de Rechtbank gaat het om een officier van justitie (OvJ), bij het Hof om Advocaten-Generaal onder leiding van de Procureur-Generaal, bij de HR eveneens om Advocaten-Generaal onder leiding van de Procureur-Generaal bij de HR. Let op: het parket bij de HR heeft deels andere taken dan dat bij Hof en Rechtbank. Dit heeft gevolgen voor de rechtspositie van de leden van het parket bij de HR.

De strafrechtelijke procedure vangt aan met de dagvaarding uitgebracht door de OvJ. Deze dagvaarding bevat de de verdachte tenlastegelegde feiten. Tijdens de rechtszitting beantwoordt de rechter de formele vragen van art. 348 Sv en de materiële vragen van art. 350 Sv. De formele vragen betreffen de geldigheid van de dagvaarding, bevoegdheid van de rechter, ontvankelijkheid van de OvJ en mogelijke redenen voor schorsing van de vervolging. De materiële vragen hebben betrekking op het bewijs van de feiten (niet bewezen, dan vrijspraak), de strafbaarheid van de feiten (indien niet, dan ontslag van rechtsvervolging), strafbaarheid van de verdachte (indien niet omdat er schulduitsluitingsgronden van toepassing zijn, dan volgt eveneens ontslag van rechtsvervolging) en tenslotte op de straf of maatregel. Daarnaast behandelt de rechter andere relevante strafrechtelijke wetsartikelen.

Samenvatting, rechtsregel of interpretatie van een arrest zoeken?

Samenvatting, rechtsregel of interpretatie van een arrest zoeken?

Waar kan je JoHo samenvattingen van en over arresten, rechtsregels en juridische interpretaties vinden?

Waar te beginnen met het lezen van een arrest van de HR?

Waar te beginnen met het lezen van een arrest van de HR?

Waar te beginnen met het lezen van een arrest van de HR?

  • Het lezen van een arrest van de Hoge Raad is wat moeilijker dan het lezen van een vonnis van een rechtbank. Dit komt o.a doordat de zaak bij de Hoge Raad wordt aangebracht als er al een procedure bij de lagere rechter is gevoerd. Ook oordeelt de Hoge Raad alleen over de juiste toepassing van het recht en de uitleg van het recht. Hij oordeelt niet over de feiten.

  • Bij het lezen van een arrest van de Hoge Raad moet de volgende volgorde worden aangehouden:

Samenvatting:

  • Begin met het lezen van de essentie of de samenvatting. Hierdoor wordt de eerste indruk verkregen over waar het arrest precies over gaat.

Het eigenlijke arrest van de Hoge Raad

  • Lees het eigenlijke arrest van de Hoge Raad. Het eigenlijke arrest bestaat uit de hiervoor genoemde vier onderdelen. Begin met het geding in feitelijke instanties. Hierdoor krijgt men inzicht in de rol van de partijen in de verschillende procedures: eerste aanleg, hoger beroep en cassatie.

Conclusie van de P-G of A-G en de noot onder het arrest:

  • Llees de conclusie en/of de noot om een beter begrip te krijgen van de uitspraak.

  • De conclusie bestaat uit een overzicht van de zaak, de feiten en het procesverloop.

  • Aan het einde van de conclusie staat het advies van de P-G of de A-G aan de Hoge Raad. Het advies van de P-G of de A-G luidt meestal: de conclusie strekt tot verwerping van het beroep of de conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest of de conclusie strekt tot vernietiging en verwijzing.

 

  

 

 

Trainingen, Testen & Toepassingen

 

Communicatie en kennisoverdracht: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen

Communicatie en kennisoverdracht: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen

Boeksamenvatting bij Communication skills for medicine van Lloyd & Bor

Boeksamenvatting bij Communication skills for medicine van Lloyd & Bor

Samenvattingen en studiehulp bij Communication skills for medicine van Lloyd & Bor

  • Boeksamenvatting bij Communication skills for medicine van Lloyd & Bor is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Communicatieskills - Welke communicatievaardigheden zijn belangrijk in de medische sector? - Chapter 1
  • Communicatieskills - Hoe valt basiscommunicatie toe te passen in de medische sector? - Chapter 2
  • Communicatieskills - Hoe vorm aan gespreksvoering in de medische sector? - Chapter 3
  • Communicatieskills - Hoe rekening te houden met culturele verschillen in de medische sector ? - Chapter 7
  • Communicatieskills - Wat zijn mogelijke uitdagingen in communicatie binnen de medische sector? - Chapter 11

Naar de samenvatting

Meer lezen

Communicatie en marketing als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen binnen de communicatie- en marketingsector in het buitenland

Boeksamenvatting bij Corporate Communication: A guide to theory and practice van Cornelissen

Boeksamenvatting bij Corporate Communication: A guide to theory and practice van Cornelissen

Samenvattingen en studiehulp bij Corporate Communication: A guide to theory and practice van Cornelissen

  • Boeksamenvatting bij Corporate Communication: A guide to theory and practice van Cornelissen is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Wat is bedrijfscommunicatie? - chapter 1
  • Hedendaagse bedrijfscommunicatie - chapter 2
  • Stakeholders - chapter 3
  • De organisatie in de markt - chapter 4
  • Een goede strategie - chapter 5
  • Programma's en campagnes - chapter 6
  • Meten is weten - chapter 7
  • Werken met de media - chapter 8
  • Banden met werknemers - chapter 9
  • Omgaan met actuele kwesties - chapter 10
  • Communiceren in een crisis - chapter 11
  • Verandering binnen een organisatie - chapter 12
  • Verantwoordelijkheden en relaties - chapter 13
  • De invloed van social media - chapter 14

Naar de samenvatting

Meer lezen

Communicatie en marketing als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen binnen de communicatie- en marketingsector in het buitenland

Boeksamenvatting bij Discoursanalyse: Communicatie op de werkvloer van Bos

Boeksamenvatting bij Discoursanalyse: Communicatie op de werkvloer van Bos

Samenvattingen en studiehulp bij Discoursanalyse: Communicatie op de werkvloer van Bos

  • Boeksamenvatting bij Discoursanalyse: Communicatie op de werkvloer van Bos is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Wat is bedrijfscommunicatie? - chapter 1
  • Hedendaagse bedrijfscommunicatie - chapter 2
  • Stakeholders - chapter 3
  • De organisatie in de markt - chapter 4
  • Een goede strategie - chapter 5
  • Programma's en campagnes - chapter 6
  • Meten is weten - chapter 7
  • Werken met de media - chapter 8
  • Banden met werknemers - chapter 9
  • Omgaan met actuele kwesties - chapter 10
  • Communiceren in een crisis - chapter 11
  • Verandering binnen een organisatie - chapter 12
  • Verantwoordelijkheden en relaties - chapter 13
  • De invloed van social media - chapter 14

Naar de samenvatting

Meer lezen

Communicatie en marketing als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen binnen de communicatie- en marketingsector in het buitenland

Boeksamenvatting bij Essentie van de communicatie van Michiels

Boeksamenvatting bij Essentie van de communicatie van Michiels

Samenvattingen en studiehulp bij Essentie van de communicatie van Michiels

  • Boeksamenvatting bij Essentie van de communicatie van Michiels is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • A. Basis van communicatie
  • B. Beeldvorming van een bedrijf
  • C. Communicatie tussen medewerkers.
  • D. Communicatie bij verkoop
  • E. Planmatige aanpak van communicatie
  • F. Managen van klantenrelaties
  • G. Mediaberichten
  • H. Samenwerking met de pers
  • I. Visuele media
  • J. Samenwerken met externe communicatiebureaus
  • K. Het organiseren van evenementen

Naar de samenvatting

Meer lezen

Communicatie & Marketing als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Communicatiemedewerker & Marketingmedewerker

Boeksamenvatting bij Interculturele Communicatie van Nunez & Popma

Boeksamenvatting bij Interculturele Communicatie van Nunez & Popma

Samenvattingen en studiehulp bij Interculturele Communicatie van Nunez & Popma

  • Boeksamenvatting bij Interculturele Communicatie van Nunez & Popma is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Wat is cultuur en interculturele communicatie? - Chapter 1
  • Welke zes basiswaarden van cultuur hebben Edward en Mildred Hall opgesteld? - Chapter 2
  • Welke zes basiswaarden voor iedere maatschappij heeft Florence Kluckhohn geïntroduceerd? - Chapter 3
  • Wat zijn de culturele dimensies die Geert Hofstede heeft gedefinieerd? - Chapter 4
  • Hoe bereik je culturele synergie? - Chapter 5
  • Hoe word je intercultureel sensitief? - Chapter 6
  • Wat is een cultuurschok en welke fasen zijn daarin te herkennen? - Chapter 7

Naar de samenvatting

Meer lezen

Internationale betrekkingen en internationale organisatie als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen binnen het management of organisatie-advies

Boeksamenvatting bij Organisational Communication, approaches and processes van Miller

Boeksamenvatting bij Organisational Communication, approaches and processes van Miller

Samenvattingen en studiehulp bij Organisational Communication, approaches and processes van Miller

  • Boeksamenvatting bij Organisational Communication, approaches and processes van Miller is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • De ingewikkelde wereld - Chapter 1
  • Klassieke benaderingen - Chapter 2
  • Human Resources en Human Relations - Chapter 3
  • Systeem benaderingen - Chapter 4
  • Culturele benaderingen - Chapter 5
  • Kritische benaderingen - Chapter 6
  • Socialisatieprocessen - Chapter 7
  • Besluitvormingsprocessen - Chapter 8
  • Conflict management processen - Chapter 9
  • Leiderschap en organisatorische verandering - Chapter 10
  • Processen van emotie op de werkplek - Chapter 11
  • Diversiteit in de organisatie - Chapter 12
  • Technologische processen - Chapter 13
  • Organisaties en de verandering van landschap - Chapter 14

Naar de samenvatting

Meer lezen

Communicatie en marketing als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen binnen de communicatie- en marketingsector in het buitenland

Boeksamenvatting bij Origins of Human Communication van Tomasello

Boeksamenvatting bij Origins of Human Communication van Tomasello

Samenvattingen en studiehulp bij Origins of Human Communication van Tomasello

  • Boeksamenvatting bij Origins of Human Communication van Tomasello is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • 1: Focus op infrastructuur
  • 2: Intentionele communicatie van primaten
  • 3: Menselijke coöperatieve communicatie
  • 4: Ontogenetische oorsprong
  • 5: Fylogenetische oorsprong
  • 6: De grammaticale dimensie
  • 7: Van aapgebaren naar menselijke communicatie

Naar de samenvatting

Meer lezen

Communicatie & Marketing als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Communicatiemedewerker & Marketingmedewerker

Boeksamenvatting bij Patiëntgericht communiceren in de GGZ van Van Staveren

Boeksamenvatting bij Patiëntgericht communiceren in de GGZ van Van Staveren

Samenvattingen en studiehulp bij Patiëntgericht communiceren in de GGZ van Van Staveren

  • Boeksamenvatting bij Patiëntgericht communiceren in de GGZ van Van Staveren is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Wat is patiëntgericht communiceren? - Chapter 1
  • Hoe communiceert hulpverlener patiëntgericht? - Chapter 2
  • Hoe maakt de hulpverlener verbinding met de patiënt? - Chapter 3
  • Wat is de meerwaarde van luisteren, vragen stellen en stilte bij patiëntgerichte communicatie? - Chapter 4
  • Waarom is de investering in een goede samenwerkingsrelatie tussen cliënt en hulpverlener belangrijk? - Chapter 5
  • Wat is de meerwaarde van informeren en adviseren bij patiëntgerichte communicatie? - Chapter 6
  • Hoe komen de hulpverlener en patiënt samen tot een behandelplan? - Chapter 7
  • Wat is de bedoeling van een systeemgesprek bij patiëntgerichte communicatie? - Chapter 8
  • Waarom is tijdens een gesprek de slotfase zo belangrijk bij patiëntgerichte communicatie? - Chapter 9
  • Hoe gaat de hulpverlener om met weerstand van de patiënt? - Chapter 10
  • Hoe gaat de hulpverlener om met emoties van de patiënt? - Chapter 11
  • Wat is de rol van de hulpverlener in de interactie met de patiënt? - Chapter 12
  • Hoe kan de hulpverlener de patiënt motiveren tot gedragsverandering? - Chapter 13
  • Hoe kan de hulpverlener de patiënt motiveren tot tot medicatiegebruik? - Chapter 14
  • Wanneer is het toepassen van drang tot dwang noodzakelijk bij patiëntgerichte communicatie? - Chapter 15
  • Wat is belangrijk bij het voeren van een transcultureel gesprek bij patiëntgerichte communicatie? - Chapter 16
  • Wat is de rol van de hulpverlener in de interactie met een patiënt met verstandelijke beperking? - Chapter 17
  • Hoe gaat de hulpverlener om met simulaties van de patiënt? - Chapter 18
  • Hoe gaat de hulpverlener om met dissimulaties van de patiënt? - Chapter 19
  • Wat is het belang van het geven en ontvangen van kritiek en feedback bij patiëntgerichte communicatie? - Chapter 20
  • Wat voor invloed heeft de digitalisering (Health 2.0) op communicatie tussen hulpverlener en patiënt? - Chapter 21

Naar de samenvatting

Meer lezen

Communicatie en marketing als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen binnen de communicatie- en marketingsector in het buitenland

Studie en kennis: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen - bundels

Studie en kennis: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen - bundels

Juridische vaardigheden: uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen

Juridische vaardigheden: uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen

Boeksamenvatting bij Argumenteren voor Juristen van Conijn ea.

Boeksamenvatting bij Argumenteren voor Juristen van Conijn ea.

Samenvattingen en studiehulp bij Argumenteren voor Juristen van Conijn ea.

  • Boeksamenvatting bij Argumenteren voor Juristen van Conijn ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Hoofdstuk 1: De kunst van het gelijk
  • Hoofdstuk 2: Argumenteren
  • Hoofdstuk 3: Argumentatievormen
  • Hoofdstuk 4: Argumenteren in juridische context
  • Hoofdstuk 5: Aanpak van een juridische casus
  • Hoofdstuk 6: Tactiek en strategie
  • Hoofdstuk 7: Pleiten

Naar de samenvatting

Meer lezen

Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

Boeksamenvatting bij Gespreksvoering in de juridische praktijk van van den Doel ea.

Boeksamenvatting bij Gespreksvoering in de juridische praktijk van van den Doel ea.

Samenvattingen en studiehulp bij Gespreksvoering in de juridische praktijk van van den Doel ea.

  • Boeksamenvatting bij Gespreksvoering in de juridische praktijk van van den Doel ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Hoofdstuk 1 De basisvaardigheden van elke gespreksvoering
  • Hoofdstuk 2 De vergadering
  • Hoofdstuk 3 Samenwerken op verschillende niveaus
  • Hoofdstuk 4 Telefonische gespreksvoering
  • Hoofdstuk 5 Solliciteren naar een baan
  • Hoofdstuk 6 Presenteren met een doel
  • Hoofdstuk 7 Communiceren via het geven van voorlichting
  • Hoofdstuk 8 Argumenteren om te overtuigen
  • Hoofdstuk 9 Advies geven
  • Hoofdstuk 10 Het gesprek waarin slecht nieuws wordt gebracht
  • Hoofdstuk 11 Omgaan met conflicten
  • Hoofdstuk 12 Onderhandelen om tot overeenstemming te komen
  • Hoofdstuk 13 Probleemoplossing met mediation
  • Hoofdstuk 14 Gedragsverandering

Naar de samenvatting

Meer lezen

Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

Boeksamenvatting bij Juridische Basisvaardigheden van Hoogewerf ea.

Boeksamenvatting bij Juridische Basisvaardigheden van Hoogewerf ea.

Samenvattingen en studiehulp bij Juridische Basisvaardigheden van Hoogewerf ea.

  • Boeksamenvatting bij Juridische Basisvaardigheden van Hoogewerf ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Hoe moet er in een wettenbundel gezocht worden? - Chapter 1
  • Hoe moeten wetsartikelen geanalyseerd worden? - Chapter 2
  • Hoe wordt een casus opgelost? - Chapter 3
  • Hoe raadpleeg je wetsstukken? - Chapter 4
  • Hoe wordt de bevoegde rechter gevonden? - Chapter 5
  • Hoe moeten vonnissen en arresten gelezen worden? - Chapter 6
  • Hoe wordt een juridisch betoog geschreven? - Chapter 7

Naar de samenvatting

Meer lezen

Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

Boeksamenvatting bij Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren van Kloosterhuis

Boeksamenvatting bij Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren van Kloosterhuis

Samenvattingen en studiehulp bij Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren van Kloosterhuis

  • Boeksamenvatting bij Juridische methoden, casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren van Kloosterhuis is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Wat zijn juridische vaardigheden? - Chapter 1
  • Waar vind je de relevante wetsartikelen? - Chapter 2
  • Hoe dien je rechtsregels te lezen? - Chapter 3
  • Hoe los je een casus op? - Chapter 4
  • Hoe bestudeer je civielrechtelijke uitspraken? - Chapter 5
  • Hoe bestudeer je strafrechtelijke uitspraken? - Chapter 6
  • Hoe bestudeer je bestuursrechtelijke uitspraken? - Chapter 7
  • Hoe ken je de juiste betekenis toe aan juridische termen? - Chapter 8
  • Hoe zet je een juridisch betoog op en hoe houd je een pleidooi? - Chapter 9

Naar de samenvatting

Meer lezen

Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

Boeksamenvatting bij Juridische onderzoeksvaardigheden van Hoogewerf e.a.

Boeksamenvatting bij Juridische onderzoeksvaardigheden van Hoogewerf e.a.

Samenvattingen en studiehulp bij Juridische onderzoeksvaardigheden van Hoogewerf e.a.

  • Juridische en bestuurlijke vaardigheden: leren of versterken is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Wat is de theorie en de achtergrond van het onderzoek? - Chapter 1
  • Hoe wordt een onderzoeksplan gemaakt? - Chapter 2
  • Wat zijn de onderzoeksmethoden? - Chapter 3
  • Hoe wordt een onderzoeksrapport gemaakt? - Chapter 4
  • Hoe te verwijzen naar bronnen en literatuur? - Chapter 5

Naar de samenvatting

Meer lezen

Juridische vaardigheid & Rechtspraktijk als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

Boeksamenvatting bij Juridische vaardigheden van Loonstra ea.

Boeksamenvatting bij Juridische vaardigheden van Loonstra ea.

Samenvattingen en studiehulp bij Juridische vaardigheden van Loonstra ea.

  • Boeksamenvatting bij Juridische vaardigheden van Loonstra ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Hoe moet omgegaan worden met een wettenbundel? - Chapter 1
  • Hoe moet er worden omgegaan met wetsartikelen? - Chapter 2
  • Hoe wordt er recht gesproken? - Chapter 3
  • Hoe moet er gebruik gemaakt worden van juridische literatuur? - Chapter 4
  • Hoe worden wetten gemaakt? - Chapter 5
  • Hoe moeten casussen opgelost worden? - Chapter 6
  • Wat is de vakjargon? - Chapter 7
  • Hoe moet er met dossiers omgegaan worden? - Chapter 8

Naar de samenvatting

Meer lezen

Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

Boeksamenvatting bij Zoeken in juridische databanken van Hoogewerf ea.

Boeksamenvatting bij Zoeken in juridische databanken van Hoogewerf ea.

Samenvattingen en studiehulp bij Zoeken in juridische databanken van Hoogewerf ea.

  • Boeksamenvatting bij Argumenteren voor Juristen van Conijn ea. is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Wat is de theorie en de achtergrond van het onderzoek? - Chapter 1
  • Hoe wordt een onderzoeksplan gemaakt? - Chapter 2
  • Wat zijn de onderzoeksmethoden? - Chapter 3
  • Hoe wordt een onderzoeksrapport gemaakt? - Chapter 4
  • Hoe te verwijzen naar bronnen en literatuur? - Chapter 5

Naar de samenvatting

Meer lezen

Juridische vaardigheid en Rechtspraak als studie en kennisgebied

Werken en jezelf ontwikkelen als Advocaat & Jurist

Boeksamenvatting bij Pleitwijzer: succesvol pleiten in de praktijk van Klink & Broekers-Knol

Boeksamenvatting bij Pleitwijzer: succesvol pleiten in de praktijk van Klink & Broekers-Knol

Samenvattingen en studiehulp bij Pleitwijzer: succesvol pleiten in de praktijk van Klink & Broekers-Knol

  • Boeksamenvatting bij Pleitwijzer: succesvol pleiten in de praktijk van Klink & Broekers-Knol is gedeeld op JoHo WorldSupporter

Inhoudsopgave

  • Wanneer ontstond de retorica? - Chapter 1
  • Welke vier wetten voor succesvolle communicatie zijn te onderscheiden? - Chapter 2
  • Wat is het onderscheid tussen moderne en klassieke pleitretoriek? - Chapter 3
  • Wat is het gevaar van de retoriek? - Chapter 4
  • Wat is het nut van decorum, probatio en refutatio? - Chapter 5
  • Welke functie heeft het pleidooi in het proces? - Chapter 6
  • Welk nut heeft retorica bij de rechter? - Chapter 7
  • Wat zijn ethos, pathos en logos? - Chapter 8
  • Welke tegenargumenten kun je verwachten? - Chapter 9
  • Wat zijn de belangrijkste redeneerfouten? - Chapter 10
  • Hoe deel je je betoog in? - Chapter 11
  • Welke stijlkenmerken dient een juridisch pleidooi te bezitten? - Chapter 12
  • Hoe wordt een betoog verlevendigd? - Chapter 13
  • Hoe onthoud je je pleidooi? - Chapter 14
  • Wat is van belang bij de presentatie van een betoog? - Chapter 15
  • Hoe werkt een betoog in de praktijk van een proces? - Chapter 16
  • Op welke wijze zet je het betoog op? - Chapter 17
  • Hoe werken argumenten, beschouwing en pleitnota in de rechtspraktijk? - Chapter 18
  • Hoe gaat het mondelinge gedeelte van het juridisch pleidooi in zijn werk? - Chapter 19
  • Welke adviezen zijn relevant bij pleiten in bestuursrechtelijke of fiscale zaken? - Chapter 20
  • Hoe gaat het requisitoir? - Chapter 21
  • Wat is de rol van retoriek in het heden? - Chapter 22

Naar de samenvatting

Meer lezen

Wetenschap en onderzoek als studie en kennisgebied

Werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen bij onderzoeksorganisaties of wetenschappelijke instellingen in binnen- en buitenland

       

 

  

   Meer competenties of contenties checken

 

JoHo: competentie begrijpen

"Een leven lang leren en studeren om de ervaringen die je tijdens je werk, je reizen of je vrije tijd opdoet, op een juiste plek te zetten, een logisch gevolg te gevenen tot zinvol leven te laten leiden"

 

= JoHo Contenties & Competenties

  • Contenties zijn die elementen (waarden) die leiden tot een tevreden leven, een tevreden groep of een tevreden maatschappij./ Het betreft elementen die een rol spelen bij de mate van tevredenheid die je als mens of als groep mensen (organisatie, familie) zou kunnen hebben. Deze elementen komen al sinds de oudheid in de literatuur voor. Ze worden aangemerkt als cruciale en bepalende elementen in het kader van geluk en tevredenheid.

  • Competenties (skills) zijn vaardigheden en eigenschappen die je kunt testen en opdoen tijdens je studie, je stage, je werk of bijvoorbeeld je reizen.De competenties vormen een serie handvatten op grond waarvan jij betere keuzes kunt maken en je carrière of levensinvulling dichter bij jezelf of je wensen kunt brengen.JoHo gaat er vanuit dat hoe beter jij je keuzes maakt, des beter dat in het algemeen ook voor een ander is.

  • Competenties  kunnen worden ingezet om Contenties te bereiken