Samenvattingen en studiehulp bij Mastering Modern Psychological Testing van Reynolds & Livingston - Boektool

  Tools

De hele tekst op deze pagina lezen? Alle JoHo tools gebruiken? Sluit je dan aan bij JoHo en log in!
 

Aansluiten bij JoHo als abonnee of donateur

The world of JoHo footer met landenkaart

Boektool voor JoHo abonnees

 

Boek: Mastering Modern Psychological Testing van Reynolds & Livingston

Studietools: Bulletsamenvatting - Boeksamenvattingen – TentamenTests

JoHo: crossroads via bundels
Mededelingen en laatste stand van tool, wijzer, vak of boek

Samenvattingen Tools

 Gepubliceerd

  • Nederlandse bulletsamenvatting bij alle hoofdstukken van de 1e druk

  • Nederlandse boeksamenvatting bij alle hoofdstukken van de 1e druk

 

Test Tools

 Gepubliceerd

  • Nederlandse TentamenTests bij alle hoofdstukken van de 1e druk

 

Tools in Print

Gepubliceerd

  • Nederlandse boeksamenvatting bij alle hoofdstukken van de 1e druk

 

Boeksamenvatting per hoofdstuk

Samenvattingen per hoofdstuk bij de 1e druk van Mastering Modern Psychological Testing van Reynolds & Livingston - Bundel

Samenvattingen per hoofdstuk bij de 1e druk van Mastering Modern Psychological Testing van Reynolds & Livingston - Bundel

Study guide with Mastering Modern Psychological Testing by Reynolds & Livingston

Study guide with Mastering Modern Psychological Testing by Reynolds & Livingston

Study guide with Mastering Modern Psychological Testing

Online summaries and study assistance with the 1st edition of Mastering Modern Psychological Testing by Reynolds & Livingston

Related content on joho.org

Wat is psychologisch testen? - Chapter 1

Wat is psychologisch testen? - Chapter 1

Een korte geschiedenis

Als de bekende “Appel Test” van Eva in de Tuin van Eden niet meetelt, waren de Chinezen in 2200 voor Christus de eerste die echt gebruik maakten van tests. Zij testten de competentie van toekomstige overheidsfunctionarissen door hun schriftelijk te ondervragen over kennis over de wet, geografie, landbouw, en andere onderwerpen.

In de 18e en vroeg 19e eeuw was Gauss de eerste die officieel het principe van een meetfout constateerde en specifieke verdelingskenmerken rapporteerde (Gauss-curve, ofwel de normaalverdeling). In de 19e eeuw ontwikkelden psychiaters in Engeland en de Verenigde Staten classificatiesystemen om mentale problemen te groeperen. Ook promootte onder andere Kraeplin het gebruik van de vrije associatie test bij psychiatrische patiënten, een test waarbij een persoon aan de hand van een stimulus de eerste respons moet geven die hij of zij met die stimulus associeert. Een aantal psychologen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het testen van de cognitieve vaardigheden, waarbij het gebruik van objectieve procedures de belangrijkste ontwikkeling was, zijn Galton, Cattell en Wissler. Galton was de grondlegger van mentale tests: hij was de eerste die op grootschalig niveau systematisch individuele verschillen in fysieke, sensorische en motorische data verzamelde en met elkaar vergeleek. De focus lag op de correlatie van deze data met de intellectuele capaciteiten (“brass instruments era”). Samen met Cattell ontwikkelde Galton de eerste gestandaardiseerde vragenlijsten die werden gebruikt om persoonlijkheid te meten. Cattell was ook de eerste die de term “mentale test” gebruikte in een gepubliceerd artikel. Wissler weerlegde (deels onterecht) de notie dat intellectuele vaardigheden en de sensorisch-motorische data correleren: dit introduceerde een tijdperk waarin intellect gezien ging worden als een geraffineerder mentaal proces van hogere orde (zoals Binet deed).

Ook in de 20e eeuw werden veel tests ontwikkeld. Zo kwamen Binet en Simon aan het begin van de 20e eeuw met de Binet-Simon scale. Deze schaal mat intelligentie onder andere aan de hand van beredenering, begrip en het korte termijn geheugen van een persoon. De Binet-Simon scale was een goede voorspeller voor academisch succes en wordt, na enige herzieningen, nog steeds gebruikt. In de Verenigde Staten kreeg de intelligentietest een boost doordat het leger vlak voor de Eerste Wereldoorlog gebruik ging maken van Alfa (verbale) en Beta (non-verbale) bekwaamheidstaken voor rekruten. Verder ontwikkelde Woodworth in 1918 de Personal Data Sheet: de eerste formele persoonlijkheidstest. In de jaren '20 ontwikkelde Rosarch de Rosarch Inktblok Test, wat tot het begin van de 21e eeuw een van de meest gebruikte tests is. In de jaren ’30 ontwikkelde Wechsler een intelligentietest die zowel verbale als non-verbale intelligentie mat: tegenwoordig zijn de (herziene) Wechsler intelligentietests de populairste intelligentietests. De Minnesota Multiphasic Personality Inventory, oftewel de MMPI (oorspronkelijk geïntroduceerd in de jaren ’40, tegenwoordig is er een MMPI-2) vergemakkelijkt de diagnose van psychiatrische stoornissen en is nu de populairste methode om de persoonlijkheid te beoordelen.

Wat is het verschil tussen test, measurement en assessment?

De termen test, measurement en assessment worden vaak door elkaar gebruikt. Toch is er een wezenlijk verschil tussen de drie:

  • Een test is een middel of procedure waarmee een deel van het gedrag van een persoon in kaart wordt gebracht, geëvalueerd wordt en gescoord wordt, met behulp van gestandaardiseerde procedures.
  • Measurement wordt letterlijk vertaald als 'meting'. In deze samenvatting zal het woord measurement echter gebruikt worden. Bij measurement wordt er aan een aantal regels gehouden om zo kenmerken, gedrag en attributen van personen te becijferen.
  • Assessment wordt letterlijk vertaald als 'vaststelling'. Omdat deze vertaling de lading van het woord niet dekt, zal in het vervolg het woord assessment worden gebruikt. Assessment is elke systematische manier waarop informatie wordt verzameld om karakteristieken van mensen of objecten te kunnen begrijpen. Bij assessment worden meerdere scores en tests gebruikt om de informatie te verzamelen.

Assessment is de term die meestal wordt gebruikt om het testen en meten van personen te weergeven: de termen measurement en testing worden minder vaak gebruikt omdat ze een negatieve lading hebben. Twee andere belangrijke termen die veel zullen terugkomen zijn betrouwbaarheid (de stabiliteit of consistentie van testscores) en validiteit (de accuraatheid van de interpretatie van testscores).

Welke verschillende soorten tests en scoring zijn er?

Tests

Cronbach deelde in 1990 tests op in maximale prestatie tests en typische respons tests.

Maximale prestatie tests worden gebruikt om het maximale kunnen van een persoon te meten. Een voorbeeld hiervan is een intelligentietest. Er zijn drie voornaamste indelingen:

  1. Ten eerste wordt er onderscheid gemaakt tussen een prestatietest of een bekwaamheidstest. Een prestatietest meet kennis van een persoon in een specifiek domein. Hierbij wordt gekeken welke kennis een persoon heeft verworven. Een bekwaamheidstest meet kennis met betrekking tot levenservaring. Bekwaamheidstests zijn goede voorspellers voor toekomstig succes.
  2. Daarnaast spreek je van een objectieve of een subjectieve test. Een objectieve test kan door een computer nagekeken worden omdat een vastgestelde sleutel wordt gebruikt, waardoor de manier van beoordelen altijd gelijk is. Een subjectieve test moet worden nagekeken door een persoon.
  3. Als laatste moeten maximale prestatie tests worden ingedeeld in speed of power tests. Een speed test bevat relatief makkelijke items en meet de snelheid waarmee een persoon de test doorloopt. Bij een power test gaat het om de moeilijkheidsgraad van de vragen die de persoon juist beantwoordt. De tijd waarin de test doorlopen wordt, is hierbij niet van belang. De meeste tests zijn echter een combinatie van een speed en power test.

Typische respons tests meten het typische gedrag van de onderzochte en worden meestal gebruikt om de persoonlijkheid te meten. Typische respons tests zijn er in verschillende vormen:

  • Bij objectieve persoonlijkheidstests worden items op een objectieve manier beoordeeld door middel van een vastgestelde antwoordsleutel. Over de interpretatie van het antwoord kan niet worden gediscussieerd.
  • Bij projectieve persoonlijkheidstests krijgt de persoon een onduidelijke stimulus te zien, waarop hij de eerste respons moet geven die in hem naar boven kwam. Onderzoekers denken dat op deze manier onbewuste driften naar boven komen. Projectieve persoonlijkheidstests gebruiken ongestructureerd of ambigu materiaal dat een oneindige mogelijkheid aan reacties teweeg kan brengen (“wat ziet u in deze inktvlek?) . De projectieve hypothese stelt dat het individu reageert op een manier dat haar/zijn onbewuste behoeftes en motieven reflecteert zonder interferentie van de ego of het bewuste denken.

Bij alle soorten tests kan nog onderscheid gemaakt worden tussen gestandaardiseerde en niet-gestandaardiseerde tests. Bij een gestandaardiseerde test zijn de testcondities zoveel mogelijk hetzelfde voor alle personen die de test ondergaan. Een niet-gestandaardiseerde test is minder formeel. Verder kunnen alle tests ook nog onderverdeeld worden in individuele tests of groepstests. Individuele tests zijn ontwikkeld om af te nemen bij 1 persoon per keer. Groepstests kunnen worden afgenomen bij meer dan 1 persoon per keer.

Scoring

Scores op een test kunnen op verschillende manier geïnterpreteerd worden. Normgerichte scores worden relatief geïnterpreteerd. Dit betekent dat de scores worden vergeleken met de scores van andere mensen. Criteriumgerichte scores worden vergeleken met een absolute standaard, waarbij het criterium van te voren is vastgesteld en los staat van prestaties van anderen.

Welke aannames worden er gedaan?

  • Psychologische constructen, zoals intelligentie en depressie, bestaan.
  • Psychologische constructen kunnen gemeten worden.
  • Het meten van constructen gebeurt nooit perfect. Er is altijd een mate van error aanwezig. Dit geldt voor metingen in alle vakgebieden (oftewel: error is inherent aan alle metingen).
  • Elk construct kan op verschillende manieren gemeten worden, waarbij elke testmethode zijn voor- en nadelen heeft. Angst kan bijvoorbeeld het best gemeten worden door een combinatie van interviews en observaties.
  • Belangrijke beslissingen moeten genomen worden op basis van meerdere testen. Een diagnose moet accuraat vastgesteld worden en dit mag nooit op basis van een enkele meting.
  • De prestatie op tests kan gegeneraliseerd worden naar niet-geteste gedragingen.
  • Testen, ook al zijn ze niet perfect, geven nuttige informatie waardoor psychologen betere beslissingen kunnen maken.
  • Testen kunnen op een eerlijke manier afgenomen worden, maar er is niet één test die geheel eerlijk is voor alle participanten.
  • Testen kunnen vooroordelen opleveren voor individuen en de maatschappij.

De voornaamste reden dat mensen tests gebruiken, is omdat mensen niet goed zijn in het objectief beoordelen van anderen, en de meeste metingprocedures die niet gebaseerd zijn op tests bevatten een subjectief oordeel. Testen geven ons het idee dat het ons informatie oplevert over belangrijke psychologische constructen, waardoor psychologen betere beslissingen kunnen maken.

Hoe wordt een assessment toegepast?

Elk jaar worden er zo’n 20.000 nieuwe psychologische testen ontwikkeld. Hierbij moet rekening gehouden worden met richtlijnen van The Standard for Educational and Psychological Testing. Door middel van deze richtlijnen hebben participanten die deelnemen aan een test rechten met betrekking tot vertrouwelijkheid en de informatie die ze krijgen. Testen kennen verschillende toepassingen, zo kunnen ze onder andere gebruikt worden bij de diagnosestelling, het opstellen van een behandelplan, zelfreflectie, als evaluatie, bij het beslissen van het toekennen van een licentie of voor wetenschappelijke doeleinden.

Assessment ontwikkelt zich steeds verder in de 21e eeuw. Een nieuwe vorm van testen is Computerized Adaptive Testing (CAT). Hierin selecteert de computer items met een bepaalde moeilijkheidsgraad voor de participant. Deze items worden geselecteerd op basis van de prestatie van de participant op eerdere items.

Wat zijn basis meettechnieken binnen het psychologisch testen? - Chapter 2
Hoe kun je testscores interpreteren? - Chapter 3
Hoe zorg je dat testscores betrouwbaar zijn? - Chapter 4
Wat betekent validiteit binnen het psychologisch testen? - Chapter 5
Hoe kun je items ontwikkelen binnen het psychologisch testen? - Chapter 6
Wat betekent item analyse binnen het psychologisch testen? - Chapter 7
Wat houdt een prestatietest binnen het psychologisch testen in? - Chapter 8
Hoe kan intelligentie worden gemeten? - Chapter 9

Hoe kan intelligentie worden gemeten? - Chapter 9


Welke verschillende tests zijn er?

In hoofdstuk 1 werd al gezegd dat maximale prestatietests worden ingedeeld in prestatietests en begaafdheidstests. Simpelweg meten prestatietests de kennis van een student in een specifiek domein en meten begaafdheidstests kennis die een student in zijn totale leven heeft opgedaan. Om algemene intelligentie te meten zijn begaafdheidstests (“aptitude” tests) breder dan prestatietests. Tegenwoordig worden begaafdheidstests en intelligentietests door elkaar heen gebruikt, maar intelligentietests zijn niet de enige soort begaafdheidstests. Begaafdheidstests laten de cumulatieve impact van levenservaringen op vaardigheden zien. Begaafdheidsscores laten zien hoe goed een persoon op een specifiek moment in de tijd scoort op een bepaalde vaardigheid. Deze scores kunnen toekomstige prestaties voorspellen, maar deze voorspellingen zijn zeker niet perfect.

Veel testexperts zien zowel intelligentie- al begaafdheidstests als tests die de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden meten op een continuüm, en niet zozeer als twee aparte soorten tests. Dit continuüm laat de mate zien in hoeverre de gemeten vaardigheden afhankelijk is van de vaardigheden die we op school geleerd hebben. Links op het continuüm liggen de zeer specifieke tests en rechts op het continuüm liggen de zeer algemene tests. Extreem links zijn de tests te vinden die door leraren voor een klas gemaakt worden. Extreem rechts zijn de intelligentietests te vinden die non-verbaal en cross-cultureel worden gemeten. Algemene intelligentietests zijn de meest populaire en gebruikte tests in de psychologie.

Een korte geschiedenis

Het is moeilijk om een definitie te vinden voor intelligentie waar iedereen zich in kan vinden. De vaardigheden probleemoplossend vermogen, abstract redeneren en de vaardigheid om kennis te verwerven zijn in elke definitie wel te vinden, maar over verdere invulling van de definitie van intelligentie bestaat nog geen consensus. In het onderzoek naar intelligentie wordt een IQ score verkregen. Dit is de meest gebruikte operationele definitie van intelligentie in onderzoek.

Intelligentietests begonnen in school. Aan het begin van 1900 wilde Frankrijk leerprogramma’s ontwikkelen voor kinderen die niet over de cognitieve vaardigheden beschikten waar de meeste kinderen wel over beschikten. In 1905 werd de Binet-Simon schaal ontwikkeld op verzoek van de Franse overheid. De nadruk van deze schaal lag op verbale items, waarmee begrip, redenatie en korte-termijn geheugen kon worden gemeten. De Binet-Simon schaal werd een aantal keer herzien, waarna uiteindelijk de Stanford-Binet Intelligentie Schaal ontstond. De SB5 wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt, maar heeft aan populariteit moeten inleveren vanwege problemen en ontevredenheid met de herziene versies. IQ wordt in deze schaal op een ordinaal niveau gemeten. Het ontwikkelen van de SB5 zorgde ervoor dat meer testexperts hun eigen intelligentietests ontwikkelden. De ene test legde meer nadruk op verbale en kwantitatieve vaardigheden, terwijl de andere test meer nadruk legde op visuele en oplossend vermogen vaardigheden.

Na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde vaardigheidstests zich in rap tempo in de Verenigde Staten. Het leger had een manier nodig om mensen als geschikt of ongeschikt in te delen. De begaafdheidstests “Army Alpha” (verbaal) en “Army Beta” (nonverbaal) resulteerde uiteindelijk in de Scholastic Assessment Test (SAT). De SAT geeft objectieve criteria voor het toekennen van plekken op onder andere scholen.

In de jaren ’30 ontwikkelde Wechsler een intelligentietest die verbale en non-verbale vaardigheden in dezelfde test mat. Voor deze tijd bestonden alleen tests die ofwel verbale ofwel non-verbale vaardigheden maten. Wechsler mat intelligentie op een interval schaal. Wechsler heeft versies ontwikkeld voor verschillende leeftijdsgroepen die na Wechsler’s dood meerdere keren zijn herzien. Wecshler’s intelligentietests zijn tegenwoordig de meest gebruikte intelligentietests.

Hoe worden begaafdheids- en intelligentietests op scholen gebruikt?

Intelligentie- en begaafdheidstests hebben verschillende toepassingen. Zo laten deze tests de zwakke en sterke kanten van een student zien. Studenten die laag scoren op deze tests hebben misschien een cognitieve stoornis. Verder kunnen intelligentie- en begaafdheidstests o.a. helpen in het selecteren van studenten voor moeilijkere schoolprogramma’s.

De discrepantie tussen begaafdheid en prestatie

De discrepantie tussen begaafdheid en prestatie vergelijkt de prestatie van een persoon op een begaafdheidstest met de prestatie op een prestatietest. Deze discrepantie kan leerproblemen aanduiden bij een persoon. Als de prestatiescores significant hoger zijn dan de begaafdheidsscores, suggereert dit dat de persoon moeite heeft met het oplossen van nieuwe problemen en het toepassen van vaardigheden in nieuwe situaties. Deze persoon kan profijt hebben van activiteiten die nadruk leggen op creativiteit en veralgemenisering. Als de prestatiescores significant lager zijn dan de begaafdheidsscores, kan dit op academische onderprestatie duiden. Te weinig motivatie of inadequate mogelijkheden om te leren zijn factoren die kunnen leiden tot academische onderprestatie. Ook kunnen medische factoren zoals een verminderd zicht en psychologische factoren zoals ADHD een rol spelen.

Maar wanneer is er sprake van een significante discrepantie tussen begaafdheid en prestatie? Om deze vraag te kunnen beantwoorden worden prestatie- en begaafdheidstests gekoppeld of geconformeerd aan een gestandaardiseerde prestatietest. Hoewel veel gebruik wordt gemaakt van begaafdheid-prestatie vergelijkingen, zijn veel testexperts het hier niet mee eens. Zij stellen namelijk dat deze discrepantie vaak komt door meetfouten, verschillen in de gemeten inhoud en variaties in de attitude en motivatie van de student bij de verschillende tests. Hoewel de psychometrische problemen makkelijk(er) zijn op te lossen, kunnen de non-cognitieve factoren moeilijker gecontroleerd worden.

Respons op interventie (RTI)

Er ontstaat meer en meer kritiek op de afhankelijkheid van het begaafdheid-prestatie verschil om leerproblemen te diagnosticeren. De RTI is een betere manier om specifieke leerbelemmeringen te meten. Bij de RTI krijgen studenten eerst een algemene instructie over de test van hun leraar. Daarna wordt toezicht gehouden op de vooruitgang van de studenten. Degenen die niet reageren krijgen iets anders of meer van een leraar of iemand anders. Daarna wordt weer toezicht gehouden op de vooruitgang. Degenen die weer niet reageren krijgen speciale leerprogramma’s toegewezen. De RTI identificeert studenten met leerbelemmeringen eerder dan dat deze worden geïdentificeerd door de discrepantie tussen begaafdheid en prestatie. Verder maakt de RTI ook onderscheid tussen studenten met ware belemmeringen en studenten die de instructie simpelweg niet begrepen hebben.

Er bestaat discussie of de RTI gebruikt mag worden voor het vaststellen van diagnoses. Het is namelijk moeilijk om objectief vast te stellen hoe een persoon heeft gereageerd op een instructie. Verschillende methoden om een respons vast te stellen resulteren in de identificatie van verschillende leerproblemen. Het is belangrijk om hier voorzichtig mee om te gaan. Daarom wordt de RTI tegenwoordig alleen nog gebruikt om leesbelemmeringen bij studenten vast te stellen. Tegenwoordig kan RTI wel in combinatie met psychometrische metingen gebruikt worden, maar niet als zelfstandig meetinstrument, behalve in het geval van leesproblematiek.

Diagnose van mentale retardatie/intellectuele onbekwaamheid

Mentale retardatie wordt vooral gediagnosticeerd op scholen. Een IQ van tussen de 55 en 70 duidt op milde mentale retardatie. Milde mentale retardatie wordt soms pas duidelijk als een kind naar school gaat en moeite heeft met leren en contact maken met leeftijdsgenoten. Zwaardere vormen van mentale retardatie worden vaker rond de leeftijd van 5 á 6 jaar gediagnosticeerd. De diagnose van mentale retardatie kent drie voornaamste kenmerken:

  1. Een IQ score van minstens twee standaarddeviatie onder het gemiddelde
  2. Significante beperkingen in aangepast gedrag (waaronder communiceren met anderen, functioneren in een sociaal systeem)
  3. Bewijs dat dergelijke tekortkomingen aanwezig waren tijdens de ontwikkeling, dus voor het achttiende levensjaar.

Hoewel intelligentie dus niet de enige factor is die mentale retardatie bepaalt, moet de diagnose niet worden gesteld zonder dat een intelligentietest is afgenomen. De terminologie voor mentale retardatie wordt tegenwoordig herzien. Het is voorgesteld om mentale retardatie voortaan intellectuele onbekwaamheid te noemen.

Hoe worden begaafdheids- en intelligentietests in een klinische omgeving gebruikt?

Begaafdheids- en intelligentietests hebben meerdere toepassingen in een klinische omgeving. Zo kunnen de tests evalueren of een bepaalde vorm van psychologische interventie past bij een patiënt, hoe het herstel na een hersenoperatie verloopt en wat de juiste zorgprogramma’s zijn bij intellectuele afname. Intelligentietests kunnen ook worden gebruikt bij phenylketonuria. Bij deze stoornis is een phenylalanine-vrij dieet verplicht. Als niet aan het dieet wordt gehouden, kan intelligentie sterk afnemen. Door middel van herhaalde intelligentietests wordt in de gaten gehouden of intelligentie afneemt.

Wat zijn de grote begaafdheids- en intelligentietests?

Begaafdheids- en intelligentietests voor groepen

Groepstests worden vooral afgenomen in scholen, maar ook in andere grote instituties zoals gevangenissen en jeugdfaciliteiten. Hieronder worden enkele vaak gebruikte begaafdheids- en intelligentietests voor groepen genoemd:

  • De Tests of Cognitive Skills – Tweede editie (TCS/2) meet verbale, non-verbale en geheugenvaardigheden die belangrijk geacht worden in academisch succes.
  • De Primary Test of Cognitive Skills (PTCS) heeft vier subtests, namelijk Verbaal, Ruimtelijke Oriëntatie, Geheugen en Concepten.
  • De InView is de nieuwe versie van de PTCS en meet cognitieve vaardigheden op verbaal, non-verbaal en kwantitatief gebied.
  • De Otins-Lennon School Ability Test – Achtste editie (OLSAT-8) meet verbale en non-verbale processen die gerelateerd zijn aan schoolsucces. Voorbeelden van taken uit de OLSAT-8 zijn het definiëren en herinneren van woorden, het oplossen van wiskundige problemen en het groeperen van woorden.
  • De Cognitive Abilities Test (CogAT) meet ook verbale en non-verbale processen die gerelateerd zijn aan schoolsucces. Jongere kinderen krijgen echter andere subtests dan oudere kinderen.
  • College admission tests voorspellen de academische prestatie van een persoon. Toelatingen voor scholen in het hoger onderwijs worden bepaald aan de hand van college admission tests. Voorbeelden van college admission tests zijn de Scholastic Assessment Test (SAT) en American College Test (ACT). Voordat deze tests bestonden, was toelating tot veel scholen een subjectief proces waarbij status en achtergrond belangrijk was.

Begaafdheids- en intelligentietests voor individuen

Individuele tests worden vaak herzien, waardoor onderstaande lijst intussen al veranderd kan zijn. De informatie is echter gebaseerd op de meest recente informatie over de tests:

  • De Wechsler Intelligence Scale for Children – Vierde editie (WISC-IV) is de meest populaire individuele test voor intellectuele vaardigheden van kinderen. De WISC-IV wordt zowel op scholen als in klinische omgevingen toegepast. Wechsler schalen worden elke tien tot twaalf jaar herzien. Ze nemen ongeveer twee tot drie uur in beslag en kunnen worden gebruikt bij kinderen tussen de zes en zestien jaar. Er zijn totaal vijftien subtests, waaronder bijvoorbeeld Woord redenatie en Rekenen. De WISC-IV geeft vier scores, namelijk de Verbal Comprehension Index, Perceptual Reasoning Index, Working Memory Index en Processing Speed Index.Op basis van deze scores kan er veel gezegd worden over het intellect van een kind.
  • De Stanford-Binet Intelligence Scale – Vijfde editie (SB5) is een ander voorbeeld van een individuele test. De SB5 kan gebruikt worden door participanten van 2 tot 85 jaar oud. De SB5 bestaat uit tien subschalen, die gecombineerd worden in vijf scores. Deze vijf scores zijn Vloeiende redenatie, Kennis, Kwantitatieve redenatie, Visueel-Ruimtelijke verwerking en Werkgeheugen. Verder volgt uit de SB5 een IQ score. Het voordeel van de SB5 is dat het door een uitgebreidere scoringsschaal ook mogelijk is om IQ scores hoger dan 160 te berekenen.
  • De Woodcock-Johnson III Test of Cognitive Abilities (WJ III COG) is gebaseerd op de Cattell-Horn-Carroll (CHC) theorie van cognitieve vaardigheden en kan gebruikt worden bij individuen tussen de 2 en 90 jaar oud. Een unieke vaardigheid is dat de WJ III COG een heel breed spectrum aan vaardigheden representeert.
  • De Reynolds Intellectual Assessment Scales (RIAS) is relatief nieuw onder de intelligentietests. De RIAS kan worden gebruikt door participanten tussen de 3 en 94 jaar. De RIAS maakt het mogelijk om in een (relatief) heel korte periode – 20 tot 25 minuten – een betrouwbare en valide meting te krijgen van het IQ, waarin zowel de verbale als de non-verbale vaardigheden worden meegenomen. De meeste andere intelligentietests kosten meer tijd.

Hoe worden begaafdheids- of intelligentietests geselecteerd?

Ook voor het selecteren van een begaafdheids- of intelligentietest is het belangrijk om te kijken naar de manier waarop de informatie gebruikt gaat worden. Ook speelt de beschikbare tijd een rol. Verder vragen sommige situaties om een groepsafname, terwijl een individuele afname in een andere situatie meer geschikt is.

Hoe kan persoonlijkheid worden gemeten? - Chapter 10
Hoe kunnen gedragsproblemen worden gediagnosticeerd? (Reynolds) - Chapter 11
Welke verschillende soorten beroepstesten bestaan er? - Chapter 12
Hoe kunnen neuropsychologische problemen worden gediagnosticeerd? - Chapter 13
Hoe kan psychologische diagnostiek worden toegepast binnen de forensische opsporing? - Chapter 14
Hoe veroorzaakt bias problemen binnen de psychologische diagnostiek en hoe dit te ondervangen? - Chapter 15
Kan er worden afgeweken van de gestandaardiseerde methodes van diagnosticeren? - Chapter 16
Hoe ontwikkel je een psychologische test? - Chapter 17
Welke ethische problemen kun je tegenkomen bij het uitvoeren van psychologische testen? - Chapter 18
Mastering Modern Psychological Testing - Reynolds & Livingston - 1e druk - Begrippenlijst
JoHo nieuwsupdates voor inspiratie, motivatie en nieuwe ervaringen: winter 23/24

Projecten, Studiehulp en tools:

  • Contentietools: wie in deze dagen verwonderd om zich heen kijkt kan wellicht terecht op de pagina's over tolerantie en verdraagzaamheid en over empathie en begrip, mocht dat niet voldoende helpen check dan eens de pagina over het omgaan met stress of neem de vluchtroute via activiteit en avontuur in het buitenland.
  • Competentietools: voor meer werkplezier en energie en voor betere prestaties tijdens studie of werk kan je gebruik maken van de pagina's voor vaardigheden en competenties.
  • Samenvattingen: de studiehulp voor Rechten & Juridische opleidingen is sinds de zomer van 2023 volledig te vinden op JoHo WorldSupporter.org. Voor de studies Pedagogiek en Psychologie kan je ook in 2024 nog op JoHo.org terecht.
  • Projecten: sinds het begin van 2023 is Bless the Children, samen met JoHo, weer begonnen om de slum tours nieuw leven in te blazen na de langdurige coronastop. Inmiddels draaien de sloppentours weer volop en worden er weer nieuwe tourmoeders uit deze sloppen opgeleid om de tours te gaan leiden. In het najaar van 2023 is ook een aantal grote dozen met JoHo reiskringloop materialen naar de Filipijnen verscheept. Bless the Children heeft daarmee in het net geopende kantoortje in Baseco, waar de sloppentour eindigt, een weggeef- en kringloopwinkel geopend.

Vacatures, Verzekeringe en vertrek naar buitenland:

World of JoHo:

  • Leiden: de verbouwing van het Leidse JoHo pand loopt lichte vertraging op, maar nadert het einde. Naar verwachting zullen eind februari de deuren weer geopend kunnen worden.
  • Den Haag: aangezien het monumentale JoHo pand in Den Haag door de gemeente noodgedwongen wordt afgebroken en herbouwd, zal JoHo gedurende die periode gehuisvest zijn in de Leidse vestiging.
  • Medewerkers: met name op het gebied van studiehulpcoördinatie, internationale samenwerking en internationale verzekeringen wordt nog gezocht naar versterking!

Nieuws en jaaroverzicht 2023 -2024

  

  

Tentamens en tests

   

    

   

Shop voor prints & pickups

Samenvattingen en studiehulp per gerelateerde opleiding

  

 

JoHo: crossroads uit de bundels