Wat zijn de geschiedenis en definitie van kindermishandeling? - Chapter 1
Bij kindermishandeling wordt vaak gedacht aan agressie en fysiek pijn doen van een jong en hulpeloos kind. Onder kindermishandeling valt echter ook verwaarlozing, waarbij een volwassene bepaalde dingen juist laat, in plaats van doet, bij het kind (zoals voeden, verzorgen). Verwaarlozing is de meest voorkomende vorm van mishandeling.
In sommige gevallen is de mishandeling zo ernstig, dat de kinderen eraan overlijden. Per jaar sterven 1800 kinderen in de Verenigde Staten aan de gevolgen van mishandeling en verwaarlozing, waarvan de meeste kinderen onder de 4 jaar oud zijn.
In de media komen soms gruwelijke verhalen naar voren over kinderen die mishandeld, misbruikt of verwaarloosd zijn. Deze mediaberichten geven geen goed beeld van kindermishandeling en leiden tot mythes of onwaarheden over dit fenomeen.
Mythes
Mythe 1: Kinderen lopen het meeste risico buitenshuis
In 50 procent van alle kindermoorden zijn de ouders de daders. Daarnaast zijn vaak kennissen en vrienden van de familie betrokken. Dit geldt ook voor minder ernstige vormen zoals verwaarlozing. Kinderen lopen duidelijk het meeste gevaar binnenshuis.
Mythe 2: Kindermishandeling is een steeds groter probleem
Mede door de media-aandacht voor gevallen van kindermishandeling lijkt het, alsof de prevalentie van kindermishandeling steeds groter wordt. Wanneer we naar de geschiedenis kijken wordt duidelijk, dat kindermishandeling een eeuwenoud fenomeen is. De kinderen van vóór 1900 hadden het waarschijnlijk een stuk zwaarder dan die van vandaag de dag. De toename in rapportages en meldingen van kindermishandeling in de 20e eeuw heeft meer te maken met de veranderingen op professioneel en strafrechtelijk gebied. Recente onderzoeken laten juist een daling zien in de prevalentie.
Mythe 3: Risicofactoren leiden altijd tot kindermishandeling
Bepaalde factoren zijn gelinkt aan het vóórkomen van kindermishandeling, zoals een lage sociaal-economische status (SES) in het gezin of ouders die zelf mishandeld zijn in het verleden. Soms is daar het gevaar dat deze risicofactoren als oorzaak van kindermishandeling worden gezien of altijd leiden tot kindermishandeling. De aanwezigheid van risicofactoren kan zeker de kans op kindermishandeling vergroten, maar deze risicofactoren zijn op zichzelf niet genoeg om kindermishandeling te verklaren.
Als we het voorbeeld van SES nemen: gezinnen die weinig geld hebben zullen waarschijnlijk eerder in contact komen met politie of sociale voorzieningen en daardoor zal mishandeling eerder aan het licht komen in deze gezinnen. Daarnaast weten we dat niet alleen arme gezinnen gewelddadig zijn of altijd gewelddadig zijn.
Mythe 4: Soms gebeurt kindermishandeling gewoon
Sommigen nemen het op voor ouders die een keer uit hun slof schieten, omdat ze een keer een slechte dag op het werk hebben gehad of omdat de kinderen wel erg aan het uitdagen waren. Dit is een vreemd excuus als we kijken naar de strafbaarheid van geweld door een vreemde. In dit geval zullen we agressie naar een kind niet toeschrijven aan een ‘slechte dag’ van die volwassene.
Mythe 5: Mildere vormen van kindermishandeling zijn altijd triviaal
Hoewel milder geweld in de eerste plaats minder ernstig is dan extreem geweld, is het niet zo dat minder geweld daardoor weinig consequenties heeft. Lichamelijk straffen van kinderen, bijvoorbeeld, wordt geassocieerd met agressie in kinderen en geweld op volwassen leeftijd. Daarnaast kan milder geweld overgaan in gewelddadigere acties. Het doel van dit boek is om de lezer een duidelijk en empirisch onderbouwd beeld te geven van kindermishandeling.
Het kind als slachtoffer
Kindermishandeling is een moeilijk fenomeen om te onderzoeken. In de eerste plaats is er weinig overeenstemming over wat kindermishandeling precies inhoudt. Daarnaast is het lastig te onderzoeken, omdat het meestal achter gesloten deuren plaatsvindt en verborgen wordt. De kinderen kunnen vaak niet voor zichzelf opkomen. Alle statistieken die bestaan over kindermishandeling moeten dus zeer voorzichtig geïnterpreteerd worden.
Kinderen zijn in ieder geval een groot doelwit voor misdaden. Tieners hebben twee tot drie keer zoveel kans om een gewelddadig trauma te ondergaan (verkrachting, beroving, aanval) dan de populatie in zijn geheel. Dit zijn gevallen waarbij meestal politie of andere instanties worden ingeschakeld. Maar de minder zichtbare vormen van kindermishandeling binnen het gezin zijn veel minder duidelijk gerapporteerd. Van de vastgelegde vormen van kindermishandeling (waarschijnlijk zeer onderschat in aantal) was de meest voorkomende vorm verwaarlozing (78%), dan lichamelijke mishandeling (18%), seksueel misbruik (10%) en psychologische mishandeling (7%).
Schattingen van de totale prevalentie in Westerse populaties stellen dat 10% van alle kinderen lichamelijk of psychisch mishandeld wordt of verwaarloosd wordt, en 15% een vorm van seksueel misbruik meemaakt. Kindermishandeling is daarmee een serieus en veel voorkomend probleem. Vooral wanneer de gevolgen in acht worden genomen: slachtoffers hebben meer kans op psychologische problemen, een lage SES, meer kans om crimineel te worden, drugsproblemen te krijgen en om hun eigen kinderen en partner te mishandelen.
Kindermishandeling binnen het gezin
In ongeveer 80% van de jaarlijkse gevallen van kindermishandeling zijn ouders de daders. Moeders meestal voor lichamelijke mishandeling en verwaarlozing, vaders voor seksueel misbruik. Wat is de reden dat kindermishandeling meestal voorkomt binnen het gezin? Een reden is dat agressie richting kinderen soms door normen en waarden in de populatie geaccepteerd of zelfs aangespoord wordt. Hierbij is er een beeld van het gezin:
dat ouders meer macht hebben dan kinderen en dat ouders de ontwikkeling van hun kind onder controle moeten houden,
dat leden van het gezin het welzijn van het kind voor ogen moeten houden, omdat die niet voor zichzelf kan zorgen,
dat gezinnen met een traditionele cultuur sterk zijn,
dat gezinnen het recht hebben op privacy.
Van sociale conditie naar sociaal probleem
Een sociale conditie wordt een sociaal probleem wanneer verschillende groepen actief aan de slag gaan om de conditie onder de aandacht te brengen. In het geval van kindermishandeling is dat terug te zien in het groeiend aantal onderzoeken, tekstboeken, artikelen en specifieke cursussen over kindermishandeling. In 1989 kwam er daarnaast een United Nations Convention on the Rights of the Child (UNCRC) waarmee de Verenigde Naties één lijn wilden trekken in wat wel en niet toegestaan is in de omgang met kinderen.
De vier leidende principes zijn:
geen discriminatie
welzijn van het kind staat voorop
aandacht voor lichamelijke en emotionele ontwikkeling
in acht nemen van de mening en visie van het kind
Alle landen die aangesloten zijn bij deze conventie, moesten culturele gebruiken stoppen die tot mishandeling van het kind zouden leiden. Alleen de Verenigde Staten en Somalië waren landen in de VN die het verdrag niet tekenden. De VS was het niet eens met het verbieden van kind-executies, en was bang de rechten van ouders te minimaliseren (het verdrag spreekt immers over ‘bescherming tegen alle vormen van geweld’).
Kindermishandeling als sociale conditie kwam onder de aandacht door sociaal constructionisme, ofwel doordat vanuit de samenleving reacties kwamen op het fenomeen. Reacties van individuen maar ook van religieuze groepen, politieke partijen en de media. Dit verklaart de cross-culturele verschillen in de visie van kindermishandeling. In sommige culturen wordt anders gekeken naar wat wij misbruik zouden noemen. Pas wanneer binnen zo’n cultuur reacties ontstaan op kindermishandeling, wordt het erkend als een probleem.
Historische context
Onze huidige gedachten over het kind en de kindertijd, zoals dat een kind verzorgd en beschermd dient te worden, zijn pas in de laatste 100 jaar opgekomen. In de eeuwen daarvoor werden kinderen gezien als kleine volwassenen en werd de kindertijd als aparte levensfase niet erkend. De kindertijd op zichzelf is dus een menselijke creatie of sociaal construct. Empey en collega’s (Miller-Perrin & Perrin, 2013: 13) onderscheiden drie perioden in de geschiedenis van de kindertijd:
1. Onverschilligheid over kindertijd: voor de 15e eeuw: door ziekten, slechte kwaliteit van leven en een hoog sterfte-aantal werden kinderen als weinig waardevol gezien. De meeste kinderen overleefden hun eerste jaren niet, dus er werd emotioneel weinig in hen geïnvesteerd. Kinderen hadden geen onafhankelijke rechten; ze waren politiek machteloos. Ze waren het eigendom van hun ouders. Tot 1800 toonde deze onverschilligheid zich in de infanticide: het vermoorden van kinderen tot 1 jaar oud, wanneer deze ongewild waren (of te groot, te klein, te huilerig, etc.). Een manier om infanticide te schatten in een populatie is door te kijken naar de man:vrouw ratio. Deze hoort ongeveer 1:1 te zijn. In 19e eeuws China was de ratio bijna 4:1 in agrarische gebieden: een goede aanwijzing voor sekse-selectief infanticide.
Ontdekking van de kindertijd: 15e tot 18e eeuw
Aandacht voor de kindertijd: 19e en 20e eeuw: in deze laatste periode werd de kindertijd een aparte levensfase waarbij kinderen gewaardeerd, verzorgd en beschermd dienen te worden. Door deze visie op kinderen zijn allerlei veranderingen in de samenleving doorgevoerd: een kinderarbeid wet, een jeugdstrafrecht systeem, verplichte scholing voor kinderen, etc.
Foeticide
In recente jaren is sekse-selectief foeticide (doden van de foetus) sterk toegenomen. Doordat moderne technologie het mogelijk maakt de sekse van het kind al tijdens de zwangerschap vast te stellen, kunnen ouders bepalen welk geslacht hun kind zal krijgen. Meestal zijn het meisjes die geaborteerd worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld in China, waar een een-kind beleid van kracht is. De Chinese regering laat meestal toe dat ouders een tweede kind krijgen, wanneer de eerste een meisje was, maar daardoor is de foeticide voor het tweede kind weer een stuk hoger geworden.
Ontdekking van kindermishandeling
In de 17e eeuw bestond er een gemengd beeld van kinderen: enerzijds werden zij gezien als een geschenk van God, anderzijds zouden ze een slecht hart hebben en neigen naar kwaadaardig gedrag. Het gevolg was dat kinderen zowel beschermd, als heropgevoed moesten worden. De Protestante hervormers formuleerden de eerste wet tegen kindermishandeling. Maar, deze wet was alleen toe te passen in het geval waar het kind volledig onschuldig was. Als een kind boven de 16 had gevloekt, was de doodstraf nog steeds toegestaan.
De eerste echte beweging tegen kindermishandeling kwam op in de vroege 19e eeuw met de House of Refuge movement in de Verenigde Staten. Deze beweging stond achter het principe van parens patriae – het recht en de verantwoordelijkheid van de staat om diegenen te beschermen die zichzelf niet kunnen beschermen. Door dit principe werden kinderen die verwaarloosd of mishandeld werden, opgevangen in een instelling.
In 1874 werd de Society for the Prevention of Cruelty to Children opgericht. Deze organisatie begon een beweging voor grootschalige veranderingen in de behandeling van kinderen. Het grootste aandachtspunt was dat de organisatie ouders uit hun volledige macht wilde zetten: de staat moest het recht hebben om in te grijpen wanneer nodig.
In de 20e eeuw vonden twee sociale veranderingen plaats die bijdroegen aan het succes van de kind-beweging:
Er ontstonden speciale beroepen die zich bezighielden met de zorg om kinderen: verpleegsters, maatschappelijk werkers en gezinstherapeuten bijvoorbeeld
Vrouwen kregen meer vrijheid en macht binnen het gezin en op de werkvloer, waardoor zij zich ook op konden werpen voor het welzijn van kinderen
Begin 20e eeuw werden allerlei wetten doorgevoerd om kinderen beter te beschermen, zoals het bestraffen van mishandeling door ouders. Toch waren er nog veel gaten: zo was het nog niet verplicht voor professionals om een vermoeden van mishandeling te melden.
Ondanks dit alles werd kindermishandeling pas volledig als sociaal probleem erkend in de jaren ’60 van de vorige eeuw, toen dr. Kempe het battered child syndrome omschreef. Kempe definieerde kindermishandeling als een klinische conditie die artsen altijd zouden moeten rapporteren aan instanties. Doordat artsen nu ook de ernst gingen inzien van kindermishandeling, werd de kinderbeschermings-beweging veel sterker.
In 1974 kwam de eerste uitgebreide kindermishandelingswet in de VS: de Child Abuse Prevention and Treatment Act (CAPTA).
Definitie van kindermishandeling
Doordat verschillende mensen in de geschiedenis zich hebben opgeworpen in de strijd tegen kindermishandeling, zijn er ook verschillende definities van kindermishandeling ontstaan. Als voorbeeld de discussie over de definitie van lichamelijke mishandeling. Op moment van schrijven is het slaan van een kind als correctie voor ongewenst gedrag niet strafbaar, zolang het kind niet verwond wordt. Veel wetenschappers bepleiten dat dit fysiek straffen een vorm van kindermishandeling is. Maar, cultureel gezien is een aframmeling een geaccepteerd fenomeen: 75% van de Amerikanen vindt dat het soms nodig is het kind te disciplineren met een klap.
Een ander voorbeeld is die van seksueel misbruik. Seksuele interactie met kinderen was gedurende een lange periode in de geschiedenis een algemeen, geaccepteerd en soms zelfs aangemoedigd fenomeen. Vandaag de dag is dit zeker niet zo, hoewel er nog steeds discussie over is. Zo zijn er groepen en organisaties van pedofielen zoals de North American Man/Boy Love Association die willen dat seksuele activiteiten tussen mannen en jongens legaal worden. Wat het moeilijk maakt, is dat we veel dingen niet goed kunnen definiëren: wat is een kind? Wat is seksueel? In dit hoofdstuk proberen de schrijvers de definities zo duidelijk mogelijk te geven.
Ouder-kind geweld
Geweld is: ‘een daad die uitgevoerd is met de intentie van, of een daad die gezien wordt als met de intentie om, een andere persoon lichamelijk te kwetsen’ (Miller-Perrin & Perrin, 2013: 18). Gelles en Straus zien geweld binnen een gezin als ingedeeld in twee continuüms:
het rechtmatig-onrechtmatig continuüm: de mate waarin sociale normen geweld toestaan: legitiem/rechtmatig geweld wordt door de vingers gezien (de hand van een 3-jarige slaan), onrechtmatig geweld wordt afgestraft (in het gezicht van een 3-jarige stompen).
instrumenteel-expressief continuüm: de mate waarin geweld als middel wordt gebruikt (instrumenteel) of als doel (expressief). Instrumenteel geweld wordt gebruikt met een bepaald doel (het stoppen van een persoon of het aansporen van een persoon). Expressief geweld is het slaan van iemand uit woede, zonder achterliggend doel.
Expressief | ||||
Rechtmatig | Rechtmatig/Expressief Geweld als katharsis (letterlijk: reiniging). Het slaan van het kind om je woede te ventileren | Onrechtmatig/Expressief De meest erkende en gepubliceerde vorm van mishandeling | Onrechtmatig | |
Rechtmatig/Instrumenteel De meest voorkomende vorm van mishandeling: het lichamelijk straffen van kinderen, met als doel het kind te laten inzien dat het iets fout doet | Onrechtmatig/Instrumenteel Straf waarvan de ouder zegt dat het voor het bestwil van het kind is, maar die de samenleving als strafbaar ziet | |||
Instrumenteel |
Vormen van misbruik
Gebruikmakend van bovenstaande indeling van vormen van geweld, komt de Center for Disease Control (CDC) tot de volgende definities:
Lichamelijke mishandeling: het met opzet gebruiken van fysieke kracht tegen een kind, dat kan resulteren in lichamelijke verwondingen
Seksueel misbruik: een poging tot, of complete handeling, van een seksuele actie, seksueel contact met of seksuele uitbuiting van een kind door een verzorger
Psychische mishandeling: intentioneel gedrag van een verzorger dat maakt dat een kind zich waardeloos, ongeliefd, ongewild of in gevaar doet voelen. Bij dit gedrag moet gedacht worden aan beschuldigen, kleineren, intimideren en isoleren, kortom: gedrag dat schadelijk of ongevoelig is voor de ontwikkeling van het kind.
Verwaarlozing: het tekortkomen van een verzorger in het vervullen van de lichamelijke, emotionele, medische of ontwikkelingsbehoeften van een kind.
Van deze vier vormen van kindermishandeling zijn er drie een vorm van commissie (het begaan van…) en één (verwaarlozing) een vorm van omissie (nalaten van…).
Samengaan van meerdere vormen van mishandeling
Veel onderzoeken focussen op één vorm van kindermishandeling. In het dagelijks leven is er echter grote overlap tussen verschillende vormen van mishandeling in het gezin. Zo komt lichamelijk geweld en seksueel misbruik bij kinderen vaker voor in gezinnen waar ouders lichamelijk agressief zijn naar elkaar. Daarnaast ondergaan kinderen zelf vaak meerdere vormen van mishandeling: vooral tussen lichamelijke en psychologische mishandeling bestaat een grote overlap, en tussen lichamelijke mishandeling en seksueel misbruik. Voor deze inter-relaties komt tegenwoordig steeds meer aandacht.
Zorgstelsel rondom het kind
In de VS bestaat een algemene wet rondom de bescherming van kinderen, met bepaalde richtlijnen, maar elke staat moet zelf bepalen hoe dit ingevuld wordt. Drie belangrijke algemene statuten zijn:
De CAPTA uit 1974: elke staat moet het melden van misdrijven verplichten, kinderadvocaten inzetten bij rechtszaken en voor vertrouwelijkheid zorgen in die zaken.
De Adoption Assistant and Child Welfare Act (1980): stelt dat gezinnen intact moeten worden gehouden wanneer mogelijk
De Adoption and Safe Families Act (ASFA; 1997): stelt dat staten minder van pleegzorg afhankelijk moeten zijn en meer permanente oplossingen voor kinderen moeten zoeken (zoals adoptie of het wonen bij familie).
In het zorgstelsel rondom kindermishandeling bestaat een aantal knelpunten. Ten eerste is er een strijd tussen aandacht voor primaire preventie (het voorkómen van kindermishandeling) en interventie (programma’s om slachtoffers van kindermishandeling te identificeren en te behandelen). Ten tweede is er de discussie of beleid moet focussen op het straffen van daders en beschermen van de slachtoffers, of het ondersteunen en behandelen van daders en gezinnen in nood.
De eerste benadering heeft geleid tot hogere straffen voor daders, en wetten die het verplicht maken de mishandeling te melden in de wijk (Megan’s Law). Megan werd vermoord door een eerder veroordeelde kinderlokker die tegenover haar huis was gaan wonen. Haar ouders spanden een rechtszaak aan, waarna het verplicht werd voor alle staten om kinderlokkers te volgen en hun woonplek openbaar te maken.
De straf- en beschermbenadering overheerst op het moment. Toch komt hierbij de notie van het intacte gezin, wanneer mogelijk, in gevaar. Vooral de Kinderbescherming (of Child Protection Service; CPS) moet afwegen tussen deze twee standpunten. Deze heeft als taak het kind te beschermen. Deze bescherming kan zijn op vrijwillige en onvrijwillige basis en kan leiden tot uithuisplaatsing. De CPS biedt preventieve hulp, vaak het vergroten van opvoedcompetenties bij ouders, en postrespons hulp: individuele en gezinsbegeleiding, pleegzorg en hulp bij rechtszaken.
Preventies
Een tiener mag pas autorijden na het leren van, en slagen voor, een rijexamen. Maar een kind krijgen, dat mag iedereen en zonder afleggen van een test. Veel mensen die ouder worden, zijn simpelweg niet voorbereid. Een vorm van preventie van kindermishandeling is het thuis bezoeken van risicogezinnen (arme, alleenstaande, jonge ouders of zwangere tienermoeders). De instanties kunnen op deze manier de thuissituatie controleren en de ouders in een veilige omgeving bijstaan in de opvoeding. Een belangrijke factor in preventie is het vergroten van de kennis over de ontwikkeling van een kind en hoe met het kind om te gaan.
Een andere vorm van preventieve hulp zijn de schoolgebaseerde programma’s. De meesten focussen op de basisschoolkinderen en letten op tekenen van seksueel misbruik of geweld in het gezin. Op een groter niveau in de samenleving vindt preventie plaats door advertenties en campagnes. In deze advertenties worden bijvoorbeeld tips gegeven over het omgaan met woede en hoe ouders met lastige opvoedsituaties om kunnen gaan.
Interventies
Een eerste vorm van interventie, namelijk de bestraffing van kindermishandeling, is eigenlijk ook een vorm van preventie. Als een dader gepakt en bestraft wordt, zal hij waarschijnlijk minder snel nogmaals de fout ingaan. Dit wordt ook wel een specifieke afschrikker genoemd in het afschrikkingsmodel (‘deterrence model’). Daarnaast zou het idee van een zware straf ook nieuwe daders moeten tegenhouden: een algemene afschrikker.
Naast het straffen van daders is een nieuwe trend aan het ontstaan die pleit voor medicalisering: waar daders eerst puur gezien werden als ‘slecht’ en ‘zondaars’, worden ze nu eerder ‘ziek’ genoemd en zouden ze behandeling moeten krijgen. Dit zorgt echter weer voor een nieuw probleem: als de daad is gedaan omdat een persoon ziek is, is hij dan nog wel te straffen voor zijn gedrag? Meestal worden straffen en behandeling daarom gecombineerd.
Conclusie
Kindermishandeling is een eeuwenoud probleem. De behandeling van kinderen kreeg pas meer aandacht tijdens de kindbeweging in de tweede helft van de 19e eeuw. Pas rond 1960 werd het concept kindermishandeling ook bekender in de onderzoekswereld. Doordat verschillende partijen aandacht gingen vragen voor het kind, zijn ook verschillende definities ontstaan van wat kindermishandeling precies inhoudt. Deze definities zijn nog steeds niet eenduidig. Wel wordt er nu veel gedaan aan de preventie en interventie van kindermishandeling, waarbij in het beleid van de VS de nadruk ligt op het laatste.
Oefenvragen
Door het sociaal constructivisme is kindermishandeling onder de aandacht van de samenleving gekomen. Wat was het gevolg hiervan voor het kind?
Er zijn 4 leidende principes ontstaan voor het kind. Dit houdt in dat het kind geen discriminatie meer mag ervaren, dat het belang van het kind voorop staat, dat er meer aandacht is voor lichamelijke en emotionele ontwikkeling van het kind en dat de mening en visie van het kind in acht wordt genomen.
Wat houdt het battered child syndroom in?
Dr. Kempe merkte dat ouders soms met kinderen kwamen die ernstig letsel hadden wat vaak niet paste bij het verhaal dat de ouders hierbij vertelde en wat dus duidde op kindermishandeling. Dit werd het battered child syndroom genoemd.