Welke aandachtspunten zijn er als je een project rondom onderwijs wilt starten of runnen?

Goed onderwijs is uiteraard essentieel voor de ontwikkeling van een kind én van een samenleving.

Wil je een onderwijsproject starten? Denk vooral ook aan:

  • realiseren van een openbare school.
  • samenwerking stimuleren met ouders voor de dekking van de kosten voor het onderhoud van de school;
  • garantie bevorderen van financiering van de lopende kosten (zoals salarissen) zonder buitenlandse financieringsbronnen.
  • toegankelijk maken van scholen voor kinderen met een beperking;
  • realiseren van aparte toiletten voor meisjes.

Daarbij maakt je project vaak meer kans van slagen als:

  • het plan om de school te stichten goedgekeurd is door de overheid in het land.
  • er geen twijfel is over het grondeigendom voor de school.
  • er een deugdelijk bouwplan is (of komt) in geval er gebouwd gaat worden.
  • de nadruk van je projectactiviteiten ligt op een of liefst meerdere van onderstaande thema's:
    • infrastructuur: klaslokalen en bijgebouwen, stafwoningen, drinkwater, toiletten, meubilair, energievoorziening, etc. (zowel nieuwbouw als groot onderhoud).
    • leermiddelen voor één of meerdere klassen: boeken, schriften, rugtassen, computers, sport – en spelmaterialen, groentetuinen.
    • transportmiddelen: schoolbusjes, fietsen, motoren.
    • kwaliteitsverbetering van het curriculum.
    • opleidingen/trainingen van leraren, schoolbesturen, oudercomités.

Wil je je inzetten voor (het verbeteren van) onderwijsprojecten in ontwikkelingslanden? Geef niet alleen aandacht aan materiële zaken, maar probeer ook onderwerpen als onderstaande te integreren in je projectactiviteiten:

  • Leren
    • Om te kunnen leren moet een kind gezond zijn, zich veilig voelen en gestimuleerd worden door zijn ouders en de omgeving.
    • Problemen die hierbij in de weg kunnen staan zijn bijvoorbeeld analfabetisme bij ouders, armoede in het gezin waardoor kinderen moeten werken of er geen extra geld voor onderwijs is.
  • Leraren
    • De opleiding en motivatie van leraren zijn essentieel voor de kwaliteit van het onderwijs. Leraren die gemotiveerd zijn, pedagogische en didactische vaardigheden hebben en op een gevarieerde manier lesgeven, prikkelen de creativiteit van kinderen. Het gaat dan om zaken als aandacht voor de praktische toepassing van de kennis en de vaardigheden, het gebruik van verschillende beoordelingsmethodieken, het aanmoedigen van het zelfvertrouwen, klassenmanagement.
    • De meeste leraren zijn op papier gekwalificeerd om les te geven. In de meeste lerarenopleidingen ligt de nadruk echter op kennis en weinig op lesgeven in de praktijk.
    • In de meeste ontwikkelingslanden kunnen leerkrachten weinig invloed uitoefenen op de plek waar zij gaan lesgeven, welk vak ze moeten doceren en voor welke klas zij komen te staan. Dit heeft effect op de motivatie en daarmee op de kwaliteit van de docent.
    • Bijscholing van en investering in leerkrachten levert vaak een stijging op in de kwaliteit van docenten.
  • Leerinhoud
    • De lesstof die kinderen krijgen aangeboden is in de meeste landen door de overheid vastgelegd in een nationaal curriculum. Een organisatie of school kan niet zelf het curriculum veranderen. Wel kunnen organisaties lobbyen bij de overheid om het curriculum te mogen aanpassen. Ook kunnen scholen extra vakken geven.
    • Leerinhoud krijgt ook vorm in lesmateriaal zoals tekstboeken en leermiddelen. Bij gebrek hieraan ontwikkelen leerkrachten soms eigen middelen van lokale materialen zoals klei en stokken.
  • Leerprocessen
    • Bij leerprocessen gaat het om de interactie tussen leerkracht en leerling en de manier waarop de lesinhoud wordt overgebracht.
    • Het leerproces kan gericht zijn op het kind (child-centred). Of het leerproces wordt bevorderd doordat een docent bepaalde methodieken gebruikt, zoals actief, participerend en ontdekkend leren.
    • Grote klassen zorgen er bijvoorbeeld voor dat in veel gevallen de meest gebruikte methode het frontaal lesgeven is; het lesaanbod afstemmen op de leerbehoefte van de individuele leerling is dan een echte uitdaging.
    • Een goed leerproces kenmerkt zich door de variatie van de leerling activiteiten, de tijd dat een kind aan leertaken besteedt en het divers gebruik van leermiddelen, zoals leer- en tekstboeken.
  • Leeromgeving
    • De leeromgeving is de klas, de leerplek, de gemeenschap en de structuur waarbinnen het onderwijs plaatsvindt.
    • In ontwikkelingslanden is deze infrastructuur vaak gebrekkig: gebouwen zijn te klein, er is te weinig licht, er zijn te weinig schoolmeubels, het is te warm of er is een tekort aan lesmateriaal. Dit heeft direct invloed op de kwaliteit van het onderwijs.
    • Ook speelt de kwaliteit van de leeromgeving mee in het besluit om wel of niet naar school te gaan: de aanwezigheid van schoon drinkwater en toiletten bepaalt of kinderen – in het bijzonder meisjes – naar school mogen van hun ouders.
    • Naast de fysieke leeromgeving zijn de structuren waarbinnen het onderwijs functioneert belangrijk: het schoolmanagement, de gemeenschap, de overheid: wie legt verantwoording af aan wie? Wanneer veel ouders zelf ongeletterd zijn, kan het zijn dat hun rol beperkt is. Trainingen kunnen de inspraak van ouders in het onderwijs sterk verbeteren. Datzelfde geldt door kinderclubs op te zetten, waarin kinderen gezamenlijk formuleren wat voor hen belangrijk is. In veel landen zou men graag zien dat de onderwijsinspectie meer in dienst staat van het versterken en ondersteunen van het onderwijs, in plaats van het onderzoeken van fouten en misstanden.
  • Leeruitkomsten
    • Leeruitkomsten hebben te maken met de einddoelen die het onderwijs nastreeft. In veel landen worden leerlingen in een nationaal examen getest op de gestandaardiseerde einddoelen. Alle lessen zijn erop gericht de examens zo goed mogelijk te kunnen maken.
    • Onafhankelijk van de nationaal geformuleerde einddoelen hebben leerkrachten, leerlingen en hun ouders ook allemaal hun eigen verwachtingen van het resultaat van het onderwijs.
    • Het is belangrijk dat alle betrokkenen het eens zijn over de gewenste leeruitkomsten. Dat bepaalt namelijk of leerlingen wel of niet naar school gaan en hoe gemotiveerd ze zijn.
  • Voorkomen van uitsluiting als gevolg van taal, geslacht, minderheidspositie of handicap
    • Nog steeds gaan zo’n honderd miljoen kinderen in de basisschoolleeftijd niet naar school, hoewel ze recht hebben op onderwijs. Zij worden uitgesloten omdat ze de taal niet spreken, omdat hun groep gediscrimineerd wordt of omdat ze gehandicapt zijn. Het is belangrijk extra aandacht te geven aan deze kinderen en hun deelname aan onderwijs te bevorderen.
  • Betrekken van overheid en andere belanghebbenden
    • Onderwijs is een zaak van de overheid. Elk land bepaalt hoe het onderwijssysteem in elkaar zit en wat kinderen moeten leren. Wanneer je via een project aan beter onderwijs wilt  werken, betrek dan altijd de lokale vertegenwoordigers van het ministerie van onderwijs, maar ook andere belanghebbenden, zoals de gemeenschap, ouders, kinderen, leraren en schooldirecteuren.
  • Oefen met nieuwe lesmethoden.
    • Bij de introductie van nieuwe lesmethoden is het belangrijk dat leraren deze ook kunnen oefenen onder begeleiding; dat vergroot de kans dat ze het geleerde ook toepassen.
    • Als organisatie kan je proberen samen te werken met de lokale/regionale lerarenopleiding, zo kan een eventuele nieuwe methode ook in de toekomst worden gestimuleerd.
  • Lesgeven in lokale taal
    • onderwijs in zowel de eigen dialecttaal als de regionale of landelijke taal bevordert dat leerlingen de lessen kunnen volgen en geeft ze het gevoel dat de eigen cultuur niet minderwaardig is aan de regionale of landelijke.

JoHo: crossroads via de bundel

  Chapters 

Teksten & Informatie

JoHo: paginawijzer

JoHo 'chapter 'pagina

 

Wat vind je op een JoHo 'chapter' pagina?

  •   JoHo chapters zijn tekstblokken en hoofdstukken rond een specifieke vraag of een deelonderwerp

Crossroad: volgen

  • Via een beperkt aantal geselecteerde webpagina's kan je verder reizen op de JoHo website

Crossroad: kiezen

  • Via alle aan het chapter verbonden webpagina's kan je verder lezen in een volgend hoofdstuk of tekstonderdeel.

Footprints: bewaren

  • Je kunt deze pagina bewaren in je persoonlijke lijsten zoals: je eigen paginabundel, je to-do-list, je checklist of bijvoorbeeld je meeneem(pack)lijst. Je vindt jouw persoonlijke  lijsten onderaan vrijwel elke webpagina of op je userpage
  • Dit is een service voor JoHo donateurs en abonnees.

Abonnement: nemen

  • Hier kun je naar de pagina om je aan te sluiten bij JoHo, JoHo te steunen en zelf en volledig gebruik te kunnen maken van alle teksten en tools.

Abonnement: checken

  • Hier vind je wat jouw status is als JoHo donateur of abonnee

Prints: maken

  • Dit is een service voor wie bij JoHo is aangesloten. Wil je een tekst overzichtelijk printen, gebruik dan deze knop.
JoHo: footprint achterlaten