Politiek en politicologie studeren in binnen- en buitenland

 

Politiek in binnen- en buitenland: van studie, stage tot onderzoek doen

 

Inhoud

  • Wat is democratie?
  • Wat is politiek en internationale politiek?
  • Hoe ziet de politiek er in Nederland normaal gesproken uit?
  • Waar vind je samenvattingen en studiehulp voor politicologie, internationale studies en  internationale betrekkingen?
  • Wat zijn de uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen voor mensenrechten en rechten van de mens?
  • In welke landen en met welk werk kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen bij overheden en bestuursorganisaties?
  • In welke landen en met welke werkzaamheden kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen bij maatschappelijke instellingen en in de culturele sector?
  • Hoe doe je juridische vaardigheden op?
  • Waar kan je je verzekeren als je gaat studeren of onderzoek doen in het buitenland?
  • Hoe kan je aan de slag als in je in het buitenland wilt werken?

Lees verder voor antwoorden, inspiratie, inzichten en oplossingen

JoHo: crossroads uit bundel

  Themapagina

Democratie en politiek: basisvragen en antwoorden

Democratie en politiek: basisvragen en antwoorden

Wat is politiek en wat is internationale politiek?

Wat is politiek en wat is internationale politiek?

Wat is politiek en internationale politiek

  • Politiek in de breedste zin van het woord is de activiteit waarmee een groep mensen algemene regels maakt, vormgeeft en invoert. Het is onlosmakelijk verbonden met begrippen als ‘conflict’ en ‘samenwerking’. Hoewel het vaak wordt gezien als een proces om conflicten op te lossen, is dit eigenlijk te beperkt. Het gaat meer om het proces van zoeken naar oplossingen, dan het vinden van een oplossing.
  • Politiek wordt op twee manieren uitgeoefend. Ten eerste is er politiek die specifiek plaats vindt op een bepaalde locatie. Hierdoor wordt een normaal debat op eens een ‘politiek’ debat. De tweede mogelijkheid is dat politiek een proces of mechanisme (zoals een discussie) met een politieke lading is, die dus niet zozeer aan een kwaliteit (zoals een locatie) is gekoppeld maar in elke context kan plaatsvinden.

Onderscheid tussen nationaal en internationaal?

  • In principe is politiek een aangelegenheid die wordt uitgevoerd binnen bepaalde fysieke grenzen als gevolg van soevereiniteit. Buitenlandse Zaken ziet meer toe op de relatie tussen landen. Politiek omtrent binnenlandse zaken wordt gekenmerkt door een hiërarchische verhouding, terwijl politiek tussen verschillende staten een anarchische verhouding heeft waarbij er geen hogere autoriteit is dan de soevereine staten.
  • Dit onderscheid is onder druk komen te staan door de recente ontwikkelingen op het gebied van globalisatie als gevolg waarvan er transnationale organisatie ontstaan waarbij de grenzen steeds meer vervagen. De mate van ‘interdependence’ (onderlinge afhankelijkheid en verwevenheid) rechtvaardigt dan ook de vraag of het klassieke onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse politiek nog wel van deze tijd is. Met uitzondering van ‘hyperglobalizers’ is de algemeen gedragen mening wel dat de soevereiniteit misschien vervaagt maar nog wel in dusdanige mate aanwezig is om onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse politiek te rechtvaardigen.
Wat is democratie?

Wat is democratie?

 

  • Een van de waarden waarop de meeste westerse staten berusten is die van de democratie. In Nederland is alleen de indirecte democratie in de grondwet vastgelegd: De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk.
  • Het woord ‘democratie’ is een samentrekking van twee Griekse woorden: volk en heersen/regeren, dus ‘volksheerschappij’. Hieruit volgt het eerste kenmerk: in een democratische staatsvorm ligt de zeggenschap in enigerlei vorm bij de bevolking en niet bij een heerser of een (kleine) groep.
  • In de wereld zijn er staten met een democratische dan wel een totalitaire of autoritaire regeringsvorm. Deze regeringsvormen komen uiteraard ook in vele vormen en soorten voor; kenmerkend voor de tweede categorie is veelal het gebrek aan effectieve regelmatige vrije en open verkiezingen alsmede de concentratie van effectieve macht in een persoon dan wel een partij. In een democratisch systeem wordt macht verworven, gelegitimeerd en gecontroleerd door het toekennen van zeggenschap aan de bevolking.
  • In verschillende staten wordt een eigen invulling gegeven aan ‘democratie’. Maatschappelijke actoren spelen hierbij een aanzienlijke rol: politieke partijen, pers en media, vakbewegingen, tolerantie en respect. Democratie wordt ook wel de minst slechte manier van besluiten nemen genoemd, omdat de wisseling van machthebbers zo op een vreedzame manier verloopt.
  • Bronnen: Heringa e.a.
Hoe ziet de politiek er in Nederland normaal gesproken uit?

Hoe ziet de politiek er in Nederland normaal gesproken uit?

Politiek in het kort

  • De Nederlandse politiek is weinig in het nieuws in de wereld, omdat het er doorgaans vreedzaam en stabiel aan toe gaat.
  • Dit is best een prestatie, gezien de drie bedreigingen van stabiel beleid in Nederland: een structureel gebrek aan een electorale meerderheid, het bestaan van twee te onderscheiden ideologieën in de Nederlandse politiek en de segmentatie van de Nederlandse samenleving.
  • Nederland is al jaren een land van minderheden. Niet alleen op het gebied van geloofsovertuigingen en politieke stromingen, er worden ook vaak minderheidsregeringen gevormd. Dit wordt mede duidelijk doordat er vanaf de invoering van het algemeen kiesrecht nog geen enkele partij is geweest die meerderheid van 50% heeft weten te halen. Er zijn wel dominante partijen geweest. Zo hebben de liberalen vrijwel alle verkiezingen tot het begin van de 20e eeuw gedomineerd of zijn in ieder geval duidelijk aanwezig geweest

 

Bescherming van de Rechten van de Mens in Europa

Bescherming van de Rechten van de Mens in Europa

Ontstaan van het EVRM

  • Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden is van groot belang. Dit verdrag is in 1950 gesloten. Na de Tweede Wereldoorlog werd opgeroepen tot een ‘Verenigde Staten van Europa.’ Dit plan ging niet door, maar in 1948 kwam er wel degelijk een plan voor een economische en politieke unie. Deze zou zich bezig houden met allerlei onderwerpen zoals mensenrechten, maar ook de veiligheid van burgers. Ook dit ging niet door, maar in 1949 werd de Raad van Europa opgericht. In het Statuut hier bij bevestigden de lidstaten de rule of law, namelijk dat zij de vrijheid van het individu en de beginselen van de democratie belangrijk vonden. Deze beginselen moeten door iedere lidstaat worden gecodificeerd. Ook moet iedereen binnen de rechtsmacht van die staten mensenrechten genieten. De Raad van Europa is inmiddels behoorlijk uitgebreid na de val van de Berlijnse Muur. Veel landen uit het voormalig Oostblok zijn nu toegevoegd.
  • Wat de Raad doet wordt voornamelijk bepaald door het Comité van Ministers. In tegenstelling tot de Raad van de Europese Unie heeft het Comité geen supranationale bevoegdheden. Besluiten worden bij consensus genomen en het Comité brengt aanbevelingen, resoluties en verklaringen uit om de samenwerking tussen overheden te stimuleren. Ook kan het Comité de tekst van verdragen vaststellen, maar deze verdragen zijn slechts bindend als zij door een staat geratificeerd zijn. De Parlementaire Vergadering neemt vaak het initiatief voor nieuwe verdragen en houdt ook toezicht op de mate waarin lidstaten hun verdragsrechtelijke verplichtingen nakomen. Het Comité en de Vergadering worden ondersteund door een onafhankelijk secretariaat dat wordt geleid door de Secretaris-Generaal. Als laatste is er de Commissaris voor de Mensenrechten, die toeziet op de naleving van mensenrechten door bijvoorbeeld voorlichting en het geven van adviezen.
  • Na de Tweede Wereldoorlog is het VN-Handvest opgesteld om verdere schendingen van de rechten van de mens te voorkomen. Het N-Handvest bevat echter nauwelijks concrete verwijzingen naar mensenrechten. Daarom is als aanvulling hierop de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM) opgesteld. Het UVRM is een verklaring, wat inhoudt dat deze niet bindend is voor lidstaten. Het UVRM geeft een brede catalogus van mensenrechten, maar staten kunnen geen beroep doen op de schending er van.

Rechten en vrijheden uit het EVRM

  • Het EVRM had oorspronkelijk tot doel om alleen de klassieke grondrechten te beschermen. Denk hierbij aan de vrijheid van meningsuiting en godsdienst. Als aanvulling op het EVRM zijn er Protocollen opgesteld. Deze zijn bindend voor staten die naast het EVRM ook het betreffende protocol hebben geratificeerd. Een protocol is als het ware een verdrag in een verdrag. Sommige protocollen bevatten echter geen nieuwe rechten maar alleen procedurele maatregelen. Het EVRM bevat overigens niet alleen maar negatieve verplichtingen, zoals in de jaren ’50 werd gedacht. Dit komt later nog aan bod.

Toezicht op de naleving van het EVRM

  • Naast het EHRM bestaat er ook een klachtenprocedure. Een individu kan dan een klacht indienen tegen een staat die het EVRM schendt. Die staat moet dan wel het individuele klachtrecht hebben erkend en de rechtsmacht van het EHRM hebben aanvaard. Een belanghebbende kan een klacht indienen bij de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens. Voorwaarde voor indiening is dat de nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. De Commissie beoordeelt vervolgens de klacht. Niet-ontvankelijke klacht beëindigen de procedure en ontvankelijke klachten worden naar het EHRM gestuurd (mits de betrokken staat de rechtsmacht van het EHRM heeft aanvaard). Ook wordt gekeken naar de mogelijkheid van een minnelijke schikking, waarbij de staat een bepaalde geldsom betaalt aan de klager. Als de betrokken staat de rechtsmacht van het Hof niet heeft aanvaard dan doet het Comité van Ministers de zaak af. De uitspraken van het EHRM zijn bindend.
  • De Commissie en het Hof hebben ieder te maken met een stijgende werkdruk. Er zijn inmiddels meer landen tot het EVRM toegetreden en bovendien is de bekendheid van het verdrag flink vergroot. Hierdoor weten steeds meer mensen de weg naar het EHRM te vinden. Voor de stijgende werkdruk moet een oplossing worden gevonden om te voorkomen dat de situatie onhoudbaar wordt.
  • De procedure moest als gevolg van de stijgende werkdruk worden hervormd. Hiervoor is het Elfde Protocol ingevoerd. Dit hield een fusie van de Europese Commissie en het EHRM in. Iedere staat die partij is bij het EVRM erkent nu ook de rechtsmacht van het EHRM. Alle verdragspartijen hebben tevens het individuele klachtrecht aanvaard. Klachten worden behandeld door een Comité van drie rechters. Artikel 34 en 35 EVRM geven de voorwaarden waar een klacht aan moet voldoen. Zo heeft geen bijvoorbeeld geen zin om meerdere klachten over het zelfde onderwerp in te dienen en moeten de nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Ook is het mogelijk om op inhoudelijke gronden een klacht niet-ontvankelijk te verklaren. Denk bijvoorbeeld aan de kennelijk ongegrondverklaring van een klacht over abortus. Volgens klager zou abortus in strijd zijn met het recht op leven. Het Hof kan een zaak ook op deze grond afdoen.
  • Het Comité van Ministers ziet toe op een goede tenuitvoerlegging van de uitspraken van het EHRM. Als een zaak echt heel belangrijk is dan kan er een Grote Kamer van zeventien rechters worden ingesteld. Als een partij het oneens is met een bepaalde uitspraak dan is rehearing mogelijk. Dit is een soort intern hoger beroep waarbij een zaak binnen drie maanden naar de Grote Kamer kan worden verwezen. Vijf rechters beslissen dan of er echt reden is voor eenrehearing. Indien het Hof daadwerkelijk een arrest wijst kan dit wel vijf tot zes jaar op zich laten wachten.
  • Het Veertiende Protocol is bedoeld om het EHRM nog efficiënter te laten werken. Individuen kunnen nog steeds klagen en evident ongegronde zaken kunnen worden afgedaan door een enkelvoudige kamer. Dit heeft tot resultaat gehad dat eind 2011 de werkdruk voor het eerst bleek te zijn afgenomen. Kritiek op hervormingsmaatregelen was er ook. Veel landen vonden dat het EHRM zich te veel mengde in nationale aangelegenheden van staten. Hiernaast zijn ook Protocol 15 en 16 ingesteld. Het Vijftiende Protocol zorgt dat een klacht binnen vier in plaats van zes maanden moet worden ingediend. Het Zestiende Protocol ten slotte zorgt voor de mogelijkheid tot een bindend advies door het EHRM op verzoek van de hoogste nationale rechter. Ook de EU zelf is partij bij het EVRM. Hierin voorziet het Veertiende Protocol. De reden hier achter is dat de EU zo veel bevoegdheden heeft gekregen dat het ook aan de eisen van het EVRM moet voldoen.

Ontwikkeling van het EVRM

  • De handhaving van de mensenrechten vormt een gezamenlijke Europese verantwoordelijkheid. Helaas dienen veel staten geen klachten in als dat nodig is. Bij conflictsituaties zoals in Noord-Ierland en Turkije heeft het EHRM geen doorbraak kunnen forceren.
  • Door de waakzaamheid van burgers heeft het Hof allerlei staten er op gewezen dat hun wetgeving niet in lijn is met het EVRM. Omdat er zo veel arresten van het EHRM zijn gewezen is een nieuwe uitspraak inmiddels geen voorpaginanieuws meer. Het Hof verleent echter niet alleen rechtsbescherming, maar maakt ook duidelijk hoe de verplichtingen uit het verdrag moeten worden uitgelegd. Er zijn verschillende manieren om dit te interpreteren. Bij dynamische interpretatie wordt de uitleg van een begrip gekoppeld aan de tijd waarin geleefd wordt. Als gevolg hiervan moet steeds de recente jurisprudentie worden bestudeerd om een bepaald leerstuk uit te kunnen leggen. Ook moet de staat actief zijn en in actie komen bij de schending van mensenrechten. Dit kan door belanghebbenden van een advocaat te voorzien indien zij die niet kunnen betalen, maar ook door optreden tegen bijvoorbeeld kindermishandeling. De eerdere opmerking dat het EVRM alleen negatieve verplichtingen zou inhouden voor de staat is dus niet juist.
  • Het EVRM heeft minder rechtskracht dan het EU-recht. Bepalingen uit het EVRM hebben geen voorrang boven bepalingen uit het nationale recht Daarnaast moet niet worden vergeten dat het Hof geen vierde instantie is waar zomaar kan worden doorgeprocedeerd. Het EHRM krijgt de klagers vaak niet eens te zien en zal alleen beoordelen of het recht op de juiste manier is toegepast. Door de ruime margin of appreciation moet het EHRM zich terughoudend opstellen als er nationale instanties zijn die de zaak beter kunnen beoordelen. Bij een onderwerp waar consensus over bestaat zal het Hof een nieuwe margin laten zien aan de staat die zich niet aan de regels houdt. Echter, als een cruciaal recht voor de klager in het geding komt dan toetst het Hof vaak intensief of het recht juist is toegepast. DE bedoeling van het EVRM is ook niet om te harmoniseren. Er zijn nu eenmaal verschillen tussen het recht van verschillende staten. De manier waarop staten de rechten invullen is ook geheel vrij.

Nederland en het EVRM

  • In Nederland vervult het EVRM een belangrijke functie. De rechter in Nederland mag niet toetsen aan de grondwettigheid van wetgeving (art. 120 Gw). Daarnaast zorgt de jurisprudentie van het EHRM er voor dat het Verdrag bij de tijd blijft. Enkele bekende Nederlandse zaken zijn Kleyn, Baars, Steur en M.M. In al deze zaken werd een schending van de rechten uit het EVRM geconstateerd. Het vertrouwen dat het Nederlandse recht helemaal overeenstemt met het EVRM is dus onterecht gebleken. Ongeveer 80 keer heeft het EHRM een schending van het EVRM door de Nederlandse Staat geconcludeerd.
Bestuursrecht en staatsrecht bestuderen: vragen en antwoorden

Bestuursrecht en staatsrecht bestuderen: vragen en antwoorden

Wat is bestuursrecht?

Wat is bestuursrecht?

Wat is bestuursrecht?

  • Bestuursrecht kan kort en bondig omschreven worden als “recht voor, van en tegen het overheidsbestuur.” Het bestuursrecht behandelt wetten, regels, normen en instrumenten van de overheid op verschillende beleidsterreinen - hetgeen rechten en plichten met zich mee brengt voor burgers, private organisaties en overheid.
  • Centraal staan dan ook vragen als: hoe komen bestuursorganen aan de bevoegdheid om besluiten te nemen die burgers binden zonder dat de burger daar toestemming voor heeft gegeven? Wat kunnen burgers doen wanneer zij het niet eens zijn met dit soort eenzijdige besluiten? Kan iedere burger tegen dit soort besluiten ingaan of is de toegang tot de rechter beperkt?

Waarom is bestuursrecht relevant?

  • Iedereen in Nederland krijgt vroeg of laat met het bestuursrecht te maken. Zo worden bouwvergunningen aangevraagd, of worden burgers gestraft omdat ze te hard hebben gereden. Ook worden vergunningen om evenementen te organiseren, uitkeringen of subsidies aangevraagd.
  • Vrijwel ieder bedrijf heeft wel één of meer vergunningen nodig van de overheid of kan om overheidssubsidies vragen.
  • Rechters moeten de regels toepassen in de geschillen die aan hen worden voorgelegd en juristen en beleidsmedewerkers bij de overheid zijn dagelijks bezig met het op- en bijstellen van die regels.

Verder lezen

Wat is bestuurskunde?

Wat is bestuurskunde?

  • Een bestuurskundige kent het openbaar bestuur, haar aard en haar werking.
  • Een van de vaardigheden van een bestuurskundige is haar vermogen om verbanden te leggen tussen de verschillende manieren waarop bestuursverschijnselen kunnen worden begrepen. Hierbij wordt gekeken naar politicologische, sociologische, economische en juridische inzichten.
  • Doordat het openbaar bestuur zeer complex en gefragmenteerd is, is er behoefte aan een kennisintegrerende bestuurkunde.
Wat is staatsrecht, en waarom is er staatsrecht?

Wat is staatsrecht, en waarom is er staatsrecht?

Wat is staatsrecht?

  • Het staatsrecht betreft de regelgeving omtrent de staat als organisatorisch verband. Het heeft betrekking op de organen van de staat, op de instelling ervan, hun bevoegdheden, hun verhouding tot elkaar en die tot de burgers.
  • Vragen die centraal staan zijn de volgende: wat is een staat eigenlijk? Hoe is de Nederlandse staat ingericht en hoe worden de basale rechten van burgers beschermd? Waar halen overheidsinstanties het recht of de bevoegdheid vandaan om beslissingen te nemen waar wij als burgers aan gebonden zijn? En binnen welke grenzen moeten ze daarbij blijven?

Waarom is staatsrecht relevant?

  • We krijgen allemaal te maken met de beslissingen van de overheid en het is dan ook voor iedereen relevant te zien waar de grenzen van deze beslissingen liggen en hoe deze overheidsbeslissingen kunnen worden beinvloed.
  • Voor juristen of criminologen is het niet alleen relevant maar zelfs noodzakelijk om iets te weten over de (beperkte) bevoegdheden van de overheid. Bij overheidsoptreden zullen de jurist en criminoloog zich namelijk altijd af moeten vragen of de staat wel bevoegd is te handelen en at de juridische grenzen zijn van getroffen maatregelen.

Verder lezen

 

Bestuursrecht: de belangrijkste vragen en antwoorden

Bestuursrecht: de belangrijkste vragen en antwoorden

Wat regelt het bestuursrecht?

  • Het bestuursrecht behandelt wetten, regels normen en instrumenten van de overheid op verschillende beleidsterreinen. Dit geheel brengt rechten en plichten met zich mee voor burgers, private organisaties en overheid, dit heeft invloed op hun dagelijkse activiteiten. Het bevat zowel algemene regelgeving (de Awb), bijzondere regelgeving (bijvoorbeeld de Woningwet) als Europees recht.
  • De deelterreinen kunnen inhoudelijk sterk verschillen, maar op juridisch vlak hebben zij tenminste één kenmerk gemeen: het betreft altijd eenzijdige rechtshandelingen van de overheid, gericht op een rechtsgevolg voor de (aspirant-)burger die niet het recht heeft hiermee in te stemmen of dit af te wijzen.
  • Het bestuursrecht heeft 3 functies:
    • instrumentele functie: het bestuursrecht wordt gebruikt als middel om beleidsvoornemens uit te voeren.
    • waarborgfunctie: het bestuursrecht wordt gebruikt als middel om de rechten van de burger tegenover het bestuur veilig te stellen.
    • normerende functie: het bestuursrecht normeert het bestuursoptreden.
  • Een ander belangrijk onderscheid is die naar de zogenoemde bronnen van bestuursrecht. De belangrijkste ‘makers’, ‘vormers’, ‘scheppers’ van het bestuursrecht zijn:
    • wet- en regelgeving: de nationale formele en materiële wetgevers (respectievelijk regering & Staten Generaal en provincies & gemeenten), de ‘Europese’ wetgever: Europees Parlement, de Europese Commissie en de Ministerraden van de Europese Unie (veel wetgevende taken worden nog steeds gezamenlijk gevoerd door deze instituties)
    • jurisprudentie: dat wil zeggen de rechterlijke uitspraken, van zowel nationale bestuursrechters als rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
    • annotatie: in juridische tijdschriften wordt recente jurisprudentie besproken door wetenschappers en praktijkjuristen. Zij brengen deze in verband met wetgeving en wetenschappelijke literatuur.
    • literatuur: bestuursrecht is een relatief jong rechtsgebied dat meer dan andere rechtsgebieden beïnvloed wordt door de in wetenschappelijke literatuur geconstateerde verbanden en ontwikkelingen.

 

Beslissing of besluit?

  • Een beslissing is een mondeling of schriftelijk openbaar gemaakte uitkomst van afwegingen door een bestuursorgaan.
  • Deze definitie staat niet uitdrukkelijk in de Awb, maar wordt als werkwoord gebruikt, waardoor de betekenis binnen de tekst is af te leiden. Zo wordt duidelijk dat met beslissing vaak de voorbereidende fase van een besluit wordt bedoeld (zie bijvoorbeeld art. 6:3 Awb). Mondelinge beslissingen vallen onder bepaalde voorwaarden en omstandigheden binnen het bestuursrecht: zo mag een inspectieambtenaar onmiddellijk een eind maken aan gevaarlijke situaties, zonder dat eerst op schrift hoeven te stellen.
  • De vraag of een beslissing als een ‘besluit’ kan worden aangemerkt is van groot belang voor de toepassing van de Awb. De regels, normen en mogelijkheden tot rechtsbescherming van de Awb gelden namelijk in beginsel alleen voor besluiten. Besluiten hebben een publiekrechtelijk karakter: het zijn eenzijdige rechtshandelingen, dat wil zeggen: het bestuur staat iets toe of legt iets op aan de burger, wilsovereenstemming is niet nodig.
  • Definitie: onder een besluit wordt volgens art 1:3 lid 1 Awb verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan “inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling”. Vereisten zijn dus:
  1. schriftelijk: de beslissing moet wel schriftelijk zijn, anders kan zij niet aangemerkt worden als een besluit. Sinds kort wordt met ‘schriftelijk’ ook elektronisch vastgelegde beslissingen bedoeld.

  2. Afkomstig van bestuursorgaan;

  3. rechtshandeling: dat wil zeggen een handeling met beoogd rechtsgevolg. rechtshandelingen met onbedoeld rechtsgevolg (onrechtmatige daad) en feitelijke handelingen vallen hier in beginsel niet onder.

  4. Bevoegdheid van het orgaan volgt rechtstreeks uit een exclusief bestuursrechtelijk wettelijk voorschrift dan wel uit een beleidsregel van het orgaan of de publieke taak van het orgaan.

  • Gelijkstelling: zowel wetgever als rechter stellen sommige bestuurs-beslissingen gelijk met een besluit “het om strategische redenen als besluit behandelen, “strategisch besluitbegrip”), hoewel ze dat technisch gesproken niet zijn.

Wat zijn de formele normen voor een besluit?

  • Het besluitvormingsproces kent vijf standaard stappen. Deze stappen zijn onderhevig aan algemene regels die het nemen van besluiten door bestuurorganen inkaderen.
  • De vijf standaard stappen betreffen:
    • De voorbereiding van een besluit;
    • De besluitvorming;
    • De motivering van het besluit;
    • De materiële besluitvorming;
    • De kennisgeving van het besluit en de motivering.

Wat zijn de materiële normen voor besluitvorming?

  • Bij een belangenafweging wordt van het bestuursorgaan verwacht dat in soortgelijke gevallen een soortgelijk besluit wordt genomen. Het bestuursorgaan is gebonden aan verschillende normen, zoals het gelijkheidsbeginsel, het verbod van détournement de pouvoir en het specialiteitsbeginsel.

Hoe worden klachten door bestuur en ombudsman behandeld?

  • Klacht: “een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde gelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan”(art. 9:1 Awb).
  • Naast dit “interne klachtrecht” is ook extern klachtrecht mogelijk. Dit gebeurt bij een onafhankelijke instantie, de bekendste hiervan is de Nationale Ombudsman. Om daar echter een klacht in te dienen, moet eerst de interne klachtprocedure zijn doorlopen.
  • Het klachtrecht is een lichte vorm van rechtsbescherming. Het is geen échte vorm van rechtsbescherming, omdat het orgaan dat over de klacht buigt geen juridisch bindende beslissing kan nemen. Een klacht – overigens een begrip dat niet wordt gedefinieerd – betreft veelal de in de ogen van de burger onbehoorlijke behandeling door het bestuursorgaan of een vertegenwoordiger (ambtenaar) van dat orgaan (zie art. 9:2 Awb) op procedureel gebied. Het betreft niet zozeer de mogelijke onrechtmatigheid van een besluit zelf.

De bezwaarprocedure en administratief beroep

De bezwaarprocedure heeft meerdere functies:
  • zeeffunctie”: hij voorkomt dat zaken onnodig bij de rechter terecht komen;
  • rechtsbeschermingsfunctie” als zelfstandige, eenvoudige en goedkope mogelijkheid tot rechtsbescherming. Hierbij vindt een volle toetsing plaats: de besluitvorming kan worden overgedaan met inachtneming van de omstandigheden zoals die zijn op het moment van de beslissing op bezwaar (ex nunc);
  • verlenging van de bestuurlijke besluitvorming”: door deze verlenging wordt de rechtspositie van de burger tegenover het bestuur gewaarborgd;
  • dossierfunctie”: alle relevante stukken voor besluitvorming door de eventueel er later alsnog bijgehaalde administratieve rechter worden in de bezwaarfase verzameld;
  • signaleringsfunctie”: door deze procedure komen de gebreken in de bestuurlijke organisatie aan het licht, zodat ze gecorrigeerd kunnen worden.
Hoofdregel: bezwaar is altijd mogelijk. Op dit beginsel zijn echter uitzonderingen (7:1.1 Awb). Bezwaar is niet mogelijk als:
  • het in een ander (bijvoorbeeld toezicht-)kader al een keer is heroverwogen;
  • de burger bij de voorbereiding ervan al een inspraakmogelijkheid gehad heeft in het kader van een uniforme openbare voorbereidingsprocedure;
  • het bezwaar te trage besluitvorming betreft: dit zou een extra vertraging op gaan leveren! In zo’n geval is de bestuurlijke dwangsomregeling passender;
  • rechtstreeks beroep op de administratieve rechter door een bijzondere wet mogelijk is gemaakt.

Wat is de procedure bij een beroepschrift?

  • Een beroep beingt bij de indiening: het beroep bij de rechter begint met de indiening van een beroepschrift (elektronisch of op papier) bij de griffie (het secretariaat) van het bevoegde gerecht. Deze instantie controleert onder meer de tijdigheid van het beroep en beoordeelt op hoofdlijnen de ontvankelijkheid van het beroep en de bevoegdheid van de betreffende rechter. Problemen met betrekking tot bevoegdheid worden vaak opgelost door de stukken door te zenden naar de bevoegde instantie (doorzendplicht) of door toepassing van de vereenvoudigde behandeling (zie verderop).
  • De indieningstermijn van zes weken na de dag van bekendmaking van het besluit (artt. 6:5, 6:8, 6:9 Awb), wordt zeker in de beroepsfase zéér strikt door de rechter toegepast. Er zijn zaken bekend waarbij de rechter niet een beroepschrift in behandeling heeft genomen omdat deze slechts één minuut te laat per hand, post of elektronisch verkeer (e-mail, fax) is ontvangen. In hoger beroep heeft de ABRvS deze op het eerste gezicht hardvochtige en onredelijke beslissingen van de bestuursrechter bevestigd. De reden daarachter lijkt te zijn dat als men zich flexibel opstelt en procedurele uitzonderingen toelaat, op een gegeven moment het hek van de dam raakt omdat andere appellanten dezelfde uitzonderingen gaan opeisen

Wat voor nadeelcompensatie kan er zijn bij een rechtmatige overheidsdaad?

  • Door handelingen van een bestuursorgaan kan er voor een individuele burger aanzienlijke schade ontstaan, ook al zijn de handelingen van het bestuur noodzakelijk met het oog op het algemeen belang. Er kunnen nu eenmaal zwaarwegende algemene belangen zijn die niet kunnen wijken voor een relatief ondergeschikt belang van een individuele burger.
  • In een dergelijk geval kan er dan wel voor het bestuursorgaan een plicht ontstaan tot vergoeding van de schade die bij de individuele burger is ontstaan (nadeelcompensatie), ook al heeft het bestuursorgaan rechtmatig gehandeld. Bij nadeelcompensatie kan er dus voor door een burger aanspraak worden gemaakt op vergoeding van schade die door een bestuursorgaan is veroorzaakt.
  • Tegenwoordig wordt nadeelcompensatie gezien als een volwaardige vorm van schadevergoeding, waarbij alle schade wordt vergoed waarop men recht heeft. Ook bij nadeelcompensatie hoeft niet alle geleden schade voor vergoeding in aanmerking te komen. Het nadeelcompensatiebesluit is een besluit dat een bestuursorgaan kan nemen op grondslag van de bevoegdheid om nadeelcompensatie toe te kennen. Het nadeelcompensatiebesluit wordt ook wel aangeduid als (buitenwettelijk) zuiver schadebesluit of zelfstandig schadebesluit. Een onzuiver schadebesluit wordt in de literatuur ook wel aangeduid als onzelfstandig schadebesluit.

Wanneer is er recht op schadevergoeding bij een onrechtmatige overheidsdaad?

  • Op grond van art. 6:162 BW kan een ieder aansprakelijk gehouden worden voor schade die toerekenbaar is veroorzaakt. Deze hoofdregel geldt in beginsel ook voor bestuursorganen. De schade die wordt veroorzaakt door een toerekenbare onrechtmatige overheidsdaad, moet worden vergoed door de overheid.
  • Er zijn zeven eisen waaraan steeds moet zijn voldaan alvorens een vordering tegen de overheid kan slagen:
1. Onrechtmatigheid;
2. Toerekenbaarheid;
3. Relativiteit;
4. Causaliteit;
5. Schade;
6. Eigen schuld en de schadebeperkingsplicht, en
7. Verjaring.
  • Wanneer aan alle zeven eisen voldaan is, kan de gedupeerde komen tot een vordering van schadevergoeding

Welke bestraffende bestuurlijke sancties zijn er?

  • Als bestraffende bestuurlijke sancties zijn daar herstelsancties en bestraffende sancties. Herstelsancties zien er op om een overtreding terug te draaien en weer tot een legale situatie te komen. Een bestraffende sanctie ziet daar helemaal niet op, maar ziet er op om de overtreder te bestraffen en leed toe te brengen.
  • Onderliggende doelen zoals vergelding en preventie kunnen ook meetellen bij de bestraffende sanctie. De bekendste en meest belangrijke bestraffende sanctie is de bestuurlijke boete. Andere bestraffende sancties kunnen zijn het intrekken van een begunstigende beschikking, de intrekking van een financiële uitkering, ambtenarentucht en het openbaar maken van de handelingen van de overtreder. Dit zijn alleen bestraffende sancties als het doel is om leed toe te brengen aan de overtreder of dit uit de wet blijkt.
  • De regelingen voor de bestraffende sancties staan in afdeling 5.4 Awb waarvan het grootste deel in het beginsel voor bestuurlijke boetes geldt en niet voor andere sancties. Ook de algemene normen uit hoofdstuk 3 en titel 4.1. Awb zijn op bestraffende sancties van toepassing. De regelingen bieden vooral garanties en waarborgen over hoe met bestuurlijke boetes moet worden omgegaan en welke eisen er worden gesteld.
  • Bij het opleggen van bestuurlijke boetes gelden de volgende eisen voor bewijs:
    • De bewijslast van de overtreding rust op een bestuursorgaan.
    • Het bestuursorgaan dient het dragend bewijs van een overtreding bij de voltooiing van de bestuurlijke besluitvorming te leveren.
    • In geval van twijfel dient aan de betrokkene het voordeel van de twijfel te worden gegund. Deze eisen zijn strenger dan de eisen die aan het bewijs worden gesteld bij andere (niet bestraffende) besluiten van bestuursorganen.

Welke rechter is bevoegd?

  • In het eerste lid van art. 112 Gw is bepaald dat de taak van berechting van geschillen opgedragen is aan de rechterlijke macht. Maar op grond van het tweede lid kunnen in sommige gevallen ook andere gerechten, die niet tot de rechterlijke macht behoren, dit doen. Geschillen die niet uit een burgerlijke rechtsbetrekking zijn ontstaan, kunnen namelijk ook worden voorgelegd aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren. De rechterlijke macht is dus niet (altijd) de enige instantie die bevoegd is.
  • Op grond van art. 8:1 Awb worden bestuursrechtelijke geschillen in beginsel in eerste instantie door de rechtbank berecht. Op deze hoofdregel zijn wel uitzonderingen te maken. Op grond van art. 8:6 Awb kan er geen beroep worden ingesteld bij de rechtbank tegen een besluit waartegen beroep bij een andere administratieve rechter kan worden ingesteld. Deze kan tot de rechterlijke macht behoren, maar dit is geen vereiste; aldus blijkt uit de omschrijving van de administratieve rechter in art. 1:4 Awb. De rechterlijke macht kan optreden als administratieve rechter, omdat zij kan oordelen over bestuursrechtelijke geschillen: voor zover zij dat type geschillen berecht, is zij ook een administratieve rechter.
  • Doordat er talrijke instanties zijn die bevoegd zijn tot het berechten van bestuursrechtelijke geschillen, is er sprake van verschillende door de wetgever in het leven geroepen systemen van bestuursrechtspraak. Een systeem kan bestaan uit één of meerdere instanties. Ook kan er binnen een systeem zowel sprake zijn van concentratie (er is maar één gerecht waartoe je je kunt wenden) als spreiding (meerdere mogelijkheden).
  • Er spelen drie vragen een rol:
    • Welke van de verschillende systemen van bestuursrechtspraak is bevoegd om het beroep tegen een besluit te beoordelen? Deze vraag ziet op de algemene bevoegdheid van de bestuursrechter.
    • Welk gerecht (in een systeem dat dus meerdere instanties kent) dient te worden benaderd? Dit gaat over de absolute bevoegdheid van de bestuursrechter.
    • Bij welk gerecht in Nederland moet beroep worden ingesteld als er sprake is van spreiding? Deze vraag gaat over de relatieve bevoegdheid van de bestuursrechter.

Privaatrecht of Publiekrecht?

  • Tot het Windmill-arrest (1990) werd de tweewegenleer gehuldigd: de overheid was min of meer vrij om te kiezen of ze de privaat- of publiekrechtelijke weg wilde bewandelen om iets te bereiken. Nadelen voor de met de overheid contracterende burger was de ongelijkwaardige onderhandelingspositie, nadeel voor de andere burgers was het ondergraven van publiekrechtelijke waarborgen rond bijvoorbeeld inspraak en rechtsbescherming. In het Windmill-arrest werd deze leer bijgesteld: de Staat had – als eigenaar - lozingen van afvalstoffen in de Nieuwe Waterweg tegen een vergoeding toegestaan. Toen de Staat deze vergoeding omhoog wilde brengen, protesteerde haar wederpartij. Mocht de Staat contracteren over de Waterweg, en mocht de Staat deze tegenprestatie vragen? HR: in dit geval mocht het niet, want “gekozen dient te worden voor de publiekrechtelijke weg wanneer het gebruik van de privaatrechtelijke bevoegdheden de publiekrechtelijke regeling op onaanvaardbare wijze doorkruist.”
  • Maar wanneer kan het nog privaatrechtelijk, wanneer niet meer: wanneer is de doorkruising van een publiekrechtelijke regeling nou echt “onaanvaardbaar”?
  • Hiervoor zijn drie relevante criteria:
  1. inhoud en strekking publiekrechtelijke regeling;

  2. wijze waarop, mate waarin die regeling de belangen van burgers beschermt;

  3. kan de overheid via publiekrechtelijke weg min of meer hetzelfde bereiken?

  • Een half jaar na Windmill werd een tweede arrest (Kunst- en antiekstudio Lelystad (1991)) gewezen waardoor er een vierde criterium, bij het Windmill-rijtje kwam:
  1. de maatschappelijke gevolgen van de uitspraak die de doorkruising afkeurt.

Wat is het verband tussen Nederlands, Europees en Internationaal recht?

  • Vooral mensenrechtenverdragen en EU-recht beïnvloeden de Nederlandse bestuursrechtelijke wetgeving.
  • Europese wetgeving beïnvloedt op afstand de nationale bronnen van bestuursrecht, die van Nederland en de andere lidstaten van de Europese Unie. In Nederland moet de wetgever steeds vaker Europese regels overnemen en verwerken in nationale wetten, of deze mogen niet in strijd zijn met de eersten. In Nederland moet de nationale rechter, en dus ook de bestuursrechter, nationale wetgeving toetsen aan Europese wetgeving (maar niet aan de eigen Grondwet).
  • De beïnvloeding gaat ook de andere kant op: het Nederlandse rechtsstelsel maakt deel uit van de communautaire rechtsorde van de Europese Unie, en Europese wetgevers en rechters bestuderen, beoordelen en oordelen over onze wetgeving en jurisprudentie, wat weer hun wetgeving en jurisprudentie mede vorm geeft. Niettemin heeft het Europees recht een sterkere invloed heeft op de ontwikkeling van ons bestuursrecht dan andersom. Dit ‘eenrichtingsverkeer’ is ook nodig omdat het de bedoeling is dat regels van het EU-recht zoveel mogelijk gelijk worden toegepast in alle lidstaten, alleen al om de rechtsgelijkheid van de EU-inwoners te waarborgen.
  • Vaak moet Nederland zelfs Europese regels gewoon uitvoeren. Op vele beleidsterreinen, zoals marktwerking, mededinging, milieu en natuur, heeft de Nederlandse wetgever nauwelijks of geen bevoegdheid meer tot het zelfstandig maken van regels: die worden tegenwoordig allemaal in ‘Brussel’ gemaakt.
Hoe zit het staatsrecht en bestuursrecht in elkaar, en wat zijn de deelgebieden?

Hoe zit het staatsrecht en bestuursrecht in elkaar, en wat zijn de deelgebieden?


Wat is een staat?

  • De staat is een organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief gezag uitoefent over een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied. De gemeenschap heeft een gemeenschappelijke cultuur en is een rechtsgemeenschap. Haar grondwaarden zijn neergelegd in door dwang te handhaven leefregels.
  • Het kunnen toepassen van dwang is kenmerkend voor een staat. Zonder dwanghandhaving van zijn rechtsorde kan een staat niet bestaan. Geweld door particulieren zal de staat slechts bij hoge uitzondering toestaan. Noodweer is zo een uitzondering. Er zijn echter ook regels die niet door dwang gehandhaafd kunnen worden, met name staatsrechtelijke regels voor de allerhoogste staatsorganen.
  • Binnen een staat zijn een of meer organen bevoegd tot het uitoefenen van dwang, die organen zijn met gezag bekleed. Het hangt af van de wijze waarop de staatsgemeenschap is georganiseerd of dit gezag berust bij één persoon of bij bepaalde groepen. De regels die betrekking hebben op de organisatie van deze gezagsorganen en de grenzen van hun gezag vormen het staatsrecht. Het staatsrecht is van staat tot staat verschillend en is een product van een historisch proces en dus van de ontwikkeling van een bepaalde cultuur.

Wat zijn de bronnen van het staatsrecht?

  • Staatsrecht vindt op verschillende plekken haar bron
  1. De Grondwet
  2. Gewoonterechtelijke regels
  3. Geschreven regelingen in de vorm van wetten of algemeen maatregelen van bestuur
  4. Internationaal recht
  • Deze bronnen moeten ieder afzonderlijk worden beschouwd. De interpretatie vindt niet plaats door een onafhankelijke rechter, maar door de betrokken instellingen zelf.

Wat is het onderscheid tussen staats- en bestuursrecht?

  • Er is geen scherp onderscheid tussen het staats- en bestuursrecht. Het verschil tussen het staatsrecht en het bestuursrecht is niet van groot belang. Slechts op grond van historie en gewoonte worden sommige terreinen tot het staatsrecht gerekend en andere tot het bestuursrecht.
  • Het staats- en bestuursrecht is onderdeel van het publiekrecht (dus de relatie tussen de burger en de overheid).
  • Staatsrecht en bestuursrecht zijn niet hetzelfde, het staatsrecht houdt zich vooral bezig met het Statuut van het Koninkrijk, de Grondwet en organieke wetten (wetten die betrekking hebben op de organen en de organisatie van de Staat en zijn onderdelen), decentralisatie, grondrechten, politieke rechten (dus regering-ambten-ministers etc.).
  • Het bestuursrecht daarentegen betreft de rechtsbescherming van de burger indien deze een procedure begint tegen de overheid, de normen voor bestuur en technische wetgeving en uitvoering.

Wat is de territoriale en personele werking van het staatsrecht

  • De staat wordt territoriaal bepaald door zijn grenzen waarbinnen het gezag uitoefent, ten opzichte van alle menselijk handelen dat aan dat gezag onderhevig is. Wat buiten het gebied van de staat gebeurt valt niet onder de werking van het nationale recht maar wanneer inwoners buiten het grondgebied verblijven blijft er wel een band bestaan tussen de staat en die inwoners. De staat is vrij om op zijn grondgebied te bepalen welke organen bevoegdheden hebben en hoever die strekken: de staat heeft: ‘Kompetenz-Kompetenz’.
  • Deze vrijheid wordt erkend door andere staten. Volkenrechtelijk gezien betekent deze vrijheid soevereiniteit.
  • Daarnaast is er vaak een psychologische band tussen de staat en de bewoners van dat grondgebied. Het gaat hierbij om de volksgemeenschap die meestal is ontstaan door een gemeenschappelijk verleden. De staat is dan ook de juridische uitdrukkingsvorm van een gegroeide gemeenschap.

Was is het legaliteitsbeginsel

  • Het legaliteitsbeginsel behelst de vraag welke instantie een bepaalde bevoegdheid heeft of kan hebben, wat die bevoegdheid inhoudt en hoe die bevoegdheid verkregen is of kan worden. Naast dit positieve aspect heeft het legaliteitsbeginsel ook een negatief aspect. Dit negatieve aspect houdt in dat overheidsbevoegdheden binnen de grenzen van het (hoger) recht uitgeoefend moeten worden.
  • Er moeten dus vier vragen worden onderscheiden:
  1. Welke overheidsinstanties zijn bevoegd (wie?)
  2. Welke bevoegdheden hebben ze (wat?)
  3. Op welke wijze hebben ze hun bevoegdheden verkregen (hoe?)
  4. Binnen welke grenzen dienen deze bevoegdheden gehanteerd te worden (tot hoever?)

Hoe zijn de machten verdeeld?

  • Het invoeren van het legaliteitsbeginsel betekent:
  1. De macht van de Koning om algemene maatregelen van bestuur vast te stellen wordt teruggedrongen.
  2. De wetgevende macht behelst het maken van wetten en regelgeving waar de burgers aan gebonden zijn.
  3. De uitvoerende macht / het bestuur is belast met de toepassing van deze regelgeving.
  4. De rechterlijke macht is belast met conflictbeslechting en strafoplegging.
  • Montesquieu’s model van machtenscheiding is in Nederland niet helemaal doorgevoerd. De wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende taak zijn namelijk niet strikt gescheiden. De wetgevende taak wordt bijvoorbeeld uitgevoerd door de regering én door de regering en Staten-Generaal tezamen. De regering heeft naast een wetgevende taak ook een uitvoerende taak.
  • De hedendaagse betekenis van machtsverdeling is dan ook een andere dan die Montesquieu in gedachte had. Machtsverdeling houdt in dat de verschillende organen onderling samenwerken, maar ook deels zelfstandig taken uitvoeren. Ze controleren elkaar en zijn afhankelijk van elkaar. Dit systeem heet ‘het systeem van checks and balances’.

Wat zijn grondrechten

  • Grondrechten behoren typisch bij een rechtsstaat. Reeds vanaf de middeleeuwen treffen we documenten aan waarin waarborgen zijn vastgelegd tegen willekeurig overheidsoptreden, zoals de Magna Carta uit 1215. De Magna Carta bood grondbezitters een waarborg tegen misbruik van het koninklijk gezag. Het ging hierbij echter om bescherming van privileges die dus niet algemeen geldend waren.
  • Grondrechten zijn historisch te verklaren als reactie op willekeurig of onderdrukkend overheidsoptreden. Grondrechten zijn te onderscheiden in klassieke en sociale grondrechten.
  • Overheidsoptreden dat ingrijpt in het leven of eigendom van burgers dient specifiek en gemotiveerd te zijn en tot formele wetgeving herleidbaar te zijn. De machtiging tot zodanig overheidsoptreden dient specifiek te zijn: een bepááld overheidsoptreden wordt toegestaan. De burger kan daarentegen ongemotiveerd op elke gewenste wijze gebruik maken van zijn vrijheid, voor zover niet de overheid bevoegd is op zijn vrijheid te beperken.
  • De machtsverdeling legt de grens tussen de overheidsbevoegdheden vast. De grondrechten leggen de grens tussen de overheid en de burger vast. Grondrechten zijn dus van betekenis voor de rechtsstaat in twee opzichten:
    • Grondrechten werpen een dam op tegen willekeurig en repressief overheidsoptreden; en
    • Grondrechten brengen door contrastwerking het beperkte karakter van overheidsbevoegdheden in beeld.
  • Grondrechten worden gezien als een beveiliging tegen ontsporingen, zij geven de grenzen aan. Grondrechten staan in de Grondwet, zijn positief recht en kunnen dus gewijzigd worden (er is geen juridisch sluitende beveiliging). Toch hoeven we niet bang te zijn dat de Grondrechten geschrapt zullen worden. Dit zou indruisen tegen onze rechtsovertuiging en de rechtsstaat aantasten. Tevens zijn de grondrechten in mensenrechtenverdragen vastgelegd. Dit geeft ze een extra waarborg om te blijven bestaan, want opzeggen van verdragen is meestal niet mogelijk.

Wat is de regering?

  • Volgens art. 42 van de Grondwet wordt de regering gevormd door de Koning en de ministers en is dit dus een samengesteld orgaan, waarin Koning en ministers samenwerken en gezamenlijk optreden. Overigens hoeven niet bij ieder optreden van de regering alle ministers mee te werken.

Wat is de staten-generaal?

  • Het Nederlandse parlement bestaat uit twee kamers die samen de Staten-Generaal vormen.
  • De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen, de leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van de provinciale staten.
  • De Eerste Kamer heeft niet het karakter van een vertegenwoordiging van de provinciale opvattingen, omdat de zetelverdeling in deze kamer geheel plaats vindt volgens een stelsel van landelijke evenredige vertegenwoordiging. Hier zijn dus de landelijke politieke verhoudingen en niet de provinciale verhoudingen bepalend voor de samenstelling ervan.
  • Beide kamers zijn in zekere zin gelijkwaardig omdat de toestemming van beide nodig is voor de aanvaarding van een wetsvoorstel. Ze zijn echter niet volledig gelijkwaardig omdat de Tweede Kamer het recht van initiatief en amendement heeft en de Eerste Kamer niet.

Wat is de Raad van State?

  • De Raad van State is het belangrijkste adviesorgaan van de regering en daarnaast ook rechterlijk college in geschillen van bestuur. Zijn positie is in de Grondwet verankerd.
  • Art. 74 van de Grondwet bepaalt dat de Koning voorzitter is van de raad en dat de vermoedelijke opvolger van de Koning, na het bereiken van de achttienjarige leeftijd, van rechtswege zitting heeft. Overige meerderjarige leden van het koninklijk huis kan bij of krachtens de wet zitting in de Raad worden verleend. Overigens is het voorzitterschap van de Koning formeel en verschijnt hij alleen bij plechtige gelegenheden in de vergadering van de raad.
  • De werkelijke leiding van de Raad van State berust bij de vicepresident. De leden van de raad, maximaal 10 leden, worden bij koninklijk besluit voor het leven benoemd. De rechtspositie van de leden van de raad wordt bij wet geregeld. De Raad van State kent twee afdelingen: Afdeling advisering en Afdeling bestuursrechtspraak. De leden kunnen in beide zitting hebben. Het voorzitterschap van de Koning is formeel: de werkelijke leiding van het omvangrijke werk van de Raad van State berust bij de vicepresident.

Wat is de Algemene Rekenkamer ?

  • De Algemene Rekenkamer (art 76 Gw) behoort samen met de Raad van State tot de Hoge Colleges van Staat. Terwijl de Raad van State een college is dat de regering adviseert en rechtspreekt, is de Algemene Rekenkamer een orgaan dat financiële controle uitoefent, meer ten dienste van het parlement dan van de regering.
  • In art. 77 van de grondwet is vastgelegd dat de leden bij koninklijk besluit worden benoemd uit een voordracht van drie personen die door de Tweede Kamer wordt opgemaakt. De leden worden voor het leven benoemd en hun rechtspositie wordt bij wet geregeld. Het aantal leden in gewone dienst is drie waarnaast nog maximaal drie leden in buitengewone dienst benoemd kunnen worden. Dit zijn een paar van de waarborgen voor de onafhankelijkheid van de leden.

Wat is de Nationale Ombudsman?

  • De Wet Nationale ombudsman van 4 februari 1981 biedt bescherming tegen onbehoorlijk optreden van bestuursorganen, waarbij geen schending van geschreven of ongeschreven rechtsregels in het geding is. In het verlengde van deze wet is door de Tweede Kamer een Nationale ombudsman benoemd. De Nationale Ombudsman onderzoekt klachten over de wijze waarop een bestuursorgaan zich tegenover een natuurlijk- of rechtspersoon heeft gedragen.

Wat zijn de Colleges van Advies?

  • De Raad van State is niet de enige adviseur van de regering. Adviescolleges worden ingesteld wanneer de regering advies wil over deelonderwerpen van het regeringsbeleid waaromtrent deze colleges bijzonder deskundig zijn of waarvan zij de maatschappelijke betekenis door hun ervaring goed kunnen overzien.

Wat is het parlement, en wat is de rol van de ministers en de Koning?

  • Uit art. 42 van de Grondwet blijkt dat de Koning onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. Hoewel Koning en ministers goed moeten samenwerken is er geen verantwoordingsplicht van de ministers aan de Koning. Wel is in de Grondwet opgenomen dat bepaalde staatsrechtelijke rechtshandelingen alleen kunnen worden uitgevoerd door de Koning en één of meer ministers en/of staatssecretarissen.
  • Wat betreft koninklijke besluiten moet de Koning zijn handtekening plaatsen onder het door de minister geformuleerde voorstel waarna de minister zijn handtekening zet. Wanneer de Koning dit zou weigeren komt er geen besluit tot stand. Over de manier waarop in dat geval het conflict uit de wereld geholpen worden, is weinig bekend, hierover komt niets naar buiten.
  • De Koning heeft volgens Bagehots ‘the right to be consulted, the right to encourage, the right to warn’. Dit kan inhouden dat hij op de ministers een grote invloed uitoefent. In welke mate dit zal gebeuren hangt af van de persoon van de Koning maar niet van het ambt.
  • Wanneer de ministers het over een belangrijk onderwerp niet met de Koning eens zijn en aan hun standpunt blijven vasthouden en zich daarbij gesteund weten door een Kamermeerderheid, zal de Koning uiteindelijk moeten toegeven.

Wat is de provincie, de gemeente en het waterschap?

  • Provincies zijn regionale rechtsgemeenschappen die slechts bevoegdheden hebben voor zover de centrale overheid die niet aan zich heeft getrokken. Onze Grondwet gaat ervan uit dat de provincies bestaan. Art. 123 zegt dat provincies en gemeenten bij de wet kunnen worden opgeheven dat op dezelfde manier nieuwe provincies en gemeenten kunnen worden ingesteld. Het tweede lid maakt grenswijzigingen van provincies en gemeenten bij of krachtens de wet in principe mogelijk.
  • De gemeenteraad staat aan het hoofd van de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders én de burgemeester maken deel uit van het bestuur van de gemeente. De gemeenteraad wordt rechtstreeks door de inwoners gekozen en telt, naar gelang het aantal inwoners van de gemeente, negen tot vijfenveertig leden. De raad vergadert onder voorzitterschap van de burgemeester die aan de beraadslagingen deel kan nemen maar geen stemrecht heeft. De bevoegdheden van de raad en overige organen zijn op dezelfde wijze geregeld als die van het provinciale bestel.
  • Daarnaast kunnen de raad, het college van B&W en de burgemeester gezamenlijk één of meer deelgemeenten (bestaande uit een deelraad en een dagelijks bestuur) instellen die een aantal belangen van deze deelgemeente gaan behartigen.
  • Verder worden aan de deelraden de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften t.a.v. de deelgemeenten geheel of gedeeltelijk gedelegeerd. Evenals dat bij de provincie het geval is gaat de dualisering van bevoegdheden ook bij de gemeente gepaard met een uitbreiding van de controlerende en financiële bevoegdheden van de gemeenteraad.
  • Waterschappen hebben publiekrechtelijke bevoegdheden van bestuur en wetgeving. Er is dus decentralisatie, maar naar twee criteria: naar het territoir enerzijds, naar een beperkte functie op dit terrein anderzijds. In 1992 is de Waterschapswet in werking getreden en in art. 1 van deze wet worden de waterschappen omschreven als openbare lichamen welke de waterstaatkundige verzorging van een bepaald gebied ten doel hebben.
  • De waterschappen hebben de volgende taken:
    • de zorg voor hetzij de waterkering hetzij de waterhuishouding hetzij beide,
    • de zorg voor een of meer andere waterstaatsaangelegenheden.

Wat is de structuur van het Koninkrijk der Nederlanden?

  • Het Koninkrijk der Nederlanden omvat sinds 10 oktober 2010 vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Tot Nederland behoren naast het gebied in Europa ook de Caribische eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Hiervoor kende Nederland ook koloniën. Indonesië is na de Tweede Wereld gescheiden met Nederland. De afwikkeling met Suriname en de Nederlandse Antillen is meer geleidelijk gegaan. In het laatste geval is het zelfs nog niet voltooid.

Wat is de invloed van de Europese Unie?

  • De integratie binnen de Raad van Europa en de Europese Unie zijn ook van groot belang voor ons land. Nationale wetgeving, bestuur en rechtspraak worden ingrijpend beïnvloed door het Europese recht. De Raad van Europa doet zijn invloed gelden op het terrein van de grondrechten, en de Europese Unie voornamelijk op een tal andere terreinen. De territoriale werking van de diverse verdragen, waarop de Europese Unie is gebaseerd, is beperkt tot Nederland.

Bronnen en verder lezen

Beleid, internationaal en politiek studeren: vak- en studiegebieden

Beleid, internationaal en politiek studeren: vak- en studiegebieden

Internationale studies en politiek: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen

Internationale studies en politiek: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen

Studie en kennis: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen - bundels

Studie en kennis: uitgelichte chapter- en boeksamenvattingen - bundels

Mensenrechten & Rechten van de mens: uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen - Themabundel

Mensenrechten & Rechten van de mens: uitgelichte boek- en chaptersamenvattingen - Themabundel

Hoe zijn de mensenrechten tot stand gekomen?
Mensenrechten op internationaal niveau: hoe is het geregeld?

Mensenrechten op internationaal niveau: hoe is het geregeld?


Sinds de Tweede Wereldoorlog is de bescherming van fundamentele rechten van de mens niet langer alleen een zaak van de nationale rechtsorde. De naleving van die rechten kan inmiddels worden onderworpen aan internationaal toezicht. Aan de wieg van deze ontwikkeling staat de Universele Verklaring van de rechten van de mens.

Wat is de Universele Verklaring van de rechten van de mens?

De Universele Verklaring van de rechten van de mens is op 10 december 1948 door Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aanvaard. Het is geen juridisch bindend tekst, maar het is wel een gezaghebbend document dat voor vele nadien gesloten (wél) verbindende verdragen bron van inspiratie is geweest.

Het grootste deel van de in de Verklaring neergelegde rechten kunnen we rekenen tot de categorie van de klassieke mensenrechten. Het accent ligt op het waarborgen van een vrijheidssfeer van de burger tegenover inbreuken daarop door de overheid. Zij worden ook wel aangeduid als politieke rechten en burgerrechten. Daarnaast bevat de Verklaring een aantal rechten die als sociale mensenrechten worden aangeduid. Hierbij gaat het om de waarborging van de noodzakelijke minimumvoorwaarden voor de menselijke ontplooiing. Zij eisen (veelal) een actief optreden van de overheid.

Welke soort internationale mensenrechtenverdragen bestaan er?

De mensenrechten zijn later verder uitgewerkt in een groot aantal verdragen op dit gebied. Deze verdragen kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld. In de eerste plaats kunnen de verdragen aan de hand van hun inhoud worden ingedeeld. Die kan algemeen of specifiek zijn.

Algemene verdragen omvatten een catalogus van een van beide genoemde categorieën van mensenrechten. Zo is de Universele Verklaring op mondiaal niveau uitgewerkt in het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten (IVBPR) en het Internationale Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele rechten. Op regionaal niveau kan in dit verband gedacht worden aan het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

Daarnaast zijn er verdragen die betrekking hebben op één specifiek mensenrecht of enkele onderling verbonden specifieke mensenrechten, zoals het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Op regionaal niveau is dit uitgewerkt in het Europees Verdrag ter voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.

Ook kunnen de verdragen ingedeeld worden aan de hand van de vraag wie subject is van de daarin opgenomen rechten.

De verdragen zelf laten de staten die daarbij partij zijn vrij in de manier waarop de aanvaarde verplichtingen worden nagekomen. Dat kan bijvoorbeeld door de in de verdragen opgenomen rechten om te zetten in nationaal recht, maar ook door de erkenning van de rechtstreekse werking van bepalingen uit de mensenrechtenverdragen.

Ten aanzien van de burgerrechten en politieke rechten neemt de Nederlandse rechter in het algemeen aan dat we te maken hebben met eenieder verbindende bepalingen in de zin van art. 93 Gw. Dat betekent dat zij rechtstreeks werken in de nationale rechtsorde en de burgers zich erop kunnen beroepen voor de nationale rechter.

Ten aanzien van de economische, sociale en culturele rechten wordt in het algemeen aangenomen dat zij niet rechtstreeks kunnen werken. De implementatie is afhankelijk van nadere uitwerking door de nationale wetgever.

Afgezien van de rechtstreekse werking van eenieder verbindende bepalingen van verdragen voorziet de Grondwet blijkens art. 94 Gw ook in de voorrang van deze bepalingen op nationaal recht.

Hoe is het internationaal toezicht op mensenrechten geregeld?

Het internationale toezicht op de naleving van mensenrechten is vaak toevertrouwd aan een orgaan dat is samengesteld uit (van hun regering) onafhankelijke deskundigen, commissie of comité geheten. Denk bijvoorbeeld aan het Mensenrechtencomité, ingesteld op basis van het IVBPR. Daarnaast komt het voor dat het toezicht mede berust bij een politiek orgaan, samengesteld uit vertegenwoordigers van regeringen, bijvoorbeeld bij de VN-Raad voor de rechten van de mens, opgericht door de Algemene Vergadering van de VN.

Het internationale toezicht kan verschillende vormen aannemen. Zo kan er sprake zijn van een rapportageprocedure waarbij de verdragsstaten verplicht worden zelf te rapporteren aan een internationaal toezichthoudend orgaan over de wijze waarop zij de naleving van de mensenrechten in hun land gerealiseerd hebben. Een belangrijk voorbeeld is de rapportageprocedure op basis van art. 40 IVBPR.

Ook is soms voorzien in een statenklachtrecht, waarbij de ene verdragsstaat tegen de andere een klacht kan indienen bij een internationaal orgaan wegens een (vermeende) schending van diens verplichtingen.

Nog verder gaat het particuliere klachtrecht, dat aan individuen, groepen van individuen of rechtspersonen het recht geeft bij een internationaal orgaan een klacht in te dienen tegen een verdragsstaat wegens een eventuele schending van de mensenrechten, bijvoorbeeld de procedure onder het EVRM en onder het (Eerste) Facultatieve Protocol bij het IVBPR.

De vierde categorie van procedures is de bevoegdheid van een internationaal orgaan om eigener beweging een onderzoek in te stellen in verband met mogelijke schendingen van mensenrechten in een bepaalde staat.

Deze vier vormen van toezicht zijn niet in elk verdrag te vinden. Steeds zal aan de hand van een concreet mensenrechtenverdrag moeten worden vastgesteld welke internationale toezichtprocedure(s) in het verdrag is/zijn opgenomen.

Welke toezichtprocedures bestaan er onder het EVRM?

Het EVRM is in 1950 tot stand gekomen en in 1954 door Nederland geratificeerd. Inmiddels zijn zestien Protocollen aan het verdrag toegevoegd. De protocollen voorzien deels in een aanpassing van de procedurele bepalingen en deels in een aanvulling op de catalogus van beschermde mensenrechten.

Het EVRM kent drie toezichtprocedures, namelijk het particuliere klachtrecht, het statenklachtrecht en de rapportageprocedure.

De drie organen die belast zijn met het internationale toezicht op de naleving van het verdrag zijn het Europees Hof voor de rechten van de mens, het Comité van Ministers van de Raad van Europa en de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.

Het belangrijkste orgaan is het Europees Hof voor de rechten van de mens (EHRM) (art. 19-51). Een beperktere rol bij het toezicht op de naleving van het EVRM is toevertrouwd aan het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Dit is een politiek orgaan en kan dan ook niet als onafhankelijk van de verdragsstaten worden gezien. Het is samengesteld uit ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten van de Raad van Europa. De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa speelt een bescheiden rol bij het toezicht op de naleving van het EVRM.

In de procedure waarin een particuliere klacht behandeld wordt, moeten verschillende fasen onderscheiden worden. Allereerst het onderzoek naar de ontvankelijkheid van de klacht. De klacht moet voldoen aan de eisen die het EVRM stelt aan particuliere klachten. Is een klacht niet ontvankelijk, dan is de procedure afgelopen. In elk stadium van de procedure bestaat de mogelijkheid van een minnelijke schikking tussen de klager en de betrokken staat. Slaagt deze schikking, dan is de procedure daarmee afgerond.

Hieronder volgt een nadere uiteenzetting van de hierboven kort geschetste procedure.

Artikel 34 EVRM bepaalt dat particulieren die stellen dat zij slachtoffer zijn van schending van een van de in het EVRM opgenomen rechten door een van de verdragsstaten, het recht een klacht in te dienen bij het EHRM. Onder particulieren moet verstaan worden natuurlijke personen, rechtspersonen en groepen van individuen.

Het Hof onderzoekt dus eerst de ontvankelijkheid van een klacht. De meeste klachten worden afgewezen omdat zij niet voldoen aan een of meer van de in art. 35 EVRM opgenomen ontvankelijkheidsvereisten. Eén van deze vereiste is de uitputting van nationale rechtsmiddelen. Een klacht mag pas in behandeling worden genomen nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgepunt. Dat betekent dat eerst tot op het hoogste nationale niveau de schending van een recht uit het EVRM aan de orde moet worden gesteld, zodat de staat de gelegenheid heeft zelf de schending ongedaan te maken.

De tweede ontvankelijkheidseis is dat klachten moeten worden ingediend binnen een termijn van zes maanden na de definitieve nationale uitspraak.

Verder mag een klacht niet anoniem zijn of al eerder onderzocht zijn door het Hof of een andere internationale instantie (zoals bijv. een procedure op basis van het (Eerste) Facultatieve Protocol bij het IVBPR).

Particulieren kunnen alleen een klacht indienen wanneer zij kunnen stellen slachtoffer te zijn van een schending van één of meer van de rechten uit het verdrag. De klacht moet dus verenigbaar zijn met het Verdrag.

Klachten mochten niet kennelijk ongegrond (‘manifestly ill-founded’) zijn. Wanneer op voorhand al duidelijk is dat er geen schijn van kans is dat er een schending van het verdrag zal worden vastgesteld, wordt de klacht op deze grond niet-ontvankelijk verklaard.

Degene die een klacht indient, uitsluitend met het oogmerk daarmee (bijv.) politieke propaganda te maken, ziet zijn klacht afstuiten op deze grond. Er mag dus geen misbruik van het klachtrecht gemaakt worden.

De ontvankelijkheidsvoorwaarde van een wezenlijke nadeel is een nieuwe, bij Protocol 14 ingevoerde verdragswijziging, inhoudende dat een klacht niet-ontvankelijk moet worden verklaard indien de verzoeker geen wezenlijk nadeel heeft geleden en de zaak door de nationale rechter behoorlijk is behandeld.

Wanneer een klacht ontvankelijk wordt verklaard, onderzoekt het Hof de gegrondheid van de klacht. Het Hof komt - tenzij tussentijds een minnelijke schikking tussen partijen plaatsvindt - tot een oordeel of er sprake is van een schending van één of meer van de rechten in het EVRM. Dit oordeel is bindend, zoals blijkt uit art. 46 lid 1 EVRM.

In een aantal gevallen heeft het Hof een schending door Nederland van een of meer door het EVRM gegarandeerde rechten vastgesteld. Aspecten van de toepassing van bijvoorbeeld het militaire straf- en tuchtrecht, het strafprocesrecht, het administratieve beroep en van de voormalige Krankzinnigenwet werden in strijd met bepalingen uit het EVRM geoordeeld.

De statenklachtrechtprocedure komt in grote lijnen overeen met de procedure inzake het particuliere klachtrecht. Van het statenklachtrecht wordt zelden gebruikmaakt. Staten geven er in het algemeen de voorkeur aan hun onderlinge geschillen langs diplomatieke weg op te lossen.

Ten slotte is er nog de rapportageprocedure (art. 52 EVRM). Op basis van de rapportageprocedure kan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa de verdragsstaten verzoeken een uiteenzetting te geven van de wijze waarop zij de bepalingen uit het EVRM waarborgen in de nationale wetgeving. Deze procedure wordt niet vaak gebruikt.

Bron: Grondslagen van het recht 1: Hoofdlijnen van De Blois

In welke landen en met welk werk kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen bij overheden en bestuursorganisaties?

In welke landen en met welk werk kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen bij overheden en bestuursorganisaties?

Hier vind je een selectie uit de JoHo Vacatureservice voor werk bij de overheid & bestuursorganisaties in het buitenland. Klik op het land en ga naar het vacaturegedeelte op de landenpagina om de vacature en de bijbehorende organisatie te bekijken.

 

Argentinië

  • Coördineer vrijwilligers in het buitenland bij een internationale vrijwilligersorganisatie. (b)

Cambodja

  • Word accountant bij een bemiddelingsorganisatie voor vrijwilligerswerk en stages. (b)

Caribisch gebied

  • Word beleidscoördinator op het zonnige Saba. (b)

Curaçao

  • Draag als student bestuurskunde bij aan de ontwikkeling van het overheidsbeleid. (s)
  • Studeer jij bestuurskunde? Er zijn mogelijkheden om ervaring op te doen als beleidsmaker op het gebied van milieu, educatie, toerisme, veiligheid, economie of migratie. (s)
  • Werk mee met het opzetten en realiseren van plannen voor het waterbeheerssysteem in verschillende natuurgebieden. (s)

Laos

  • Coördineer vrijwilligers die in dit land aan de slag gaan en wees hun eerste aanspreekpunt. (b)

Mexico

  • Word mensenrechtenwaarnemer en zet je zo in voor de verbetering van mensenrechten in dit land. (b)

Zuid-Afrika

  • Zorg als student rechten voor sociale verandering door te helpen met het beschermen en promoten van mensenrechten. Er zijn mogelijkheden bij diverse overheidsinstellingen. (s)
     

Legenda

b = betaald werk

v = vrijwilligerswerk

s = stage

 

Meer landen & regio's 

 

In welke landen en met welke werkzaamheden kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen bij maatschappelijke instellingen en in de culturele sector?

In welke landen en met welke werkzaamheden kan je via JoHo werken, stagelopen of vrijwilligerswerk doen bij maatschappelijke instellingen en in de culturele sector?

Hier vind je een selectie uit de JoHo Vacatureservice voor werk bij maatschappelijke instellingen en in de culturele sector in het buitenland. Klik op het land en ga naar het vacaturegedeelte op de landenpagina om de vacature en de bijbehorende organisatie te bekijken.

 

Albanië

  • Assisteer kinderen en jongeren op een creatieve manier met huiswerk en activiteiten bij een gemeenschapscentrum. (v)

Bolivia

  • Deel je kennis over de inzet van muziek, dans en kunst als therapie met een stichting die werkt aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongeren. (b)

Bonaire

  • Draag bij aan het behoud van de cultuur en geschiedenis van Bonaire door in een cultuurhistorisch museum op het eiland aan de slag te gaan. Je kan onder andere tours, culturele evenementen en uitwisselingsprojecten organiseren. (v)
  • Ga als stagiair dans of acrobatiek aan de slag met jongeren die op het eiland gaan performen tijdens festivals. (s)

Canada

  • Ga als vrijwilliger aan de slag op een school in de Canadese indianengemeenschap in de provincie Ontario. Geef les op het gebied van muziek en drama en help bij een theateropvoering. (v)

Chili

  • Doe ervaring op als media stagiair(e) bij een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor de armste buurten van Santiago. (s)

China

  • Loop stage bij een organisatie die mensen op zoveel mogelijk manieren kennis wil laten maken met Beijing. Van fietstochten door de hutongs, tot taalcursussen Chinees, en kookworkshops. (s)
  • Wil jij echt iets betekenen voor de Tibetaanse bevolking? Werk dan mee bij een non-profit organisatie die het sociale en economische welzijn van de plaatselijke nomaden verbetert. (v)
  • Ga aan de slag in een tehuis voor kinderen van gedetineerden. Terwijl hun ouders in de gevangenis zitten worden deze kinderen hier opgevangen. Je kan Engelse les geven, samen met de kinderen sporten en donateurs rondleiden. (v)

Costa Rica

  • Oefen je Spaans door vrijwilligerswerk te gaan doen bij een liefdadigheidsinstelling. (v)

Frankrijk

  • Werk mee in een opvangtehuis voor vluchtelingen. Ondersteun bij onderwijs, help in een vluchtelingencafé of bied ondersteuning bij asielaanvragen en alfabetiseringswerk in de buitenwijken van Parijs. (v)

Gambia

  • Organiseer sportactiviteiten en/of help mee met het bedenken van creatieve activiteiten voor jongeren. (v)
  • Help mee met de dagelijkse activiteiten bij een jongerencentrum in een vissersdorp. (s)

Ghana

  • Zet je met het hele gezin in voor een sociaal of educatief vrijwilligersproject. (v)
  • Fotografeer en film voor een non-profit organisatie de activiteiten van vrijwilligers en de ontwikkelingen van projecten in de bouw en het onderwijs, zodat hun donateurs op de hoogte blijven. (v)

Guatemala

  • Help bij een project dat kinderen met een hazenlip weer op gewicht wil brengen in een lokaal ziekenhuis. (v)
  • Zorg voor internationaal brand-awareness van handgemaakte producten door Maya-vrouwen met deze uitdagende marketing stage bij een fairtrade winkel. (s)
  • Ben je professioneel ontwerper en spreek je Spaans? Ontwerp als vrijwilliger een trendy collectie van sieraden en accessoires met een Latin-touch voor de internationale fairtrade markt. (v)

Indonesië

  • Ga aan de slag in een kinderopvang of begeleid straatkinderen en vluchtelingen binnen een sociaal project. (v)
  • Help bij het verder ontwikkelen van de artistieke vaardigheden van de Papoea's. Het gaat om gedetailleerd houtsnijwerk, kleurige schilderijen en van boombast gemaakte beschilderde doeken. (v)

Israel en de Palestijnse gebieden

  • Werk mee in een verzorgingstehuis of verpleeghuis. Je zult er onder andere eten geven, koffie/thee verzorgen, bedden opmaken, aankleden maar bovenal aandacht geven aan de bewoners. (b)
  • Doe mee met een programma in Jeruzalem dat probeert om Israëliërs en Palestijnen dichter bij elkaar te brengen. (v)

Laos

  • Wil jij kinderen goed leren lezen? Lever je bijdrage aan een leesproject voor Laotiaanse kinderen en geef begeleiding en tools aan docenten. (v)

Malawi

  • Help mee op een kinderspeelplaats en begeleid bij educatief spelen. (v)

Myanmar (Burma)

  • Help de lokale bevolking op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en veiligheid door te gaan werken voor een grote ontwikkelingsorganisatie. (b)

Nicaragua

  • Wil je je op een creatieve manier inzetten voor kansarme kinderen in Ticuantepe? Ga dan aan de slag door lessen te geven in dans, circus en kunst en stimuleer zo hun ontwikkeling. (v)

Pakistan

  • Ga werken bij een opvangtehuis voor gehandicapten en minder bedeelden in Karachi. (v)

Peru

  • Draag een steentje bij aan de ontwikkeling van de leefomgeving van de lokale bevolking door aan de slag te gaan bij een liefdadigheidsinstelling. (v)
  • Kom kinderen helpen in lokale scholen, buurthuizen en opvangshuizen. (v)

Roemenië

  • Met diverse projecten kan je hulp bieden aan kinderen uit arme gezinnen, ouderen of daklozen in Boekarest, Sibiu of Cluj-Napoca.

Tanzania

  • Geef lessen Nederlandse Taal en Cultuur op verschillende locaties in Tanzania. (b)
  • Help mee bij een empowerment project voor vrouwen, die hun eigen inkomen genereren door het maken en verkopen van sieraden. (v)
  • Help bij een organisatie op Zanzibar die op een creatieve manier de problemen rondom afval en werkloosheid wil tegengaan. (v)

Zuid-Afrika

  • Lever je bijdrage aan een wereld zonder armoede door te werken voor een ontwikkelingsorganisatie die de lokale bevolking ondersteunt op verschillende gebieden. (b)
  • Kom mee helpen bij een sociaal project waar je straatkinderen en vluchtelingen kan helpen. (v)
  • Ondersteun een project in Kaapstad dat zich richt op het onwikkelen van sportprogramma's voor mensen met een handicap. (v)

Verenigde Staten

  • Help bij sociale projecten met maatschappelijk achtergestelde groepen door de hele V.S. (v)

Vietnam

  • Draag jouw steentje bij door het geven van (Engelse) lessen en het doen van spelletjes met de kinderen in een kindertehuis. (v)

Legenda

b = betaald werk

v = vrijwilligerswerk

s = stage

 

Meer landen & regio's 

 

Betrokkenheid versus onverschilligheid: begrippen, definities en inzichten

Betrokkenheid versus onverschilligheid: begrippen, definities en inzichten

Wat is betrokken en betrokkenheid?

Wat is betrokken en betrokkenheid?

Wat is betrokken?

  • Betrokken zijn wil zeggen dat je trouw en eerlijk bent tegenover de ander, de groep waar je deel van uitmaakt of de organisatie waarin je werkt.
  • Hierbij zet je de belangen van een ander boven je eigen belangen, maar je houdt wel je eigen grenzen in de gaten.
  • Je kunt je betrokken voelen bij een doel, een organisatie of een persoon, en je inzetten om die doelen te behalen.

Wat zijn aan betrokkenheid verbonden begrippen en competenties?

  • Handelen in het belang van je omgeving
  • Loyaal zijn
  • Trouw  zijn
  • Verantwoordelijkheid nemen
  • Verantwoordelijkheid dragen
  • Verbondenheid
Wat wil loyaliteit zeggen, en wanneer ben je loyaal?

Wat wil loyaliteit zeggen, en wanneer ben je loyaal?

Wat is loyalititeit en wanneer ben je loyaal?

  • Loyaal ben je wanneer je trouw bent.
  • Loyaal zijn gaat over doen wat je beloofd hebt.
  • Het kan ook gaan over de belangen van de ander (persoon/organisatie) voor die van jezelf zetten.
  • Loyaliteit gaat vaak samen met een eerlijke, integere behandeling van de ander.

 

“A friend is someone who walks into a room when everyone else is walking out.”

 

- Gary Moore

Wat is samenwerking?

Wat is samenwerking?

Wat is samenwerking?

  • Samenwerking is de bereidheid en het vermogen om samen te werken en mee te doen met anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.. Ook wanneer dit doel niet onmiddellijk van persoonlijk belang is.

Wat zijn aan samenwerken gerelateerde begrippen en competenties?

  • Collegiaal kunnen zijn
  • Kunnen werken in teamverband
  • Kunnen inleven
  • Over empatisch vermogen beschikken
  • Op eigen initiatief met anderen samenwerken aan een gezamenlijk doe
  • Anderen kunnen informeren en stimuleren om samen te werken
Wat is organisatiebewustzijn?

Wat is organisatiebewustzijn?

Wat betekent organisatiebewustzijn?

  • Organisatiebewustzijn is het vermogen om inzicht te hebben in gevolgen die beslissingen of acties hebben op de organisatie en onderdelen daarvan, en daarbij begrijpen hoe de organisatie feitelijk werkt.
  • Organisatiebewustzijn is het bewust zijn van je werk, de nut voor de organisatie, de verbetering van het bedrijf en jezelf verantwoordelijk voelen binnen het werk.
  • Je houdt rekening met de machtsverdelig, besluitvorming en samenwerking.

Wat zijn de aan organisatiebewustzijn gerelateerde competenties en subcompententies?

  • Draagvlak kunnen creëren
  • Over inlevingsvermogen  beschikken
  • Inzicht krijgen in je organisatie
  • Keuzes maken voor je organisatie op basis van externe ontwikkelingen
  • Anderen organisatiebewust maken
Wat is ontzag, en wat betekent ontzaghebben voor iets of iemand?

Wat is ontzag, en wat betekent ontzaghebben voor iets of iemand?

Wat wil ontzag zeggen?

  • Ontzag is wat je voelt wanneer je een ander bewondert.
  • Het is een vorm van waardering voor wat de ander kan en realiseert. Of voor hoe iemand is.
  • Je ervaart een groot respect voor de ander.
  • Je kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan de situatie dat iemand een organisatie of een land door een crisis leidt.
  • Ontzag kan ook een wat zuurdere smaak krijgen, bijvoorbeeld wanneer iemand in een machtspositie zit en daarmee een zekere angst inboezemd en het ontzag als het ware afdwingt.
Wat is leegte en wat betekent een gevoel van leegte ervaren?

Wat is leegte en wat betekent een gevoel van leegte ervaren?

Wat is leegte en wat betekent een gevoel van leegte ervaren?

  • Leegte is in de kern afwezigheid. Afwezigheid van zin. Afwezigheid van energie om in beweging te komen, om een project op te pakken, om jezelf te ontwikkelen.
  • Leegte ervaren roept bij veel mensen een gevoel van nutteloosheid op. De grond die onder je voeten verdwijnt. Het leven zoals je dacht dat het was, bestaat niet.
  • Toch kan leegte ook een mooi beginpunt vormen. Je kunt het ook benaderen als een wit vel papier. Waar je een nieuwe tekening op kan maken, kan vouwen tot een nieuw figuur of waar een nieuw verhaal opgeschreven kan worden.
  • Leegte ervaren, vraagt een overgave aan de afwezigheid. Van steun, van zingeving. Soms kan leegte ook vol zijn van niet-waargemaakte verwachtingen. Onder een leegte gevoel kunnen emoties van eenzaamheid, zinloosheid en apathie zitten.
Wat is onverschilligheid en wat betekent iets onverschillig laten?

Wat is onverschilligheid en wat betekent iets onverschillig laten?

Wat wil onverschilligheid zeggen?

  • Onverschilligheid is aanwezig wanneer er een gebrek aan interesse is.
  • De verbinding is er niet of niet meer. Er is een soort van leegte ontstaan. Er is afwezigheid van energie en enthousiasme.
  • Onverschillig is wanneer het je niet uitmaakt wat het resultaat ergens van zal zijn of hoe een project aangepakt wordt.
  • Onverschilligheid gaat vaak ook samen met een bepaalde gelatenheid met de situatie.
  • De beweging die je kan herkennen bij onverschilligheid is het ophalen van de schouders. Uitspraken die bij onverschilligheid kunnen opkomen zijn: 'Het maakt me niet uit', 'Het maakt toch geen verschil wat ik nu zeg' of 'Doe maar wat je denkt dat goed is'.

 

“Desire is half of life; indifference is half of death.”  - Khalil Gibran

Wat is integer zijn en over integriteit beschikken?

Wat is integer zijn en over integriteit beschikken?

Wat is integer zijn?

  • je bent integer wanneer jouw handelen – in woord en gedrag – in lijn is met algemeen aanvaarde sociale en ethische normen en waarden, ook onder moeilijke omstandigheden en/of druk om hier vanaf te wijken.
  • Je bent hierop aanspreekbaar en het aanspreken van anderen hierop.
  • Integriteit gaat over doen wat je zegt, en zeggen wat je doet.

Wat zijn de met integriteit samenhangende begrippen en competenties?

  • Respectvol zijn
  • Eerlijk zijn
  • Betrouwbaar zijn
  • Verantwoordelijkheidsbesef tonen
Wat is verbonden zijn, en wat betekent verbondenheid?

Wat is verbonden zijn, en wat betekent verbondenheid?

Wat wil verbondenheid zeggen?

  • Verbinding gaat over onderdeel zijn van.
  • Je verbonden voelen, gaat vaak samen met herkenning, het ervaren van een bepaalde gezamenlijkheid.
  • Je kan een connectie ervaren in allerlei situaties, bijvoorbeeld met een ander persoon, met de organisatie, met de missie, met de wereld.
  • Verbondenheid gaat - in de relatie tussen personen - over het algemeen twee kanten op. Je zou kunnen zeggen dat je je verbonden voelt, wanneer je gezien, gehoort en gewaardeerd voelt, en wanneer de ander zich ook gezien, gehoort en gewaardeert voelt.
  • Het voelen van verbondenheid vanuit evolutionair oogpunt een heel belangrijke emotie. In de zin in de perioden dat de mens als jager/verzamelaar leefde, het uitgesloten worden van de groep gewoonlijk je dood betekende.
  • Een gevoel van onderdeel zijn van een groep, brengt bij veel mensen dan ook een bepaalde rust en geborgenheid met zich mee.
Wat is recht, wat zijn normen, wat zijn waarde, wat zijn de belangrijkste juridische definities en omschrijvingen?

Wat is recht, wat zijn normen, wat zijn waarde, wat zijn de belangrijkste juridische definities en omschrijvingen?

Wat is recht?

  • "Het recht ontstaat in de samenleving. Je komt het tegen in het dagelijks leven, als je bijvoorbeeld studieboeken koopt in de boekhandel is er al sprake van een juridische betrekking. In de maatschappij zijn er ontelbaar veel van deze onderlinge interacties tussen mensen, daarom moeten er regels zijn. En dan nu het antwoord op de vraag wat recht is. Recht is een gehele eenheid van regels die wettelijk zijn vastgesteld. Het recht zorgt ervoor dat de betrekkingen tussen mensen zo soepel en eerlijk mogelijk verlopen. Als je bijvoorbeeld een bijbaantje hebt, bepaalt  het arbeidsrecht de rechten en plichten van jou als werknemer en de rechten en plichten van jouw werkgever"
  • Ook zorgt het recht voor de beste oplossing als er onderlinge problemen zijn. Het recht stelt bijvoorbeeld regels vast over geluidsoverlast van de buren.

Wat zijn rechtsnormen en andere waarden en normen?

  • Behalve recht zijn er ook andere waarden en normen, denk bijvoorbeeld aan de godsdienstige normen. De vraag is of de definitie van recht ook geldt voor deze normen. Gedeeltelijk wel, maar toch zijn er verschillen.
  • In de eerste plaats zijn rechtsnormen bedoeld om niet gewenste resultaten van bijvoorbeeld diefstal te voorkomen. Rechtsnormen richten zich dus op het externe gedrag van mensen. Ook bij godsdienst geldt de norm dat je niet mag stelen. Het druist in tegen de moraal dat je iets van iemand anders steelt. Bij de godsdienst gaat het er echter wel om wat iemand van plan is, terwijl het bij het recht juist om de daad gaat. Anders gezegd: het recht is bedoeld om diefstal te voorkomen zonder dat de moraal van belang is. Het recht bemoeit zich dus niet met gedachten van mensen, maar het wordt pas gebruikt als mensen hun (slechte) gedachten daadwerkelijk uitvoeren.
  • In de tweede plaats is er een verschil wat betreft een eventuele sanctie. Bij het overtreden van een rechtsnorm is er meestal een wettelijke sanctie. Iedereen kent wel het bordje met ‘verboden toegang voor onbevoegden’. In artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht staat dat je bij overtreding van deze regel een boete krijgt. Je wordt als het ware gedwongen om deze regels na te leven. Het is de taak van de overheid, dus de staat, om deze regels te handhaven. Bij ethische normen zijn er geen officiële sancties. Wel bestaat er bijvoorbeeld uitsluiting door de gemeenschap. Deze sanctie raakt echter niet het wezen van een overtreding, terwijl dat bij het recht wel zo is. Verder is er bij het overtreden van een morele norm geen dwang, hooguit is er sprake van gewetensnood.

Bronnen

Wat is samenwerken, collegialiteit en werken in teamverband, als competentie?

Wat is samenwerken, collegialiteit en werken in teamverband, als competentie?

Wat zijn vormen waarop je kan samenwerken?

  • De competentie 'samenwerken' kan in verschillende vormen voorkomen, zoals collegialiteit en werken in teamverband

Wat is collegialiteit

  • Collegialiteit is het actief samenwerken binnen een team en teamleden helpen en ondersteunen om bij te dragen aan het realiseren van gemeenschappelijke doelstellingen.

Wat is werken in teamverband

  • Werken in teamverband is het werken met collega's, studiegenoten of anderen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.

Wat is het nivo waarop je kan samenwerken?

De mate waarin je de competentie 'samenwerken' kan beheersen, is oplopend:

  1. meewerken en anderen informeren
  2. op eigen initiatief met anderen samenwerken aan een gezamenlijk doel
  3. anderen stimuleren om samen te werken

Wat is meewerken en anderen informeren?

  • Je hebt aandacht voor anderen en biedt hulp aan indien nodig.
  • Je zorgt dat je afspraken na komt met betrekking tot het gemeenschappelijke doel.
  • Je deelt actief informatie en ervaringen met andere mensen.
  • Je wisselt meningen en manieren van aanpak uit met anderen en houdt hier rekening mee of past je werkzaamheden hierop aan

Wat is op eigen initiatief samen met anderen aan een gemeenschappelijk doel werken?

  • Je vraagt zelf om hulp en bied hulp aan anderen indien nodig (gevraagd en ongevraagd)
  • Je bent in staat om duidelijke en meetbare afspraken te maken.
  • Op eigen initatief wissel je informatie, kennis en ideeën uit met anderen met het oog op het gezamenlijke doel.
  • Je verwerkt meningen van anderen in eigen ideeën, plannen en werkwijzen om anderen in je team hier ook mee van dienst te zijn. 

Wat is anderen stimuleren om samen te werken?

  • Je juicht anderen toe om te werken in teamverband en om ideeën uit te wisselen.
  • Je toont iniatief wat betreft ideeën om samen betere resultaten te bereiken.
  • Je zoekt actief naar manieren om de samenwerking te verbeteren en om effectiever te werk te gaan
  • Je moedigt de goede verstandhouding aan en deelt constructieve kritiek en feedback.

Activiteiten als backpacken, betaald werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in het buitenland verzekeren: startpagina's

Activiteiten als backpacken, betaald werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in het buitenland verzekeren: startpagina's

     

Partnerselectie: Stage in het buitenland I

Partnerselectie: Stage in het buitenland I

Werk, vrijwilligerswerk en stage binnen internationale en non-profit instellingen in binnen- en buitenland: startpagina's

Werk, vrijwilligerswerk en stage binnen internationale en non-profit instellingen in binnen- en buitenland: startpagina's

Werken, stagelopen en vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland per activiteit en functie: startpagina's

JoHo zoekt medewerkers die willen meebouwen aan een tolerantere wereld

Werken, jezelf ontwikkelen en een ander helpen?

JoHo zoekt medewerkers, op verschillend niveau, die willen meebouwen aan een betere wereld en aan een zichzelf vernieuwende organisatie

Vacatures en mogelijkheden voor vast werk en open sollicitaties

Vacatures en mogelijkheden voor tijdelijk werk en bijbanen

Vacatures en mogelijkheden voor stages en ervaringsplaatsen

Aanmelden bij JoHo om gebruik te maken van alle teksten en tools
 

Aansluiten bij JoHo als abonnee of donateur

The world of JoHo footer met landenkaart

JoHo: crossroads uit selectie
JoHo: paginawijzer

Thema's

Wat vind je op een JoHo Themapagina?

  • Geselecteerde informatie en toegang tot de JoHo tools rond een of meerdere onderwerpen
  • Geautomatiseerde infomatie die aan het thema is gekoppeld

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage.
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zo zelf en volledig gebruik maken van alle teksten en tools.

Hoe is de pagina op gebouwd

  • Een JoHo Themapagina pagina is opgezet aan de hand van 10 fases rond een bepaalde thema: statussen
  • De status van een thema kan je inzetten bij de belangrijke en minder belangrijke processen rond het thema van de pagina. Zoals keuzes maken, orienteren, voorbereiden, vaardigheden verbeteren, kennis vergroten, gerelateerd werk zoeken of zin geven.
  • Bij elke status vind je unieke of gerelateerde informatie van de JoHo website, die geautomatiseerd of handmatig wordt geplaatst.
  • Een belangrijk deel van de informatie is exclusief beschikbaar voor abonnees. Door in te loggen als abonnee wordt de informatie automatisch zichtbaar. Let wel, niet elke status zal evenveel content bevatten, en de content zal in beweging blijven.
  • De statussen:
  1. Start
  2. Oriëntatie : startpunt bepalen ->bijvoorbeeld: wat is je vraag of wat is het proces dat je gaat starten
  3. Selectie: verkennen en verzamelen van info en keuzehulp
  4. Afweging: opties bekijken en vergelijken -> bijvoorbeeld: alternatieven zoeken
  5. Competentie: verbeteren en competenties -> bijvoorbeeld: wat kan je doen om te slagen?
  6. Voorbereiding: voorbereiden & oefeningen -> bijvoorbeeld: wat kan je doen om te oefenen of je voor te bereiden?
  7. Inspiratie: vastleggen &  lessen -> bijvoorbeeld: wat leer je en heb je geleerd?
  8. Ervaring: vooruithelpen & hulp -> hoe kan je jezelf nuttig maken?
  9. Beslissing: Uitvoeren en tot resultaat brengen -> bijvoorbeeld wat ga je kopen of kiezen?
  10. Evaluatie: Terugkijken en verder gaan -> bijvoorbeeld: wat komt hierna?
    JoHo: footprints achterlaten
    JoHo: pagina delen

    The world of JoHo footer met landenkaart

    JoHo: Bereikbaarheid - Concept – FAQ - Gegevens - Winkelwagen - Zoeken